AutoWeek.nl heeft je steun nodig
We zien dat je een adblocker gebruikt. Dat vinden we jammer, want alleen dankzij advertenties kunnen we autoweek.nl gratis toegankelijk houden. We willen je vragen voor autoweek.nl een uitzondering te maken. Wil je jouw adblocker voor ons pauzeren? Zo werkt het

Zo basic was B-segment in jaren 80 – Fiat Uno 45 vs. Opel Corsa 1.2S

Een lesje in bescheidenheid

Fiat Uno vs. Opel Corsa

De prestaties, het comfort en de veiligheid die we tegenwoordig ook in compacte auto’s zo vanzelfsprekend vinden, waren in de jaren 80 nog ver te zoeken. Een Fiat Uno en een Opel Corsa, beide in basiskledij, geven ons een lesje in bescheidenheid.

Een van de aardigste aspecten van de alsmaar verstrijkende tijd is dat ook doodgewone auto’s uiteindelijk klassiekers worden. Hoewel het pas eergisteren leek dat de straten nog vol stonden met Uno’s en Corsa’s ligt hun conceptie alweer meer dan 40 jaar achter ons. Het zijn bovendien zeer taaie types gebleken, die maar liefst elf, respectievelijk twaalf jaar in productie bleven, met tussentijds hoogstens een facelift en technische modificaties om de boel bij de tijd te houden. Wát een contrast met de vluchtige hedendaagse autocultuur, waarin vijf jaar al oud is. 

Fiat Uno vs. Opel Corsa

Opel Corsa liet Opel toetreden in nieuw segment

Terug naar begin jaren 80, toen de kemphanen van vandaag op het mondiale autopodium verschenen. Voor Opel betekende de Corsa het entree in een nieuw marktsegment, waar uitgerekend Fiat al jaren de lakens uitdeelde. Weinig modellen waren hierin zo succesvol als de uit 1972 stammende Fiat 127. De Uno was een heel andere auto dan zijn voorganger. De Italiaan verraste met zijn rechthoekige gestalte, door Giugiaro zo gekozen om een maximum aan binnenruimte te realiseren. De achterklep stond vrijwel verticaal, best apart in die tijd. De vele verticale lijnen werden nog het meest benadrukt door de vijfdeurs Uno, die samen met de driedeurs werd gepresenteerd. De Corsa had een heel andere lay-out. Als de Uno slank en elegant oogde, dan was de Corsa dik en stoer. Met zijn kortere daklijn en de schuin geplaatste achterruit had de achterzijde veel minder volume, terwijl de optisch lagere en bredere gestalte heel slim werd benadrukt door de speelse bollingen boven de wielen. Kortom, bij hun entree waren het twee opvallende verschijningen. 

Fiat Uno vs. Opel Corsa

Corsa lager, Uno breder en langer

Als we de duimstok erbij pakken, blijkt dat de Corsa inderdaad lager is (136 tegen 143 cm), maar ook dat de Uno een goede centimeter breder is dan de Corsa en zelfs twee centimeter langer. De hogere bouw van de Uno werpt vanbinnen zijn vruchten af: hij is duidelijk de ruimste van de twee. Vooral achterin is er duidelijk meer hoofdruimte, zeker als de verstelbare (!) achterbankleuning in de achterste stand staat. De beenruimte achterin is in beide auto’s matig. De extra hoogte in de Uno versterkt het gevoel van ruimte. Daardoor lijkt hij ook smaller, terwijl hij dat in werkelijkheid niet is. Nog altijd indrukwekkend, dat ruimtegebruik.

Fiat Uno dashboard

Uno lijkt compleet, maar is dat evenmin

De essentie van dit verhaal komt juist in de interieurs tot uiting, omdat beide auto’s gespeend zijn van vrijwel elk vorm van luxe. De Uno geeft de indruk de meest complete uitrusting te hebben, maar dat komt door de wat drukkere vormgeving van het dashboard. Aan weerszijden van het instrumentarium zijn satellieten aangebracht met tuimelschakelaars die je met je vingertoppen kunt bedienen terwijl je het stuur vasthoudt; links twee stuks voor de verlichting, rechts twee voor de ruitenwissers voor en achter (laatstgenoemde was optioneel).

