Gedachten over Seat
Hoe vergiste ik me toen ik dacht dat de Alhambra in zijn soort de laatste Mohikaan was. Badge engineering is bij Seat terug van weggeweest. De Exeo is een tweedehands A4 die in Spanje wordt gepimpt tot een eerstehands Seat. Het is een ironische speling van het lot dat in het land van de Goedheiligman een fabrikant voor Sinterklaas speelt door een gewezen Audi-middenklasser aan te bieden voor de prijs van een Golf. Al spat het Seat-dna volgens het merk van kop en kont, dit blijft recycling in zijn puurste vorm. Deze Seat is berekend, niet getekend. Voor een habbekrats een nieuw model, de boekhouders kunnen tevreden zijn. En over dna gesproken: het Spaanse merk is terug bij af. De nieuwe Fiat 124 is een Audi.
Het is een stap waarvan de Seat-klant niet wakker hoeft te liggen. Dankzij de platformstrategie van het VAG-concern was elke Seat toch al een verkapte Duitser. Mij zou het worst zijn. Hoe goed oude wijn in nieuwe zakken nog kan smaken weet ik als ex-bestuurder van een Tsjechische Passat-dubbelganger als geen ander. De techniek van de vorige A4 is bovendien zo actueel dat je de auto graag een tweede leven gunt, desnoods als Lada.
Toch ben ik benieuwd hoe de Exeo het gaat doen. Ik heb mijn twijfels omdat, anders dan mijn Superb, de Exeo me een imagogevoelige auto lijkt. De sportieve zakelijke rijder die Seat op het oog heeft, stelt andere prioriteiten dan ik toen ik mijn Skoda kocht. Ik kan me voorstellen dat hij uit prestige-overwegingen voor hetzelfde geld toch liever in een Golf TSI stapt. Hij bestaat, de man voor wie Rang pas Rang is als er Rang op staat. Als hij A4 rijdt, dan een echte. Of is de Exeo-doelgroep pragmatisch genoeg om de schouders op te halen over het huismerkgevoel? Zeg het maar.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.