Terugblik: tien jaar AutoWeek
Als je ouder wordt gaat de tijd sneller. Op 2 januari 2018 was het precies tien jaar geleden dat ik voor het eerst als werknemer voet zette op de AutoWeek-redactievloer. Tien jaar in dienst. Een extreem lange tijd die merkwaardig genoeg niet veel langer voelt dan de tijd die ik daarvoor doorbracht bij twee vakbladen voor de Automotive-branche, namelijk drie jaar. Ik had een aantal plannen voor de jubileum-dag, waaronder het schrijven van deze terugblik. Het overlijden van mijn vader op precies die tweede januari 2018 zorgde ervoor dat ik de prioriteiten in het leven op de juiste manier een plaats gaf. Dit weblog kon wel even wachten. Net als de aandacht die ik op de werkvloer aan mijn jubileum had willen geven. Maar de behoefte aan een terugblik bleef. Na tien jaar in dit merkwaardige, oh zo boeiende en onderhoudende beroep durf ik te zeggen dat ik er wel een redelijke kijk op heb gekregen.
Het was juist mijn vader die meer autoliefde had dan ik. Mijn interesse voor auto's werd pas wat aangewakkerd toen ik mijn rijbewijs haalde, daarvoor werd ik in die ondingen toch alleen maar wagenziek. Tijdens mijn studie liep ik tegen een aanbieding aan om op het circuit van Zandvoort leuke dingen te doen met snelle Alfa's. Nadat de naïeve illusie dat ik vast heel goed/snel was door mijn ervaring met racegames binnen 5 minuten rijden met een (echte) coureur in compleet diggelen was gevallen, was de eerste kiem evengoed gezaaid. Ik studeerde in Utrecht, zonder dat ik daarmee enig automotive doel voor ogen had. In het laatste journalistieke studiejaar was een stage bij een landelijk medium een vereiste. AutoWeek en Autovisie stonden op de optielijst. Een zeer enthousiast stageverslag van ene Damiaan Hage (wie...??) was reden genoeg eens te gaan praten. Een even enthousiaste Luc Vranken en Fanny Glazenburg lieten weten dat ze zaten te springen om journalistieke stagiaires (ik kom later terug op het waarom) dus alles was snel beklonken. Dit ondanks het feit dat ik niet bepaald een echte autokenner was. Mijn journalistieke achtergrond bood gelukkig genoeg compensatie en het was een geweldige ervaring. De mensen waren aardig en open en ik werd flink in het diepe gegooid. Interviews, reportages en meteen al twee reizen naar het buitenland. Die stage begin 2004 duurde drie maanden, maar na één week wist ik het al: dit wilde ik gaan doen. En daar ging ik koste wat het kost voor zorgen.
Dat was januari 2004. Ik studeerde af en na enkele freelance klussen bij AutoWeek (waaronder een waanzinnige tocht naar Olympisch Athene met twee duurtesters) kreeg ik eind dat jaar een baan als redacteur bij RAI Langfords, de inmiddels ter ziele uitgever van de vakbladen Bovagkrant en Automotive. Ik kon daar een ervaren redacteur genaamd Frank Jacobs (wie?) opvolgen, die was namelijk net naar AutoWeek vertrokken. Het bleek de ideale manier om de autosector te leren kennen en om journalistieke ervaring op te doen. En eind 2007 was daar de gewilde vacature voor testredacteur en 2 januari 2008… Was Het Gelukt.
En nu tien jaar verder? Was het zo leuk als gedacht? Nee. Het was leuker. Het was fabelachtig en geweldig. Op de laatste dag van vakanties heb ik vaak weer zin om aan het werk te gaan. Op Australië en Antarctica na heb ik alle continenten voor werk bezocht. Ook andere streepjes op de bucketlist bleven komen. Voor het eerste een officiële race rijden was spannend, vooral omdat ik geen idee had hoe ik het er vanaf zou brengen. Maar een derde plek met een tweede rondetijd (toegegeven, in een klein startveld) op Zandvoort in de MAX5-cup voelde als een geweldige overwinning op mijzelf. Ik kon dit echt, en niemand kon meer zeggen van niet. Maar er volgden veel meer hoogtepunten. Na al die virtuele rondjes Nordschleife een high level rijtraining krijgen op de echte baan. Ik reed een 911 R door Duitse bossen en een 911 GT3 op Zandvoort. Met een Vantage over Portimao, een 675 LT over Silverstone en met een X6 M over Circuit of the America's. Ik vlieg het hele jaar van hot naar her (In 2017 stond de teller op 62 vluchten). Ik sprak vanwege mijn werk één op één met interessante mensen als Henrik Fisker, Jan-Kees de Jager, Jan Peter Balkenende, Hans Stück, Tae-Hyun Oh, Sebastian Vettel, Max Verstappen en ook Armin van Buuren, kreeg een schouderklopje van Jeroen Pauw voordat ik in zijn programma zat, en werd meerdere keren gevraagd voor tv- en radio-optredens. Op een maand af precies tien jaar na het einde van mijn stage reed ik met de net onthulde McLaren 650S over Ascari. Het was mijn eerste supercarintroductie en dat was na precies tien jaar een moment op bij stil te staan. En dat andere illustere merk volgde ook: eerst in Nederland met een nieuwe Ferrari op pad, dan voor het eerst naar de introductie van een nieuw model. In je hotelkamer in Italië vind ik een brief: 'Dear Roy, Thank you for joining us for the launch of our 488 Spider'. Thank you…? Dat is niet gewoon 'normaal' voor een baan. Dat is iets wat die Roy van 22 jaar oud tijdens zijn eerste stagedag in 2004 nooit had geloofd. Natuurlijk mopper ik wel eens. Of heb ik wel eens een slechte werkdag. Of denk ik soms nadat ik een saaie mini-MPV voor de 40e keer langs een videocamera rijdt dat het tijd wordt voor ander werk. Maar minstens zo vaak sla ik mijzelf (virtueel) in mijn gezicht om te beseffen hoe geweldig dit beroep is.
