Het betuttelmannetje
Elke dag als ik mijn straat in- en uitrij, kom ik 'm tegen. Het betuttelmannetje dat met zijn oranje vlaggetje mij er nog eens op wijst dat ik niet te hard door mijn straat mag rijden. We wonen immers in een kinderrijke buurt.
Wat doet dat mannetje daar? Iedereen in onze woonwijk weet van de vele kinderen en als je je daar nog niet bewust van bent, remmen de verkeerdrempels je wel af. Toch is er een buurtbewoner geweest, die niet zo veel vertrouwen heeft in de mensen uit zijn omgeving en de wegbeheerder. Hij is naar betuttelmannetje.nl gegaan en heeft zich voor 45 euro zo'n ventje aangeschaft en zich ook nog voor 7,50 een oranje vlaggetje in zijn maag laten splitsen. Dat vlaggetje zit trouwens stevig aan het mannetje geducttapet. Ik heb het al verschillende keren uit zijn fikken proberen te rijden, maar het lukt niet.
De ondernemer die deze mannetjes verkoopt, is natuurlijk hartstikke slim. Hij speelt in op het feit dat ouders per definitie overbeschermend zijn ten opzichte van hun kinderen en dat het in de volksaard van de Nederlanders zit om overal een opgeheven vingertje over te heffen. Helaas hebben overdreven regelgeving en dit soort betutteling op mij een tegengestelde werking. Inmiddels rij ik een stukje over de stoep langs het mannetje omdat ik me ten doel heb gesteld het vlaggetje los te rijden en ga ik telkens harder over de drempel waarop de hardplastic sukkelaar staat. Vanaf het moment dat -ie opdook, haatte ik hem.
Natuurlijk heb ik het mannetje al aan een nadere inspectie onderworpen. Hij zit vast met een fietsketting aan een lantaarnpaal. Ik heb al overwogen om de milieupolitie te bellen, je hoort immers je lelijke rotzooi niet in de openbare ruimte te stallen. Net als bij een fietswrak er een sticker opplakken en dat -ie binnen twee dagen verwijderd moet zijn en onze gele vriend is verleden tijd.
Toch denk ik dat er iets creatievers te verzinnen is. Ik broed op een goede practical joke om van die fluorescerend gele klootzak af te komen...

Nic De Boer
Autojournalist
Al van jongs af aan ben ik autogek en verslind ik autoblaadjes. Ik wist dus ook al vroeg wat ik wilde worden: het werken bij een titel als AutoWeek lag voor de hand. Mijn eerste klus bij AutoWeek was het bemensen van de nieuwsdesk. Saillant detail: het allereerste bericht dat ik ooit schreef, was de aankondiging van de prijzen van de CityRover – een auto die achteraf nooit is gekomen. Toch was het helemaal in mijn straatje want ik heb een voorkeur voor auto’s die buiten het normale vallen en een bijzonder verhaal hebben. Sinds enige jaren ben ik occasionredacteur en werp ik mijn op als Beschermheer van de Roestplek. Moderne auto’s vind ik weldegelijk interessant maar een auto die al een tijdje ‘geleefd’ heeft, zegt me een stuk meer. Mijn eerste auto was een Citroën ID19B uit 1969. De nieuwste auto die ik ooit kocht, is uit 2002 en de kans is maar heel klein dat ik ooit een auto van later datum aanschaf.