De file als chronische ziekte

file

File. En een lange. Zodra we stilstaan tweet ik de frustratie van me af. Ik schrijf: "Stukje rijden... stukje remmen.... stukje rijden... stukje remmen... Een kolossale verspilling van tijd, werkkracht, brandstof, milieu en moreel. En het wordt nooit meer anders. Want niemand is bereid het op te lossen." De file, denk ik, is een chronische maatschappelijke ziekte.

Ik roep bijval en kritiek over me af. Pragmatici, optimisten en doemdenkers sluiten aan in de rij. Rekeningrijden!, roept Gerrit Hiemstra, de aardigste weerman van Nederland. Beter openbaar vervoer, oppert een ander. Dan het onvermijdelijke standje dat het allemaal mijn eigen schuld is, omdat je met een beetje planning zelden vastloopt. Klopt in zoverre dat ik hier niet had hoeven zijn en ik het me als eigen baas kan veroorloven mijn reizen meestal zo te plannen dat ik door kan rijden.

Toch staat een groot deel van mijn medeslachtoffers hier uit bittere noodzaak. Ofwel omdat ze niet kunnen terugvallen op behoorlijk openbaar vervoer; ofwel omdat ze voor of na hun werk kinderen moeten wegbrengen en boodschappen moeten doen; ofwel omdat ze beroepsvervoerders, aannemers of medewerkers buitendienst zijn. Mensen zijn niet zo gek dat ze zich een werkzaam leven lang aan onnodige ellende blootstellen. En ze betalen zich al blauw om überhaupt te kunnen rijden. Je kunt ze dus niet zomaar uit die auto jagen. En als het al zou lukken, dan tegen een maatschappelijk onaanvaardbare prijs.

Beleidsmatig is die uit de klauw gelopen auto-overlast een zevenkoppige hydra. Elke oplossing creëert direct of op termijn een nieuw probleem. Je kunt de auto uit de stad weren door de parkeertarieven te verhogen, zoals de linkse Amsterdamse coalitie doet. Technisch gesproken is het vast een effectieve maatregel; 7,50 per uur is een hoge drempel. Helaas is het ook een discriminerende stap, die heel onlinks maatschappelijke ongelijkheid aanwakkert. Kort door de bocht: de rijken dokken tandenknarsend, de armen worden uit de stad verjaagd.

Je kunt rekeningrijden introduceren, al vele jaren een gevoelig thema in de Nederlandse politiek. Ook dat middel zou de kloof tussen arm en rijk kunnen verdiepen. De hoge inkomens betalen de tol, de lage inkomens worden verdreven naar een overvol en allerminst perfect OV.

Meer asfalt? Niet meer dan een tijdelijke oplossing. De bevolking van dit land zal blijven groeien. In 2040 heeft Nederland volgens de prognoses van het CBS 17,8 miljoen inwoners. Een toename van 800.000 burgers lijkt niet veel, het is wel de totale bevolking van Amsterdam, een enorme mensengolf die waarschijnlijk vooral de Randstad zal belasten en de snelwegen opnieuw zal laten dichtslibben.

Laat maar. Het zal nooit opstaan, het kabinet dat de vingers durft te branden aan een radicale en voor teveel burgers fatale aanpak. Het zou electorale zelfmoord zijn. We zullen dus blijven stilstaan, elk jaar een beetje erger.

Waarom kan ik daar niet tegen? Omdat ik een kind van mijn tijd ben. We zijn de machteloosheid ontwend. We zijn gewend geraakt aan maakbaarheid, een happy end op afroep. De psycholoog sleurt je uit het dal, de dokter geneest je, de overheid regelt het. Maar er zijn processen waarop niemand greep heeft. Een arts schreef in een Volkskrant-column dat patiënten voor de meest futiele kwalen steeds zwaardere pijnbestrijders vragen. Zo zijn we tegenwoordig; lichtgeraakt en steeds kleinzeriger. Om niks gekwetst, geen pijntje meer verdragend. Daardoor lijden we nog harder aan de onbedwingbare ellende van de file. Je zou bijna zeggen: deal with it, uiteindelijk is het allemaal onze eigen stomme schuld. Het is niet waar natuurlijk, maar het scheelt al veel bitterheid als je niet permanent de zwarte piet aan anderen hoeft toe te spelen.

Lezersreacties (49)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.