Fiat Uno

Het instrumentarium van de Fiat Uno is wel wat voller dan dat van de Opel.

Opel Corsa A

Rechte lijnen, typisch voor de Opel-dashboards van de jaren tachtig. Let ook op de plaatsing van het stuur ten opzichte van de bestuurdersstoel.

Corsa is zo kaal dat hij niet eens intervalstand heeft

Leuk gedaan, maar de functionaliteit verschilt niet met die van Opel, waarin je de lampen met een simpele draaiknop bedient en de wissers met een al even eenvoudige hendel. De lichtknop zit alleen wat onmodieus op het dashboard, waar hij is omgeven door veel kaal plastic; dat staat altijd wat armoedig. Een ander verschil is dat de radio en de verwarmingsschuiven in de Uno in een laag geplaatste console zitten en in de Corsa wat hoger, direct naast het stuur. Dat laatste levert veruit de gemakkelijkste bediening op, maar niet de leukste vormgeving. Juist zo’n console verleent de Uno de indruk van de wat duurdere, grotere auto.

Opel Corsa A

Over de ruitenwissers gesproken: de Uno heeft netjes een intervalstand, die de Corsa zelfs moet ontberen. Zo kaal is hij dus! De Uno komt al met al wat rijker en ‘aangekleder’ over dan de Corsa, een puur gevoelsmatige vaststelling. De zit is ook beter in de Uno. Een stuk hoger dan in de Corsa, maar met een betere positie ten opzichte van het (uiteraard niet verstelbare) stuurwiel. In de Corsa steekt de stuurkolom schuin het interieur in; het staat daardoor niet alleen onder een vreemde hoek voor je neus, maar ook iets te ver naar rechts. Vreemd dat we zoiets ooit accepteerden. Je kunt zo als bestuurder nooit een echt prettige zit vinden. Opvallend is dat de stoel van de Corsa vooraan op een beweegbare beugel leunt; als je de stoel naar voren schuift, komt de beugel omhoog, zodat je wat meer steun onder de benen krijgt. Een slimme voorziening. In het voordeel van de Corsa spreekt – in het geval van de testauto – het vrolijk oranjerood getinte interieur, dat mooi compenseert voor het zakelijke zilvergrijs van de buitenkant.

Nieuwe FIRE-motor

De gereden Fiat Uno is een 45, wat aldoor het basismodel van de reeks is geweest. Deze is van 1987, wat betekent dat hij niet, zoals de oudere modellen, beschikt over de bekende 903 cc-motor uit de Fiat 127, maar over de nieuwe FIRE-motor van 999 cc. Deze Fully Integrated Robotized Engine maakte destijds nogal indruk, niet in de laatste plaats vanwege zijn slim gekozen, veelbelovende naam. Het blok leverde net als de vorige motor 45 pk (bij 5.000 toeren), maar had met 80 versus 67 Nm (bij 2.750 toeren) meer trekkracht in de aanbieding bij bovendien een lager toerental. De motor was verder flink zuiniger en maakte de Uno pittiger. Een goede, normale ontwikkeling.

