Turbodieseltje op kerosine
Vaak heeft de auto-industrie gebruik gemaakt van talent uit de luchtvaart, met Saab als een prominent voorbeeld. Heel af en toe werkt het omgekeerd. Nadat sportvliegtuigen het jarenlang moesten doen met zuigermotoren die grotendeels stammen uit de jaren '60, is nu de diesel in opkomst. De autodiesel om precies te zijn. Terwijl autobouwers de diesel gestaag veranderden van een ongecultiveerde hoestbui naar de soepele koppelrijke motoren van vandaag, keek de industrie voor lichte vliegtuigen geïnteresseerd toe. Al enige tijd zijn sommige vliegtuigfabrikanten er mee in de weer. En nu nagelt de vliegende diesel definitief richting volwassenheid: vliegtuigbouwer Cessna lepelt een zelfontbrander in z'n evergreen; de 172 Skyhawk, al decennialang de VW Golf van het luchtruim. De oude boxer onder de vliegtuigmotorkap ruimt het veld ten faveure van een tweeliter viercilinder met Mercedes-genen die door een Oostenrijks bedrijf vliegklaar is gemaakt. Goed nieuws voor de Cessna-vlieger is ook dat hij niet langer Avgas hoeft te tanken, de vliegtuigbenzine die in Nederland zelfs meer kost dan euro 95. Ook hoeft er geen dieselolie naar de vliegvelden en luchthavens gezeuld te worden, je tankt in de zuinige Cessna 172 TD met aan de vliegerij aangepaste dieselmotor bij dezelfde pomp als 747 en F-16. Kerosine (Jet A1) dus. Cessna claimt voor de 172 met het 155 pk torretje onder de kap een (legale!) top van zo'n 220 km/h. En natuurlijk reis je met dit turbodieseltje op kerosine fileloos en in een rechte lijn naar je bestemming. Je zou er serieus van in de verleiding kunnen komen om je rijbewijs B aan te vullen met een vliegbrevet.