De laatste visionaire constructeur is niet meer
Zonder hem was er geen A2
Ferdinand Piëch moet een hork van een vent zijn geweest. Ook competente mensen hebben diep geleden onder zijn ijskoude veeleisendheid. Maar zonder hem had de A2 niet op mijn erf gestaan. Daarom ben ik in de rouw over zijn dood. Met hem is de laatste visionaire constructeur onder de grote autobazen van de afgelopen eeuw gesneuveld.
Iedere liefhebber weet met welke grote daden de kleinzoon van Ferdinand Porsche zich verzekerde van zijn plaats in de twintigste-eeuwse autogeschiedenis. Zijn geesteskinderen staan in positieve en soms negatieve zin voor altijd op de kaart. De grandioze Porsche 917 in zijn tijd bij Porsche, waar hij door zijn hooghartige familie als ‘Nicht-Namensträger’ niet voor vol werd aangezien. De Quattro-techniek en de vijfcilinders bij Audi. De Phaeton en de Bugatti Veyron uit de tijd waarin hij met harde hand en zeer succesvol Volkswagen leidde, ondanks kapitale missers als de Pheaton - en de arme kleine Audi die ik koester als een monument van technisch kunnen.
Ik was in de wolken met het vorig jaar verschenen standaardwerk Audi A2 - Meilenstein und Kultobjekt, waarin de Duitse journalist en A2-fan Dirk-Michael Conradt de ontstaansgeschiedenis van de A2 levendig en uitputtend gedocumenteerd uit de doeken doet. Die begint in 1990 op een Weens motorencongres met Piëchs belofte dat zijn concern voor het einde van de eeuw ‘een volwaardige drieliterauto’ op de markt zal brengen. Die als goed voornemen vermomde harde eis aan zijn techneuten wordt de aftrap voor het slepende project dat uiteindelijk vrucht zal dragen in de VW Lupo 3L en de A2 1.2 TDI. Het is een onmogelijke opdracht, die het uiterste zal vragen van de gewichtbespaarders en de aerodynamicaspecialisten. Maar de baas heeft gesproken, en hij zit er bovenop. De eerste schetsen voor een extreem laag, aerodynamisch ontwerp wijst hij in 1991 meteen af. Onder geen beding mag het autootje een rariteit worden. Hij wil een volwaardige kleine gezinswagen met vier deuren en acceptabele prestaties, ABS en ESP. Gelukkig heeft Audi intussen enige ervaring met aluminium lichtbouw opgedaan. Onze benzine-A2 is in het licht van die geschiedenis natuurlijk een puur pragmatisch compromis, maar hoe je het ook wendt of keert; die Drieliterauto is er gekomen. De A2 1.2 TDI heeft vijf deuren, weegt kaal 835 kilo, loopt dankzij een Cw-waarde van 0,25 met 61 pk toch bijna 170, en haalt makkelijk 1 op 30. Standaard, zonder airco, moet hij in 2001 al omgerekend meer dan 18.000 euro kosten. Daar voelen tegen alle verwachtingen weinig spaarders voor. Piëch gaat verschrikkelijk nat. De te dure, voor veel klanten onappetijtelijke A2 houdt het nog geen vijf jaar vol. De 1.2 TDI zal maar 6.555 kopers vinden.
Maar bij elke rit met onze kleine zwarte Audi denk ik: wat een lief, slim autootje ben jij. Elke keer ervaar ik vergenoegd hoe intelligent hij is gebouwd, hoe ingenieurs van Audi met Piëchs dodelijke adem in de nek dat voor zijn maten onwaarschijnlijk ruime voertuigje creëerden. Ik rijd een Audi die ontstond vanuit een zinvol en tot in detail geïmplementeerd idee. Van hoeveel moderne auto’s laat zich dat zeggen?
Piëchs moordende ambitie heeft ons in Drenthe veel geluk gebracht. En al betwijfel ik of de kleine menselijke vreugden van zijn klanten door Piëchs pantser drongen, daarvoor zullen we de kille dictator altijd dankbaar blijven.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.