Confucius zei: "zoek een baan die je leuk vindt en je hoeft geen dag van je leven te werken." Zo voelt het vaak. Iets voor jou? Geloof of het niet, maar er is in dit vak altijd een tekort aan goede mensen. Voor de vorm noem ik wel even de nadelen, want die zijn er ook. Zo is het niet bepaald een 9-tot-5 baan. Je bent vaak en lang van huis. Weekenden en avonden horen daar bij. En ja, de hotels zijn mooi, net als de warme locaties als het in Nederland koud is. Maar als je een gezin hebt, kan 4-5 keer per maand reizen een behoorlijk offer zijn. En voor een teamsport of andere groepshobby zal je vaak zal moeten afzeggen. Een verjaardag van goede vrienden? Sorry, ben op reis. Ook is het werk niet zo bijster leuk als je kotsend naast een supercar staat omdat je collega die iets te enthousiast bestuurt. Maar ben je jong en lijkt het je wat? Een stage is de manier om jezelf te bewijzen. Een goede werkhouding is de basis. Inzet en passie, daar begint het mee. Maar het is niet genoeg. De ervaring leert dat een journalistieke opleiding de meeste kans op succes biedt, maar een automotive achtergrond is zeker ook een optie. Maar het vak vraagt meer dan alleen leuke auto's rijden of de techniek kunnen uitleggen. Je moet mensen interviewen, reportages maken en een netwerk opbouwen. Enig mediainzicht is een grote plus. Bovendien moet je al je hersenspinsels goed op papier kunnen krijgen. Ik kijk soms vol bewondering naar collega's Willebrands en Jacobs, die een zeer fijne pen hebben. Huisfilosoof en taalvirtuoos Bas van Putten steekt daar nog eens mijlenver bovenuit. Wil je een superbaan en denk je dat je de mix van bovenstaande kwaliteiten bezit? Met een relevante opleiding is een stageplaats krijgen niet heel lastig. Het is allemaal de moeite waard. Mijn eerste tien jaar zijn omgevlogen en ik kijk uit naar de volgende tien. Jullie bedankt voor de vele enthousiaste comments onder mijn verhalen en video's. De eveneens vaak aanwezige kritiek was minstens zo belangrijk; buitenstaanders leggen gemakkelijker de vinger op de zere plek. Zodat ik weet waar ik aan moet werken. Via social media is het gemakkelijker dan ooit om met jullie in contact te komen en te reageren op vragen en kritiek. Keep it coming! En ja, ik doe mijn best om langzamer te praten, maar ik ben soms wat enthousiast over wat ik doe. Hopelijk snappen jullie een beetje waarom!
Proost!

Roy Kleijwegt
Autojournalist
Roy Kleijwegt (1981) heeft Journalistiek gestudeerd en liep in 2004 bij AutoWeek stage. Hij werkte daarna een aantal jaar bij het vakblad Automotive maar keerde hij in 2008 terug bij AutoWeek als testredacteur en politiek expert. Hij houdt van supercars en lichte sportwagens, van moderne auto's met coole gadgets en de mensen achter bijzondere automerken. Waar velen de opkomst van EV’s zien als een ramp, vindt Roy de transitie bijzonder interessant. Evengoed zijn zijn favoriete auto’s hoogtoerig en atmosferisch: hij moest een traan laten tijden het testen van een Ferrari 812 Superfast. Roy heeft weinig met klassiekers, hoewel de liefde voor youngtimers groeit nu hij ouder wordt. Hij reed in zijn vrije tijd op z'n Kosmic Rotax kart maar die is door tijdgebrek verkocht. In zijn vrije tijd geniet hij van sporten, poker en zijn gezin. Roy heeft veel interesse in BPM-wetgeving en andere politieke zaken en probeert op dat vlak de mopperende Nederlander uit te leggen hoe dingen werken. Voor zijn eigen deur staat een Tesla Model 3.