Fiat Uno

Corsa was er ook als 1.0 met 45 pk

De Corsa kreeg bij zijn verschijnen meteen een reeks nieuwe motoren aangemeten. Opel bouwde toen al sinds mensenheugenis een 1.2-motor voor de Kadett, maar de Corsa kreeg een nieuw blok met dezelfde inhoud, dat was gebaseerd op de moderne 1.3-motor die Opel toen ook in de Kadett toepaste. De Corsa was er ook met een 1.0-motor, die feitelijk de betere opponent was geweest voor ‘onze’ Uno 45.
De Corsa 1.2S – met de S als verwijzing naar de vereiste superbenzine – heeft een exacte inhoud van 1.196 cc en levert 55 pk bij 5.600 toeren, terwijl het koppel piekt op 90 Nm bij 2.200 toeren. Op papier moet de Corsa de Uno gemakkelijk de baas kunnen, maar tijdens onze testdag was er aanvankelijk niet veel verschil in pit te merken. Dat had waarschijnlijk mede te maken met het feit dat de test-Corsa al wat langer stilstond; gedurende de dag ging hij steeds lekkerder lopen en nam de levenslust van het blokje rap toe. Even kwiek als de Uno werd de Corsa echter niet. Vooral de trekkracht ‘onderin’ liet te wensen over. Een verheugende vaststelling is wel dat zowel de Uno als die Corsa – bescheiden gemotoriseerd als ze zijn – tot pakweg 100 km/h probleemloos kunnen meekomen met het overige verkeer. Het geluidsniveau zal je ervan weerhouden om ze lang over de snelweg te laten draven, maar op lokale wegen en in de stad zijn het twee capabele auto’s om mee onderweg te zijn. 

Opel Corsa A

Geen stuurbekrachtiging

De bediening is duidelijk zwaarder dan bij moderne compacte auto’s. Hier geen stuurbekrachtiging, elektrische ruiten of wat dies meer zij! De Uno heeft als oude Fiat geen beste reputatie wat betreft het schakelen, maar de gereden Uno doet het hier toch niet slecht. De bediening van de vierbak is wat hakerig, maar lichter en nauwkeuriger dan die van de wat stroef schakelende Corsa. Bij de koppelingen is het net andersom: abrupt aangrijpen in de Fiat, soepel in de Opel. Bij de besturing zijn er ook duidelijke karakterverschillen; de Uno laat zich nauwkeurig in de juiste richting dirigeren en stuurt vrij licht, terwijl Corsa last heeft van vaagheid rond de middenstand. Rechtuit voelt de Corsa daarom al gauw wat ‘wiebeliger’ aan dan de Uno.

Opel Corsa A

Fiat Uno

Herkenbare motorgeluiden

Al rondtoerend besef je dat de Fiat Uno en Opel Corsa weliswaar nog steeds erg vertrouwd ogen, maar elk op hun eigen manier toch een zeer klassieke en authentieke rijbeleving garanderen. Neem alleen al het motorgeluid, dat ver afstaat van het fluisteren van de moderne driecilinders en dat in beide auto’s nadrukkelijk aan hun karakters bijdraagt. De FIRE-motor loopt prachtig en heeft een onvervalst Fiat-ronkje in de uitlaat, terwijl het Corsa-blok voor honderd procent als een boreling van Opel klinkt. Gespeend van elke vorm van luxe tekenen deze ongecompliceerde hatchbacks soepeltjes voor een knappe dubbelrol: die van handige, dagelijks inzetbare tweede auto, goed voor alle denkbare boodschappen, én die van een te koesteren klassieker die langzaamaan uit het straatbeeld verdwijnt. De ruimere, pittiger en lichter te bedienen Uno zet daarbij de meeste plussen onder de streep, hoewel het stoere karakter van de Corsa je net zo goed sterk kan aanspreken. 

OPEL CORSA A

(1982-1993)

