Max, held.
Heel twitterend Nederland riep Max Verstappen gisteren tot held uit. Daar moest ik even over nadenken. Ik worstelde met de filosofische kant van de vraag. Een held was in mijn voorstelling van zaken iemand die bereid was zijn leven op te offeren voor een ander, of op straffe des doods voor een groot vrijheidsideaal. Max haalt geen kind uit een kolkende zee, hij gaat niet op het Plein van de Hemelse Vrede voor een tank staan.
Hij neemt wel grote risico's, of liever gezegd: hij leeft tot de uiterste grens waar je als coureur niet overheen moet gaan, omdat daarachter de dood ligt of, misschien nog erger, de crash die je getekend voor het leven overleeft. Maar mag je dat heldhaftig noemen? Max doet het voor zichzelf. Het voor mijn opvatting van heldendom vereiste element van onbaatzuchtigheid ontbreekt. Hoe heroïsch, kortom, was zijn schitterende race van gisteren?
Ik hoor grijze coureurs zeggen dat de racerij vroeger veel linker was. Daarmee bedoelen ze dat ze zelf de echte helden waren. De Formule 1 van tegenwoordig zou in vergelijking met de bloedbaden van toen een sport voor watjes zijn.
Bij gebrek aan Formule 1-ervaring kan ik de verschillen moeilijk inschatten. Laten we aannemen dat er een kern van waarheid in het standpunt schuilt. Weg-Porsches en -Ferrari's zijn, dat weet ik dan weer wel, ook stukken veiliger geworden. Die sigaar van Max is vast veel beheersbaarder dan de rijdende bom waarmee Lauda crashte. Maar nog steeds gaat het hard, genadeloos hard.
Ik heb er op bescheiden schaal iets van meegekregen. In de tijd dat ik samen met co-presentator Kamphues een tv-programma maakte, mocht ik wel eens een rondje mee op de circuits waar Rob als zwaar getalenteerde laatbloeier mocht meedoen met de echte jongens. Ik deed het net niet in m'n broek. Ik kan nog zo nuffig roepen dat ik geen talent heb of de zin van dat gescheur niet inzie, de bottom line is dat ik simpelweg niet durf. Ik ben een watje.
En nu wordt een knaap van zeventien tegen de snelste jongens van de wereld zevende in een arena waar het nog twee keer zo hard gaat als in die toen voor mij al nauwelijks te bevatten Seat Eurocup van kale Robbie. Het is scary. "Een coureur die roept dat hij niet bang is, vertrouw ik voor geen cent", hoorde ik de zoon van Arie Luyendijk eens zeggen. Goed punt, dat de kern der dingen raakt. Het is wat om je eigen schijterige angst opzij te durven zetten voor een grote daad. Dat heet zelfoverwinning. En ja, dan ben je een held. Ik neem mijn hoed diep voor je af, Max. (Bas van Putten)

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.