De verboden vrucht

Porsche Cayenne

In de Porsche Cayenne de verrassende ontdekking dat je toch een kind van je milieu blijft. Dat gevoel: zo duur, zo vol, is het niet van de gekke allemaal? Een auto voor het geld van een rijtjeshuis of bungalow zou bij ons thuis als toppunt van verkwisting zijn beschouwd. Het was vervoer, meer niet.

Mijn ouders begonnen met een stokoude Kever. Na een lange autoloze periode volgden twee nieuwe Eenden. Na weer een tijd niks vertakte de schrale autostamboom zich via een Citroën Axel, een AX en een Saxo naar de decadente uitsmijter, een Peugeot 307 SW. Die kwam er op instigatie van mijn moeder vanwege de kleinkinderen, anders hadden ze nooit zo'n wufte station met climate control en panoramadak overwogen.

Mijn ouders vonden auto's onbelangrijk. Ze ontleenden er geen status aan en automobilisten die dat wel deden vonden ze platte materialisten. Ik heb daar lang weinig begrip voor kunnen opbrengen. In hun Eendentijd vroeg ik me wanhopig af waarom ze geen normale viercilinder met rolgordels kochten, in de 307-fase waarom ze niet meteen een grote Volvo hadden aangedurfd.

Nu, in 2018, is mijn moeder veertien jaar dood en rijdt mijn vader een bescheiden Peugeot, een 206+; 'wat heb ik meer nodig?'. En ik verdien mijn geld achter het stuur van auto's die een veelvoud kosten van het laatste huis dat ze samen kochten. Af en toe neem ik mijn vader mee. Zijn eeuwig terugkerende vraag: 'Wat kost dat nou?'

Soms is het 70, een enkele keer meer dan vijf ton. Altijd staat hij paf van de bedragen.

'Mijn god', zegt hij dan, 'en mensen geven dat uit?'

Jazeker ouwe. Bakken pk's en handgenaaide stikseltjes, pret voor tien!

Hij weer: 'Het is prachtig jongen. Maar zoveel geld.' En wat is geld? Zijn vrouw krijgt hij er niet voor terug.

Ik zat iets anders in elkaar, dacht ik. Toch voel ik in de Porsche de innerlijke weerstand die ik niet kan rijmen met de opwinding, want stiekem geniet ik van elke kilometer. Het woordje 'stiekem' verraadt me. Het erft de schroom van mijn ouders. De appel valt toch niet zo heel ver van de boom. Het gevoel krijgt een naam; de verboden vrucht. De Cayenne past niet in mijn wereldbeeld. Mijn Hollandse geweten zegt: een bus met 440 pk voor 173K, waar moet dat heen, wat een ultieme waanzin. En weet je wat? Dat is ook zo. We zijn van god los. Wij testrijders, wij scheuren in een sprookjesbubbel. En zijn het doodgewoon gaan vinden.

Inmiddels staat er, voor een kwart van wat de Porsche kost, een Hyundai i30N voor de deur. Zoals jullie al vernomen hebben, is die eerste echte hot hatch van Hyundai een geweldige auto. Hij is ook minder opzichtig, minder geraffineerd en een stuk praktischer dan de Cayenne, razendsnel maar relatief normaal. Op slag voel ik me minder opgelaten en meer thuis dan in de Porsche. En dat voor vijfenveertig mille, denk ik, zo kan het dus ook. De in fatsoen en soberheid gedrenkte automoraal van mijn ouders was een geloof waaraan ik me nooit zal ontworstelen. Ook wel weer een bevrijdend inzicht, eindelijk.

Lezersreacties (57)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.