De Opel Corsa, intern bekend als de Corsa-A, verscheen in 1982 voor het eerst op het wereldtoneel en kwam in het voorjaar van 1983 op de Nederlandse markt. Hij volgde geen ander model op; hoogstens de toen al verdwenen Kadett City, wat feitelijk de eerste compacte hatchback van Opel was. Opel was rijkelijk laat met een model in de compacte klasse, want de Europese en Japanse concurrentie was op dat moment al enorm. Opel verdedigde zich destijds door te verwijzen naar hun gebrek aan productiecapaciteit; met name de Kadett en Ascona waren zó populair dat er geen model meer bij kon in de eigen fabrieken. Daarom week Opel uit naar het Spaanse Zaragoza, waar voor de Corsa een geheel nieuwe fabriek verrees. Spanje zelf zou een grote afzetmarkt worden; de massamotorisering was op dat moment nog maar net begonnen en kleine, goedkope auto's waren er in trek. De Corsa verscheen als driedeurs hatchback en als tweedeurs sedan, TR genaamd. Opel leverde motoren met 1.000, 1.200 en 1.300 cc. Er was verder keuze uit een naamloos basismodel, een iets meer aangeklede Luxus, de luxueuzere Berlina en de sportieve SR. De constructie van het onderstel was eenvoudig en conform de standaard van het moment: McPherson-veerpoten vóór en een semi-onafhankelijke as achter. In 1985 werd het gamma uitgebreid met een vier- en een vijfdeurs model en in 1987 volgden dieselmodellen, met (turbo)motoren van Isuzu. De rol van het sportieve topmodel werd in het zelfde jaar van de SR overgenomen door de GSi met een 100 pk sterke 1,6-liter injectiemotor. Opel verving uiteindelijk ook de andere carburateurmotoren door exemplaren met injectie, dit mede vanwege de montage van katalysatoren. In 1991, toen de Corsa al ruim twee miljoen maal was gebouwd, voerde Opel een facelift door, waarmee de Corsa in elk geval optisch weer bij de inmiddels nieuw verschenen modellen paste. De modellen kregen fantasievolle namen zoals Joy en Swing. Technisch veranderde er niet veel. Voor de aflossing van de wacht zorgde in 1993 de geheel nieuwe Corsa-B, die zich vooral kenmerkte door de ronde vormen die toen in de mode waren. 

Fiat Uno vs. Opel Corsa

 

FIAT UNO

(1983-1995)

De Fiat Uno werd begin 1983 gepresenteerd als de opvolger van de succesvolle 127; aan het einde van het zelfde jaar werd hij bekroond tot Auto van het Jaar 1984. Het ontwerp was ingrijpend anders dan dat van de 127: een decimeter korter en vijf centimeter hoger, met een beduidend langere wielbasis en veel meer binnenruimte als resultaat. De Uno verscheen aanvankelijk met de oude motor van de 127 als Uno 45 en verder als 55 (1.100 cc, afkomstig van de Fiat Ritmo) en 70 (1.300 cc, afgeleid van de 1.100-motor). Het onderstel was nieuw, in die zin dat Fiat het recept volgde dat destijds gangbaar was voor compacte voorwielaangedreven auto’s: McPherson-veerpoten vóór en een semi-onafhankelijke as achter. Een bijzondere uitvoering was de Uno 45 ES, voor Energy Saving, die was voorzien van hulpstukken aan de carrosserie die de stroomlijn moesten verbeteren. Dat lukte, want de Uno ging als ES van Cw 0,35 naar 0,33. Fiat voegt snel de Italië veelgevraagde diesels toe aan het gamma. In 1985 vereiste de invoering van de katalysator dat de motoren langzaamaan overgingen op brandstofinspuiting. Daardoor werd de 70S opgevolgd door de 75 i.e. (1.500 cc). Dat jaar bracht Fiat ook de razendsnelle Turbo i.e. op de markt, met een 105 pk sterke 1.3-motor die hem in staat stelde een topsnelheid van 200 km/h te halen en een sensationele acceleratie van 0 naar 100 in slechts 8,3 seconden. Belangrijk motornieuws kwam in 1986, toen Fiat de FIRE-motor introduceerde. De Uno baarde een jaar later opnieuw opzien, omdat hij toen als Selecta verscheen, een uitvoering met de in Nederland door Van Doorne ontwikkelde continu variabele transmissie. In augustus 1989 volgde een uitgebreide facelift, die de Uno een moderner en strakker uiterlijk opleverde. Het model moest toen nog even meedraaien tot september 1993, toen Fiat als opvolger de Punto presenteerde. De Uno beeld in Italië nog tot in 1995 leverbaar.

Fiat Uno vs. Opel Corsa

We waarderen het als je wilt bijdragen door het bijhouden van de AutoWeek Verbruiksmonitor of door een gebruikersreview te schrijven waarin je jouw ervaringen met de auto deelt. Daarmee help je potentiële kopers echt vooruit!

Lezersreacties (69) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.