Dit zijn de voorlopers van de SUV: AMC Eagle, Volkswagen Golf Country en Talbot Rancho
Voorlopers van populairste autotype van nu
Als je een pionier bent, krijg je lang niet altijd de erkenning die je verdient. De SUV-voorlopers AMC Eagle Kammback, Talbot-Matra Rancho en Volkswagen Golf Country zijn daarvan het rijdende bewijs.
Lang voordat Nederlandse autokopers het woord sports utility vehicle konden spellen, hadden Matra, AMC en Volkswagen dit soort modellen al in de showroom staan. Achteraf bezien doen deze pogingen van de drie fabrikanten bijna net zo avontuurlijk aan als het uiterlijk van de drie musketiers die de hoofdrol spelen in dit verhaal. Het feit dat ze hun tijd te ver vooruit waren, is niet de enige overeenkomst tussen deze modellen. Alle drie zijn ze gebaseerd op bestaande modellen die geen serieuze offroad-ambities hadden. Zodoende moesten ze in constructief opzicht water bij de wijn doen. Uiteindelijk schoten ze, vooral in Europa, hun doel voorbij bij de potentiële klantenkring.
AMC Eagle was er al in 1979
De kandidaat van de andere kant van de oceaan verschijnt ten tonele met de kenmerkende Amerikaanse weelderigheid en permanente vierwielaandrijving: ondanks zijn geringe lengte van 4,19 meter oogt de AMC Eagle Kammback toch behoorlijk dik. Ook zonder bull bar ziet hij er het grimmigst uit van alle testdeelnemers; de batterij lampen op het dak maakt behoorlijk indruk. En dan te bedenken dat hij in technisch opzicht feitelijk niets anders is dan een afgeleide van de onschuldige AMC Gremlin in een soort Indiana Jones-uitvoering. De eeuwig krap bij kas zittende American Motors Corporation uit Kenosha, Wisconsin, had met de Eagle in 1979 een heuse wegbereider op de wielen gezet. De combinatie van vierwielaandrijving en personenwagenachtige rijeigenschappen werd tot dan toe alleen geboden door dure exoten als de Jensen FF en vanaf 1980 de eveneens peperdure Audi Quattro. De van de driedeurs hatchback-coupé AMC Spirit afgeleide Kammback was het kleinste model van in totaal vijf vierwielaangedreven Eagle-varianten: naast de hier getoonde driedeurs waren er nog een stationwagon, een sedan, een coupé (SX/4) en zelfs een cabrio met de naam Sundancer.
AMC Eagle boven Subaru in de markt gezet
Qua prijs waren de Eagle-modellen door AMC in de nichehoek gepositioneerd. Het merk had zichzelf een hogere positie toebedeeld dan het alsmaar populairder wordende Japanse 4x4-merk Subaru uit Japan, maar de marketing-experts wilden tegelijkertijd een respectabele afstand tot de modellen van de latere AMC-eigenaar Chrysler behouden. Ten opzichte van zijn Europese concurrenten week de AMC behoorlijk af met zijn even krachtige als dorstige 4,2-liter zescilindermotor. Qua trekkracht en topsnelheid zijn de Golf en Rancho kansloos naast de Amerikaan. De automaat maakt hem bijzonder comfortabel en tegelijkertijd innovatief, want de combinatie met vierwielaandrijving was indertijd in het personenwagensegment uitzonderlijk. Zelfs bij Audi kon vierwielaandrijving pas vanaf 1988 worden gekoppeld aan een automaat. Overigens werd de Kammback ook geleverd met een wat bescheidener 2,5-liter viercilinder van General Motors, maar dat is een beetje alsof je er vrijwillig voor kiest om een aflevering van ‘Dallas’ op een zwart-wittelevisie te bekijken.
Super zeldzaam
De Kammback-uitvoering zou vandaag de dag in ons land wel eens zeldzamer kunnen zijn dan een Mercedes 300SL Gullwing. Zijn naam verwijst overigens naar de Duitser Wunibald Kamm, die in de jaren 30 ontdekte dat een spoilerrand de aerodynamica ten goede kwam. Dankzij de riante uitrusting scoort de driedeurs exoot punten met de kenmerkende Amerikaanse
flair, die het midden houdt tussen luxueus en protserig. De 4,2-liter zescilindermotor met zijn lage compressieverhouding weet te overtuigen met zijn goede loopeigenschappen, maar het
is wel een behoorlijke innemer: de motor met dubbele carburateur jaagt er elke 100 kilometer 16 tot 17 liter benzine doorheen. Zodoende is
het een prijzige grap om de AMC in te zetten voor dagelijks gebruik en het is ook te veel ten opzichte van de prestaties die je ervoor terugkrijgt.
