Weblog - AutoWeek is klaar voor het nieuwe F1-seizoen
Mijn hartslag is nog maar net op normaal niveau na de bloedstollende slotfase van het afgelopen Formule 1-seizoen, of het volgende seizoen dient zich alweer aan. Hopelijk wordt het net zo mooi als in 2021. Wij kunnen in ieder geval niet wachten.
Ik kan niet wachten tot het nieuwe Formule 1-seizoen van start gaat, en - zoals ik in de inleiding al zei - 'wij' kunnen niet wachten. Daarmee doel ik op de redactie van AutoWeek. Dit jaar zal je bij AutoWeek namelijk veel meer over de Formule 1 lezen en zien. Dat is niet nieuw voor ons. Al vanaf AutoWeek 1 uit 1990, ons eerste nummer ooit, schreven we over de autosport en de Formule 1. Enkele jaren later trad Jos Verstappen zelfs aan als columnist. We schakelden sindsdien wel eens terug, maar dit jaar zetten we 'm weer in de hoogste versnelling. Daar kijk ik echt naar uit. In het verleden heb ik fulltime over de Formule 1 geschreven bij een vorige werkgever, dus het wordt genieten om naast mijn passie voor auto's ook de liefde voor de F1 weer handen en voeten te kunnen geven in mijn werk. Ik hoop dat jullie, de in de Formule 1 geïnteresseerde lezers, er net zo naar uitkijken.
Er is namelijk genoeg bijzonders te verwachten en nog nooit leefde de koningsklasse van de autosport zo sterk in Nederland. Het Formule 1-seizoen van 2021 was er immers echt één om je vingers bij af te likken. Voor het eerst sinds 2016 hadden we weer een titelstrijd die tot aan de allerlaatste Grand Prix doorging. Het was bovendien al acht jaar geleden dat er voor het laatst een coureur van een ander team dan Mercedes met de titel vandoor ging. Voor het gros van de Nederlandse kijkers was het natuurlijk helemaal smullen dat dat niemand minder dan Max Verstappen was. De strijd tussen hem en Hamilton was er eentje die deed denken aan duels tussen iconen als Schumacher en Häkkinen, Senna en Prost, Hunt en Lauda. Als kers op de taart vond ook nog eens de eerste Nederlandse Grand Prix sinds 1985 plaats. Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik heb nog nooit eerder zoveel kippenvelmomenten beleefd door de F1 als afgelopen jaar.
2022 heeft dus behoorlijk grote schoenen te vullen. Zo mooi als 2021 kan het niet zomaar worden, zou je zeggen. Toch belooft het opnieuw heel interessant te worden. De reglementen die in 2017 hun intrede deden en sindsdien zijn bijgeschaafd, worden bij het grofvuil gezet. In zekere zin begint iedereen weer met een schone lei. De basisopzet van de auto's wordt anders, met veel minder ingewikkelde aerodynamica op de auto en juist meer nadruk op slimmigheden onder de auto. Tot op zekere hoogte luidt het de terugkeer van het grondeffect in. Het hoofddoel is dat het racen erdoor verbetert, omdat de auto's een minder verstoorde luchtstroom veroorzaken en het volgen van elkaar daardoor makkelijker moet worden. Het 'treintje rijden' zien we als het goed is minder terug, al is het altijd maar weer de vraag hoe groot het beoogde effect werkelijk is. Een mens mag dromen.
Een ander belangrijk aspect is het budgetplafond. Tot 2021 was er geen bestedingslimiet in de Formule 1, maar die tijden zijn sinds afgelopen jaar voorbij. Vooral de topteams worden daarom gedwongen om met minder middelen verder te gaan. Men hoopt dat het daardoor geen uitgemaakte zaak meer is dat enkel Mercedes of Red Bull Racing iedere race de gedoodverfde favoriet is en dat ook de achterhoedeteams het tempo bij kunnen benen. Toch moeten we daar volgens mij komend jaar nog niet teveel op hopen. De kans dat Haas ineens races gaat winnen, acht ik zeer klein. Wel verwacht ik dat we komend jaar een meer diverse strijd voorin het veld zullen zien. Ferrari en McLaren zie ik als de grootste kanshebbers om aan te haken en wellicht tovert Alpine ook nog iets uit de hoge hoed. Voor de sport zou het geweldig zijn, al is de kans ook aanwezig dat er nog wat langer nodig is voordat de verschillen verder krimpen. Mercedes en Red Bull Racing hebben nog altijd de beste papieren om direct met een topauto te komen, ook al hebben ze nu minder te besteden.
Voor de Verstappen-fans is dat laatste natuurlijk precies waar ze op hopen. Max treedt dit jaar aan als kersvers wereldkampioen, iedere race prachtig zichtbaar door de 1 op zijn auto. Dat wordt wel even een bijzonder gezicht. Miljoenen Nederlanders zitten vanaf maart weer aan de buis gekluisterd om te zien of het megatalent er dit jaar gelijk een titel achteraan kan plakken. De verwachte strijd tussen Lewis Hamilton en George Russell is ook iets om naar uit te kijken. Wat Russell bij vlagen liet zien bij Williams, en zeker wat hij in de auto van Hamilton voor elkaar kreeg in Bahrein in 2020, was ronduit indrukwekkend.
Ik kan door blijven gaan, maar voor nu zit er helaas niets anders op dan geduldig te wachten op de wintertest en vervolgens de start van het seizoen op 18 maart. Wij zitten alvast op het puntje van onze stoel, jij ook?

Joas van Wingerden
Columnist/schrijver
Als vijfjarig ventje stond Joas zich al samen met zijn vader te vergapen aan moderne en vooral klassieke auto's op de beursvloer van de Rai in Amsterdam. Toen zijn ouders vervolgens ook nog een puntgave Citroën DS gingen rijden, was de liefde voor auto's voor altijd in zijn ziel geëtst. Hij moest en zou er later iets mee gaan doen. Aanvankelijk was het idee om automonteur te worden, maar dat plan verwaterde in de loop der jaren. Tijdens zijn Journalistiekopleiding begon het toch weer te borrelen en kwam hij als stagiair voor het eerst terecht bij AutoWeek. Inmiddels zijn we alweer aardig wat jaren verder en is het toch gelukt om de passie voor auto's te combineren met een vaste baan. De droom om ooit zelf ook een DS te rijden is alleen nog niet vervuld, al staat er in de vorm van een Peugeot 205 wel een oude Fransman voor de deur.