De youngtimer en de fiscus
De enorme verkoopboost van elektroauto’s afgelopen jaar beheerste het nieuws, maar een andere ontwikkeling is minstens zo nieuwswaardig!
In totaal werden er in 2019 meer dan 50.000 EV’s op kenteken gezet, ruim 13 procent van het totaal aantal nieuw verkochte auto’s. Dat is een forse stijging ten opzichte van 2018, maar het is goed om te benadrukken dat ruim 86 procent dus nog steeds benzine, diesel en wellicht een klein beetje aardgas, lpg of waterstof lust. Kijken we naar het totale Nederlandse wagenpark, dan is het beeld helemaal eenzijdig. Alle EV’s samen zijn nu goed voor 1,15 procent van het wagenpark. En dat kostte tien(!) jaar. In 2009 kwam de Tesla Roadster, in 2010 de eerste Nissan Leaf. Dus het beeld dat half Nederland inmiddels elektrisch rijdt, is nogal overtrokken. Wel is het zo dat het zakelijke verkeer sneller op elektrische aandrijving overschakelt. Dat beinvloedt de beeldvorming enigszins. Zakelijke auto’s leggen de meeste kilometers af en en die zie je dus het vaakst op de weg. De toename van het aantal nieuwe elektrische auto’s op de weg vlakt dit jaar vermoedelijk wel iets af, maar de EV-verkoop stijgt nog wel even door. Nog altijd is er fors fiscaal voordeel en het aanbod wordt groter en betaalbaarder met modellen als de Volkswagen ID.3, de Opel Corsa-e en de Peugeot e-208.
Er is echter een andere ontwikkeling die veel harder gaat: de veroudering van het Nederlandse wagenpark. Inmiddels is maar liefst 23 procent van de auto’s in Nederland (2 miljoen stuks) al ouder dan vijftien jaar. Dat was tien jaar geleden nog 12 procent. Voor zaken als milieu en veiligheid is dit geen goede ontwikkeling: nieuwe auto’s zijn in beginsel altijd zuiniger, schoner en veiliger dan modellen van 15 jaar oud. Zeker als we kijken naar zaken als fijnstof en NOx (erg belangrijk in deze stikstofcrisistijden) scheelt dat echt een slok op een borrel. Na Dieselgate zijn de homologatiecontroles op nieuwe dieselauto’s zeer streng en wordt de Real Driving Emissions of RDE gebruikt om te meten wat de auto daadwerkelijk uitstoot aan onder meer NOx.
In de praktijk zitten nieuwe diesels nu ver onder de huidige, zeer strenge, norm. Bij benzineauto’s is de uitstoot van vervuilende stoffen lager, maar ook hier is het verschil tussen youngtimers en ‘nieuw’ vrij fors. Omdat iedereen van de overheid aan de stekker moet, zijn nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor inmiddels echter bizar duur. De overgang naar de WLTP-cyclus doet hier nog een extra duit in het zakje en bij nieuwe (en dus extreem schone en zuinige) diesels zijn de gevolgen van de WLTP desastreus. Zo kost een BMW 116d met 116 pk en wat leuke opties al meer dan € 52.000. Niet zo raar dat veel mensen liever een leuke occasion zoeken, zeker omdat auto’s van begin deze eeuw al vrij moderne en luxe voertuigen zijn, die lang meegaan en zodoende niet per se heel duur zijn in onderhoud. Voor zakelijke rijders is er nog een extra voordeel: voor auto’s van 15 jaar en ouder hoef je geen 22 procent bijtelling meer te rekenen over de nieuwprijs, maar 35 procent over de dagwaarde. Zo kost een mooie BMW 520i uit 2004 met 150.000 km op de teller € 9.500, dat is € 108 netto bijtelling per maand. Je betaalt evenveel voor een nieuwe Hyundai i10 van € 15.000. Niet zo gek dus dat de youngtimer een hoge vlucht neemt. Aan de occasionprijzen is dat al af te lezen. Een model van 15 jaar oud is vaak duurder dan een vergelijkbare auto van 13 of 14 jaar: vraag en aanbod. Veel mensen vrezen dat de overheid vanwege dit succes binnenkort het mes in die bijtellingregel zal zetten. Dit zou (hoewel niet ondenkbaar) extreem onterecht zijn. De youngtimerregeling is anders dan bij EV’s namelijk geen subsidie of stimuleringsmaatregel die je stopt bij te veel succes, maar een eerlijke fiscale behandeling op basis van het genoten privévoordeel dat moet worden belast.
Omdat je een veel ouder en goedkoper voertuig rijdt, is je voordeel immers minder groot dan wanneer je een nieuwe auto zou besturen. Al rijdt héél zakelijk Nederland alléén nog maar youngtimers, dan is dat hun goed recht. Wil de overheid het wagenpark snel verjongen, dan moeten er twee dingen gebeuren: de bpm moet omlaag en de fiscale bijtelling voor zakelijke rijders moet naar beneden. Den Haag kennende is het helaas reëler dat de youngtimerregeling wordt aangepakt. We wachten in spanning af …
Deze column verscheen eerder in AutoWeek nummer 4

Roy Kleijwegt
Autojournalist
Roy Kleijwegt (1981) heeft Journalistiek gestudeerd en liep in 2004 bij AutoWeek stage. Hij werkte daarna een aantal jaar bij het vakblad Automotive maar keerde hij in 2008 terug bij AutoWeek als testredacteur en politiek expert. Hij houdt van supercars en lichte sportwagens, van moderne auto's met coole gadgets en de mensen achter bijzondere automerken. Waar velen de opkomst van EV’s zien als een ramp, vindt Roy de transitie bijzonder interessant. Evengoed zijn zijn favoriete auto’s hoogtoerig en atmosferisch: hij moest een traan laten tijden het testen van een Ferrari 812 Superfast. Roy heeft weinig met klassiekers, hoewel de liefde voor youngtimers groeit nu hij ouder wordt. Hij reed in zijn vrije tijd op z'n Kosmic Rotax kart maar die is door tijdgebrek verkocht. In zijn vrije tijd geniet hij van sporten, poker en zijn gezin. Roy heeft veel interesse in BPM-wetgeving en andere politieke zaken en probeert op dat vlak de mopperende Nederlander uit te leggen hoe dingen werken. Voor zijn eigen deur staat een Tesla Model 3.