Olielekkage bij het kleppendeksel is een veel voorkomend probleem. Dat kan worden verholpen door het oorspronkelijke kunststof
kleppendeksel te vervangen door een exemplaar dat van aluminium is gemaakt.
Amerikaans sfeer
Vanuit het perspectief van de voorpassagiers stamt de slechts twee jaar lang (1981 en 1982) en 6.123 keer gebouwde Kammback uit een hoger segment dan de Rancho en de Country. Houtlook-panelen en leren bekleding zorgen voor een welhaast luxueuze sfeer. Het rijgedrag is typisch Amerikaans; de carrosserie is behoorlijk in beweging en je krijgt maar weinig feedback via het stuur. Achterin is weinig ruimte voorhanden en de bagageruimte is eveneens aan de kleine kant. Het ruimteaanbod is daarmee van het niveau van een 2+2-zitter. Als je een auto gaat bekijken, is het vooral zaak om de veerpoten, de onderzijde en de dorpels goed te controleren op roest. Ook bij de tank kan de roestduivel hebben toegeslagen. Bij tweedeurs Eagles gaan de deuren in de loop der jaren vaak hangen.
Technische gegevens
Motor 6-cil. in lijn, in lengterichting, via een ketting aangedreven centrale nokkenas, 2 kl./cil., dubbele valstroomcarburateur (Carter)
Cilinderinhoud 4.229 cc
Max. vermogen 87 kW/118 pk bij 3.200 tpm
Max. koppel 285 Nm bij 1.800 tpm
0-100 km/h 14,0 s
Topsnelheid 154 km/h
Transmissie drietraps automaat
Aandrijving permanente vierwielaandrijving met viscokoppeling
Ophanging v/a onafh., dwarsdraagarmen, schroefveren/starre as, bladveren
Remmen v/a schijven/trommels
Verbruik gem. 16-17 l/100 km
Leeggewicht 1.685 kg
Hoe de Rancho te plaatsen!
Toen de Matra-Simca Rancho in 1977 op de Autosalon van Genève aan de wereld werd voorgesteld, hadden zelfs ervaren autojournalisten moeite om hem te labelen. De hoogpotige stationwagon oogde als geen enkele andere auto en kon, mede dankzij zijn futuristische koolstofvezel carrosserie, in geen van de gangbare autocategorieën worden ingedeeld. De Matra-creatie koppelde klassieke stationwagon-genen aan optische details die suggereerden dat je er ook in het terrein mee uit de voeten kon.
Eerste cross-over
Feitelijk was het de eerste cross-over, al had toen nog niemand van die term gehoord. De enorme bumpers, de rondom geplaatste zwarte plastic beschermingsdelen en de extra lampen aan de voorzijde zorgden ervoor dat de 4,33 meter lange Fransoos een opvallende uitstraling had, helemaal als hij was uitgevoerd in het rood en was voorzien van gele stippen. Inderdaad, de auto waarin Bassie en Adriaan rondreden! De kinderhelden zorgden ervoor dat veel Nederlanders de Rancho leerden kennen.
Met alle uiterlijke extravagantie zouden we bijna over het hoofd zien dat de auto over eenvoudige Simca-techniek
beschikt, maar de sloom aanvoelende viercilinder herinnert je tijdens het rijden continu daaraan. De 1,4-liter motoren waarmee de Rancho werd geleverd, waren afkomstig uit de middenklasser 1308. Aangezien de Rancho ook genoegen moest nemen met diens brave voorwielaandrijving was het met de terreinkwaliteiten niet al te best gesteld. Een automatisch sperdifferentieel was voorbehouden aan de in 1980 aan het gamma toegevoegde speciale uitvoering Grand Raid, die was voorzien van allerlei offroad-details, zoals extra lampen voor de A-stijlen. De beoogde vierwielaandrijving haalde nooit het productiestadium.
Talbot-Simca bevond zich zowel voor als na de overname door PSA (Peugeot en Citroën) in zwaar weer. De al toegekende opdracht om een 4x4-aandrijflijn te ontwikkelen, werd weer ingetrokken om geld te besparen. Vanaf augustus 1979 droeg de Rancho de merknaam Talbot-Matra.
