Toontje lager
Ik begrijp dat het slecht gaat met de wereld en ik begrijp dat dat erg is, maar ik word zo langzamerhand hysterisch van de crisishype.
Ik krijg wat van die beurzen, ik krijg wat van de geldhandel, ik krijg wat van de graaicultuur die van het leven één verschrikkelijke rat race heeft gemaakt omdat voor elke scheet de hoofdprijs wordt gevraagd, ik krijg wat van paniekzaaiende krantenkoppen in het genre Wall Street Zinkt of Zwarte Maandag – al kunnen media het ook niet helpen dat elke krantenregel olie op het vuur is. Ik krijg er wat van, omdat de windhandel in geld zich slecht verdraagt met mijn wereldbeeld, dat heel eenvoudig is. Geld is een betaalmiddel. Je koopt er auto's, huizen, een zak aardappels of een jas voor. Om dat geld te verdienen schrijf je stukjes in de krant, giet je lood, breng je schoolkinderen Frans of Engels bij, vis je de Noordzee leeg of verdedig je Willem Holleeder. Wat je overhoudt gaat op de bank. Zo simpel zou het moeten zijn, zo simpel bleek het allemaal dus niet te liggen. Mensen speculeren. Met jouw geld. Want het zijn gokkers.
Terug naar de orde van de dag. Als het maar half zo erg is als het IMF, Nout Wellink en de kranten zeggen gaan we zware tijden tegemoet. De autobranche krijgt al de volle laag. Produktielijnen worden stilgelegd, in de geteisterde VS wordt haast geen auto meer verkocht. Al komen wij er volgens de prognose van het IMF genadig af, ook de Nederlandse automobilist zal qua vervoer wellicht een toontje lager moeten leren zingen, hoewel de lease-Mercedessen en BMW's van wegbezuinigd management straks tegen dumpprijzen worden verpatst aan alle overlevers die er dan nog pap van lusten. De BMW-leaser gaat op rantsoen en krijgt een Golf. De Golf-inkoper wordt vernederd met een Clio dCi. Het hele kabinet rijdt straks Superb. De enige vraag die ik in deze barre tijden kan beantwoorden is of dat erg is.
De branche is te goed geworden. De beurskrach gaat ons keihard met de neus op die feiten drukken, en als we eindelijk het licht zien is het afgelopen met de grote suvs, de mega-mpv's en de executive-sedans van tachtig mille en hoger. Voor de fullsize cowboy-pickups uit het westerntijdperk is het in de VS inmiddels einde oefening. Wij gaan iets vergelijkbaars meemaken, gok ik. De nieuwe BMW 7-serie zal de laatste zijn, een nieuwe Jaguar XJ zal er niet eens meer komen. Straks roept de hele wereld: small is beautiful.
Ik spreek uit ervaring. In mijn voorlaatste blog reed ik een Audi A3 TDI, de allersimpelste, retour Parijs. Op de terugweg gaf ik gas. Met een doorsneetempo van zo'n 140, 150 vloog ik huiswaarts. Ik zat voortreffelijk. Ik luisterde naar muziek, een zacht romantisch strijkkwartet. En geloof het of niet, die brulboei van een diesel is door Audi zo voortreffelijk geïsoleerd dat me geen noot van de muziek ontging. Als iemand me had wijsgemaakt dat ik A8 reed had ik het geloofd. Dat is een groot, maar dodelijk compliment aan Audi.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.