Overaanbod
De Nederlandse automarkt kampt met een hysterisch overaanbod. Anders kun je niet concluderen uit de lijst met nieuwprijzen die Autoweek wekelijks publiceert. Ik tref daar van vijftig merken 313 modellen aan in letterlijk vele honderden varianten. Benzines, diesels, hybrides, elektrovoertuigen; cabriolets, supercars, crossovers, lifestyle-stations.
Daarvan gaan er uiteraard maar tien in een verkoop-toptien. Die kennen we: dwergen, veertienprocenters, Golf en Focus. De rest wordt op een paar witte raven na elke dag een beetje marginaler. De verkopen in mei noteerden min 37% – het is meer dan gruwelijk.
Waarom zijn er dan in godsnaam zoveel auto's? Waarom hebben we Mini's in 47 varianten? Waarom kan ik de tweeliter diesel van een Audi A4 bestellen met 120, 136, 150, 163 en 177 pk? Waarom zijn configurator-programma's ware labyrinten?
Het verhaal achter die perverse diversiteit is simpel. Het aanbod weerspiegelt de onverzadigbare markt van vóór 2008. Het is weliswaar al vijf jaar crisis, de branche is een supertanker waarvan je het roer niet even omgooit. Het A4-dieselpalet danken we natuurlijk mede aan de fiscus, maar hoofdverantwoordelijk zijn een industrie die zag hoe je behoeften kon creëren en een publiek dat massaal hapte. Daarom zijn er een Audi Q3 en Q5, een Fiat 500, een Range Rover Evoque, een Porsche Panamera, een Opel Adam en een Volvo V40. Die auto's zijn verlate producten van de welvaartsgolf waarin je marktaandeel kon winnen door de kleinste gaatjes in je gamma's af te dichten. In geen geval mocht je nee verkopen.
Die trein reed gewoon door, soms zeer voortvarend. Maar een kopschuw geworden consument scheidt steeds kritischer de bokken van de schapen. Lifestylemodellen zijn alleen succesvol als ze op usp's maximaal plussen. Dat zijn design en bijtelling, liefst beide. De Opel Adam scoort in Nederland onder verwachting, Mercedes CLA en Volvo V40 worden hits; het verschil is de X-factor. In het kwijnende topsegment scoort een Panamera op zijn bloedgeile eenmaligheid en als plugin op bijtelling; een Tesla Model S – daar lusten we wel pap van. Maar verder sterft de topklasse in Nederland een stille dood. Eén etage lager, in de hoge middenklasse, zal op termijn precies hetzelfde gebeuren.
Van de pretauto's blijven alleen de coolste en de boekhoudkundig nog verdedigbare exemplaren over. Van de overige auto's zal het aanbod drastisch indikken. De klant heeft wel iets anders aan zijn hoofd dan verchroomde spiegels en een alcantara dakhemel, of twintig pk meer of minder. Als de rook boven het slagveld is opgetrokken, Joost weet wanneer, ziet die prijslijst in dit blad er totaal anders uit. Ik schat dat hij een heel stuk korter wordt.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.