Waar het uiterlijk de aandacht weet te trekken, stelt het interieur teleur. Niet alleen door de slordige afwerking, maar ook door de inspiratieloze vormgeving. De bestuurder kijkt uit op een dashboard van triest grijs plastic. Ook de tot de standaarduitrusting behorende goodies zoals een ampèremeter en een toerenteller wisten de sobere indruk niet weg te nemen. Zonde, want hoewel de Rancho slechts drie portieren had, wist hij wel te plezieren met een ruimte-indruk die door het hoge dak en de enorme getinte ramen bijna van lounge-niveau was. Op de voorstoelen met hun zachte kussens en de even comfortabele achterbank kun je ontspannen genieten van het goede veercomfort. Vooral achterin valt de hoeveelheid licht en de hoogte op. Even charmant als praktisch was het tegen meerprijs leverbare tweepersoonsbed, dat van de Rancho als enige testdeelnemer af fabriek een camper maakte.
Als occasion had de Rancho een rampzalig slecht imago. De kans op panne zou bovengemiddeld groot zijn en dat terwijl de techniek een lange levensduur heeft: een kilometrage van 200.000 is geen probleem voor de motor en de versnellingsbak als tijdig onderhoud wordt uitgevoerd. Toch bleef het verhaal dat Rancho-eigenaren dikke maatjes waren met de Wegenwacht-monteurs hardnekkig in stand. Al na een paar jaar stak roest de kop op bij de Rancho’s. Vanwege het ontbreken van een antiroestbehandeling en de matige kwaliteit van het staal had roest vrij spel onder de kunststof carrosserie. Met name de wielkasten, de onderzijde en de dorpels lopen gevaar. Veel kunststof delen gaan in de loop der tijd scheuren.
Voordeel dat er veel bekende Simca-techniek in zit
Reparaties zijn een intensieve klus en bovendien zijn vervangende onderdelen niet te vinden.
Veel Rancho’s eindigden als goedkope pakezel; ze werden afgetrapt als auto voor verbouwingen of studentenvervoer. Toegewijde sleutelaars en vastberaden verzamelaars in de Matra-scene zorgen ervoor dat het sterk uitgedunde Rancho-wagenpark ondanks de vele uitdagingen rijdend blijft.
Een voordeel is daarbij het feit dat de Rancho
de nodige techniek deelt met andere modellen. De voorzijde stamt van de Simca 1100, de goed toegankelijke motor uit de 1308. Sleutelen aan deze auto is voor mensen die het enigszins in de vingers hebben goed te doen. Vaak voorkomende problemen zijn olielekkage, een versleten transmissie-synchronisatie en massaproblemen bij de elektronica.
Technische gegevens Talbot-Matra Rancho
Motor 4-cil. in lijn, dwarsgeplaatst, via een ketting aangedreven opzij geplaatste nokkenas, 2 kl./cil., dubbele valstroomcarburateur (Weber 36 DCNVH)
Cilinderinhoud 1.424 cc
Max. vermogen 59 kW/80 pk bij 5.600 tpm
Max. koppel 120 Nm bij 3.000 tpm
0-100 km/h 16,3 s
Topsnelheid 145 km/h
Transmissie handgeschakelde vierbak
Aandrijving voorwielen
Ophanging v/a onafh., trapeziumvormige dwarsdraagarmen, in lengterichting geplaatste torsiestaafveren/draagarmen, overdwars
geplaatste torsiestaafveren, rondom stabilisatoren en telescopische schokdempers
Remmen v/a schijven/trommels
Verbruik gemiddeld 9,8 l/100 km
Leeggewicht 1.190 kg
Golf die 18 centimeter hoger op de poten stond
Kopers van een Golf Country konden indertijd alleen maar dromen van zoveel ruimte en flexibiliteit toen Volkswagen in 1990 op basis van de toen al zeven jaar oude Golf II zijn eerste compacte model voor terreinwerk aan de wereld voorstelde. Qua uiterlijk verschilde de Country niet veel van het showmodel Montana, dat in 1989 werd onthuld. Het belangrijkste verschil ten opzichte van de standaarduitvoeringen was het feit dat de miljoenen malen gebouwde carrosserie maar liefst 18 centimeter hoger op de poten stond. Daarvoor zorgde een subframe van stalen buizen, dat de kern vormde van het ombouwproces, dat bij Steyr-Daimler-Puch in Graz werd uitgevoerd.
