Het perfecte wisselgeld
Het is niet zonder reden dat de Nederlandse verkiezingen in het buitenland soms voor verwarring zorgen. Niet alleen zorgt ons parlementaire stelsel met een kiesdrempel van één zetel voor veel versnippering, het zorgt er bovendien voor dat je zelfs ná de verkiezingen nog niet weet waar je aan toe bent. Want ondanks alle mooie beloftes vóór de verkiezingen, zullen alle partijen offers moeten brengen als ze willen meeregeren. En aangezien er na onze verkiezingsuitslag minimaal vier partijen nodig zijn om een meerderheid te vormen, is het voor de automobilist afwachten. Toch is de uitgangspositie goed. Hoe clichématig het ook klinkt, als je de verkiezingsprogramma's erbij pakt, willen linkse partijen meestal meer belastingen op de auto en minder wegen, en is dat bij rechtse partijen precies omgekeerd. Het feit dat het linkerdeel van het parlement gedecimeerd is, is daarmee relatief goed nieuws voor hen die dagelijks veel onderweg zijn. Daar staat tegenover dat GroenLinks zijn grootste zege ooit heeft gehaald en er is geen enkele partij die het door de jaren heen slechter voorgehad heeft met de automobilist dan GroenLinks. Aangezien één van de geopperde mogelijkheden een coalitie is, waarbij de basis van CDA, D66 en VVD wordt aangevuld met GroenLinks, is het te vroeg om te juichen. Rechtse partijen zien de automobilist niet alleen al jaren als melkkoe, maar ook als dankbaar lijdend voorwerp om tijdens coalitieonderhandelingen uit handen te geven. De auto is het perfecte wisselgeld om met links wat gedaan te krijgen. Onder het motto 'goed voor het milieu' is de auto altijd een dankbaar object om geld op te halen. Geld dat vaak hard nodig is om andere plannen te financieren. Mochten deze vier partijen eruit komen, dan is de kans levensgroot dat er een vorm van kilometerheffing in het regeerakkoord zal staan. D66 en GroenLinks zijn vóór (D66 op een manier waarbij bpm en mrb geschrapt worden, GroenLinks op een 'spek de kas'-manier) CDA weifelt wat en VVD is tegen. Hier rolt dan als compromis een budgetneutrale vorm uit, waarbij de vaste autobelastingen verdwijnen. Dit is een systeem waarbij kopers van een nieuwe auto veel meer profiteren dan iemand die zich slechts een occasion van vijf tot tien jaar oud kan/wil permitteren. Die laatste heeft er immers weinig aan dat nieuwe auto's goedkoper worden. Maar niet alleen is dit politiek gezien iets waar bovenstaande ¬partijen het wel over eens worden, er is ook een zeer breed verband van belangengroepen die smeken om een kilometerheffing in plaats van vaste autobelastingen. De transportsector, de autosector en milieupartijen hebben elkaar gevonden in deze oproep, en ze weten allemaal hoe ze moeten lobbyen.
Het saillante aan deze oproep is dat de oorspronkelijke autopartij VVD de grootste is geworden en dat de autosector daar niet meteen heel blij mee is. En dat terwijl de VVD jarenlang spreekbuis is geweest van RAI Vereniging en in mindere mate Bovag. Maar Bovag en RAI zijn heel dicht bij het afschaffen van de bpm. Dat kan in praktijk alleen als er een vorm van kilometerbeprijzing komt en daar is de VVD tegen. Dus krabt de Nederlandse autosector zich achter de oren. Hoe nu verder?
Het wordt nog interessanter als de coalitie met GroenLinks niet mogelijk blijkt. Dit is een zeer reële situatie als je kijkt hoever CDA en VVD af staan van GroenLinks. In dat geval wordt er waarschijnlijk aangeklopt bij de kleine christelijke partijen. De ChristenUnie is voorstander van zowel een spitstarief als milieuzones. Dat laatste om voor 'CO2-reductie in stedelijk gebied' (sic!) te zorgen, dus een basislesje scheikunde zou goed zijn voor de CU. Evengoed zijn dit niet bepaald de kroonjuwelen van die partij. In dat geval wordt het dus vooral de vraag hoe vatbaar men is voor de sterke lobby van buiten. En dat weten we pas als er een regeerakkoord is.
Deze column verscheen eerder in AutoWeek nummer 12

Roy Kleijwegt
Autojournalist
Roy Kleijwegt (1981) heeft Journalistiek gestudeerd en liep in 2004 bij AutoWeek stage. Hij werkte daarna een aantal jaar bij het vakblad Automotive maar keerde hij in 2008 terug bij AutoWeek als testredacteur en politiek expert. Hij houdt van supercars en lichte sportwagens, van moderne auto's met coole gadgets en de mensen achter bijzondere automerken. Waar velen de opkomst van EV’s zien als een ramp, vindt Roy de transitie bijzonder interessant. Evengoed zijn zijn favoriete auto’s hoogtoerig en atmosferisch: hij moest een traan laten tijden het testen van een Ferrari 812 Superfast. Roy heeft weinig met klassiekers, hoewel de liefde voor youngtimers groeit nu hij ouder wordt. Hij reed in zijn vrije tijd op z'n Kosmic Rotax kart maar die is door tijdgebrek verkocht. In zijn vrije tijd geniet hij van sporten, poker en zijn gezin. Roy heeft veel interesse in BPM-wetgeving en andere politieke zaken en probeert op dat vlak de mopperende Nederlander uit te leggen hoe dingen werken. Voor zijn eigen deur staat een Tesla Model 3.