Red Mr Ed

Paarden interesseren de gemiddelde Nederlandse autoliefhebber alleen in de meervoudsvorm. Minstens 200 moeten het er zijn, en als het goed is blijven ze allemaal onder de motorkap; opgeruimd staat netjes.

Die desinteresse is de hippische gemeenschap een doorn in het oog.

Vandaar dat de Koninklijke Nederlandse Hippische Federatie via de site www.paardopdeweg.nl strijdvaardig aan een stukje bewustwording werkt. Onder de strijdleus 'Weet wat je doet als je een paard ontmoet' voert de KNHF campagne voor een paardvriendelijker rijgedrag van automobilisten. Over het waarom geef ik de Federatie graag het woord: "Ruim 400.000 mensen, waaronder veel jongeren en kinderen, zitten regelmatig te paard of rijden met een koets. Meestal rijden ze in een manege, maar zo nu en dan rijden ze ook over de openbare weg. Vaak om naar een nabij gelegen natuurgebied te rijden. Dat zijn de momenten waarop de kans op ongelukken in het verkeer het grootst is. Een paard of een pony is namelijk geen auto. Ze hebben geen gas- en rempedaal, maar zijn levende wezens met een eigen wil, die soms kunnen schrikken. Veel automobilisten en andere weggebruikers staan hier niet bij stil. Bovendien weten ze vaak niet wat ze moeten doen als ze een paard tegen komen in het verkeer. Daarom deze informatie, zodat u voortaan weet wat u doet als u een paard ontmoet."

Een paard geen auto? En een Mustang dan? Waar zijn die knollen opgegroeid? Op Mars?

Eerst dacht ik dat Jiskefet weer uit het graf was opgestaan, maar in Nederland is bijna alles menens waarvan je dacht dat het een 1 april-grap was – Ella Vogelaar, Rita Verdonk, Ad Melkert, de stichting Sire, Sterren op het ijs, De Gouden Kooi. Ooit waren Nederlanders goed in klompen, molens, tulpenbollen, inpolderen, landjepik en oorlogvoering. Nu zijn we voorlichters. Zelfs vlees heeft een voorlichtingsbureau. Vlees!

Wat doet een slimme automobilist als hij een paard ontmoet? Het is natuurlijk wel een prangende vraag. Klontjes geven? Slachten? Zorro bellen? Naar Pippi Langkous brengen? Aan Sinterklaas teruggeven? Mennen? Op de gang zetten? Interviewen?

Niets ervan. Hier wat de ervaringsdeskundigen van de KNHF ervan zeggen:

• Matig uw snelheid: 80 km is veel te snel.

• Houd zeker vijf meter afstand.

• Maak geen onnodig lawaai, zoals hoge toerentallen

of onnodig toeteren.

• Wees extra voorzichtig met een rammelende lading

of klapperend zeildoek.

• Rem niet ineens, knipper niet met de lichten

en passeer niet rakelings of in een bocht.

• Passeer rustig en extra ruim.

• Houd rekening met de lage snelheid van ruiter of koets.

• Laat een groep ruiters bij elkaar blijven. Paarden zijn kudde-

dieren en zullen proberen de andere paarden te volgen.

Ik hoor er van op. In het stuk Zaanstreek waar ik naar mijn smaak te vaak een paard ontmoet kan alles. Behalve tachtig rijden, afstand houden, ruim passeren of ruiters uiteendrijven – die weten er namelijk van geen wijken. Dankzij het paard hoeft Spee op onze Kalverringdijk nooit meer flitspalen te plaatsen; harder dan stapvoets gaat daar in de weekends echt niet, als de Yes-meisjes het asfalt overnemen. Als iemand daar last heeft, is het de automobilist en niet het paard; dat is er heer en meester.

En dat is kras. Wat doet een paard op de weg? Naar een natuurgebied trappelen? Daar zijn toch trailers voor? Een paard hoort in het bos of op het strand of op mijn bord. Als we zo beginnen, beste Federatie, houdt het nooit meer op. Dan krijgen we binnenkort ook de boerenbonden over ons heen. Weet wat je doet, als je een koe ontmoet. Weet wat je doet, als je een schaap ontmoet. Die wil je in agrarische regionen ook nog wel eens tegenkomen, en een knappe jongen die zich alleen op boerenslimheid uit zo'n confrontatie redt!

Lezersreacties (17)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.