Golf Country bedoeld als praktijktest
Het was de bedoeling dat de Golf Country als een soort praktijktest ging dienen. De directie van het concern was benieuwd hoe de klantenkring zou reageren op een compacte hatchback die de Syncro-vierwielaandrijving combineerde met lifestyle-details. De enorme hoogtetoename ging gepaard met allerlei aan- en ombouwmaatregelen. Naast wielkast- en dorpelverbreders werd de auto voorzien van een enorme bullbar, roosters voor de koplampen, een stevige beschermingsplaat onder de motor en een aan de buitenzijde gemonteerd reservewiel met draaibare houder.
Country veel te duur
Voor veel klanten was het krijgshaftige uiterlijk echter te veel van het goede. Ook moest er wel erg diep in de buidel worden getast voor de Golf Country. De auto was indertijd net zo duur als een volwaardige Japanse terreinwagens met ladderchassis. Zodoende wist Volkswagen in anderhalf jaar tijd slechts 7.735 exemplaren te verkopen. Ook de toevoeging van een nieuw basismodel en een extra luxueuze versie met lichte leren bekleding, hoogglans sierdelen en een groot elektrisch bedienbaar schuif-vouwdak wist het tij niet te keren. Het beoogde verkoopsucces bleef uit, zodat Volkswagen besloot om bij de derde Golf-generatie de Country-versie achterwege te laten. Pas in 2007 presenteerde het een legitieme opvolger in de vorm van de Tiguan. Diens marktsucces liet zien dat de ingenieurs van AMC, Talbot-Matra en Volkswagen op de goede weg waren met hun SUV-voorlopers. Ze liepen echter alleen zo’n vijftien tot dertig jaar vooruit op de veranderende autosmaak.
De voor een deel bij Steyr-Daimler-Puch in het Oostenrijkse Graz geproduceerde Golf Country is in technisch opzicht een Golf II Syncro die hoger op de poten staat. Op de dagelijkse bruikbaarheid, het praktische gebruiksgemak en de afwerking valt niets af te dingen. Ondanks de brede B-stijlen geniet de bestuurder van een goed zicht rondom. De Golf is de burcht in deze test. Hij voelt veel meer solide aan dan zijn tegenstrevers en het rijgedrag weet dat van moderne SUV’s verrassend dicht te benaderen, omdat deze auto nog altijd niet oud aanvoelt. Er zijn echter ook minpunten: op de limiet is de carrosserie ondanks het straf afgestelde onderstel behoorlijk in beweging. De inhoud van de bagageruimte is ten opzichte van de standaarduitvoering met circa een derde gereduceerd. En je zou kunnen zeggen dat het interieur net zo sfeervol is als de wachtruimte in het gemeentehuis. Ook ontbreekt een sperdifferentieel, zodat echt zwaar terreinwerk niet mogelijk is.
Gewone Golfs hadden betere roestbehandeling
Daar komt bij dat de tand des tijds aan de Country kan gaan knagen. Roestvrije exemplaren moet je inmiddels met een lantaarntje zoeken. De antiroestbehandeling werd niet zo goed uitgevoerd als bij de andere Golf-versies. Let op bij exemplaren uit de Alpenregio: bij auto’s die veelvuldig door ruw terrein hebben gereden, hebben de carrosserie en de aandrijflijn vaak hun beste tijd gehad. Vooral de versnellingsbakken hebben te lijden onder continue zware belasting, bijvoorbeeld door het trekken van aanhangers. Over het algemeen zit een Country beter in zijn toebehoren dan normale Golfjes. Onder de motorkap is (op het handjevol exemplaren met GTI-motor na) de robuuste 1,8-liter benzinemotor te vinden, met G-kat en 98 pk. Deze motor heeft het zwaar met het hogere gewicht en de verslechterde aerodynamica. Dat heeft gevolgen voor het verbruik: voor 1 op 10 moet je je best doen.
Technische gegevens Volkswagen Golf Country
Motor 4-cil. in lijn, lengterichting, via een tandriem aangedreven bovenliggende nokkenas, 2 kl./cil., elektronische brandstofinjectie (Digifant)
Cilinderinhoud 1.781 cc
Max. vermogen 72 kW/98 pk bij 5.400 tpm
Max. koppel 143 Nm bij 3.000 tpm
0-100 km/h 12,3 s
Topsnelheid 155 km/h
Transmissie handgeschakelde vijfbak
Aandrijving permanente vierwielaandrijving met viscokoppeling
Ophanging v/a onafh., dwarsdraagarmen, schroefveren/schuin geplaatste torsieas met schroefveren
Remmen v/a schijven/trommels
Verbruik gemiddeld 10,6 l/100 km
Leeggewicht 1.245 kg
PRIVATE LEASE Volkswagen Golf
Lees ook
Gerelateerde forum topics
Lezersreacties (33) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.