Volkswagen Eos
Dubbeldakker
- Arno Böckling
- Eerste rijtest
Het was al lang bekend; de opvolger van de Golf cabriolet is een coupé cabriolet. Dat kon ook niet missen, want het ene merk na het andere komt met een model dat eigenlijk twee carrosserievarianten met elkaar verenigt. De voordelen zijn duidelijk; een fabrikant hoeft nu geen twee, maar slechts één model te ontwikkelen en de klant krijgt een wagen die de voordelen van een coupé en een cabriolet in zich verenigt. Een hardtop voor het winterseizoen is overbodig; een coupé cabriolet heeft immers al een harde kap. Omdat VW lang niet het eerste merk is dat met zo'n twee-in-een auto op de markt komt, hebben we al vaker gezien hoe een harde kap geheel automatisch in de kofferruimte verdwijnt en daar weer uit tevoorschijn komt. Maar het blijft toch een bijzonder gezicht als de delen waaruit het dak bestaat, en het kofferdeksel een reeks ingewikkelde bewegingen uitvoeren. Om het hele proces – dat niet meer dan 25 seconden in beslag neemt – in werking te stellen, hoef je alleen maar een hendeltje op de tunnelconsole te bedienen. Binnen dit U-vormige hendeltje komen we nog een knopje tegen. Daarmee bedien je het schuif-/kanteldak dat de coupé cabriolet van Volkswagen ook nog standaard meekrijgt. Het is een glazen dak; waardoor je, zelfs als het helemaal dicht is, toch nog een beetje het gevoel kunt hebben open te rijden. Wil je dat juist niet, dan is er altijd nog een paneel in de autohemel, dat je voor het glazen dak kunt schuiven. Zo heb je heel wat mogelijkheden tussen volkomen dicht en helemaal open. Het begint dus met een helemaal gesloten hemel. Als eerste stap naar open rijden schuif je het paneel voor het glazen dak weg. Vervolgens kun je het dak kantelen of helemaal open schuiven. Schuif je het open, dan moet je de winddeflector gebruiken die in de bovenrand van de omlijsting rond de vooruit zit. De deflector is maar een paar centimeter hoog, maar laat je hem in de omlijsting zitten, dan wordt het – met het schuifdak open – knap lawaaiig in het interieur. Kies je voor echte open rijden, dan heb je de deflector niet nodig. Is het dak helemaal in de kofferruimte weggevouwen, dan zijn er nog steeds variaties op het thema 'topless' mogelijk. Vind je het in de volkomen open wagen toch te winderig, dan kun je nog altijd de ramen omhoog doen; de zijruiten voor en achter laten zich elektrisch bedienen. Ook kun je een als optie leverbaar windschot achter de voorstoelen monteren. Dat betekent wel dat de zitplaatsen achterin niet meer gebruikt kunnen worden.
Brievenbus
Nu we het daar toch over hebben; de coupé cabriolet van VW is een echte vierzitter. Maar wel een vierzitter met twee portieren. Dat betekent dat achterpassagiers niet zo heel makkelijk in- en uit kunnen stappen. VW doet daar wat aan met het 'Easy Entry' systeem dat het mogelijk maakt de voorstoelen een stuk naar voren te schuiven en er ook voor zorgt dat ze weer in hun oorspronkelijke stand terug komen. Mensen achterin kunnen hun benen goed kwijt. De hoofdruimte is een ander verhaal. Als het dak open is, heeft zelfs de langste man van Nederland hoogstens last van de wind, want daartegen worden achterpassagiers minder goed beschermd dan bestuurder en bijrijder. Maar is de kap dicht, dan zal een Nederlander van gemiddelde lengte hoofdruimte te kort komen. En de bagageruimte? Ja, zo'n wegvouwbare metalen kap, die in het achteronder verdwijnt, neemt flink wat plaats in, Daar doe je niets aan. Gevolg: Is de kap dicht, dan heeft de kofferruimte een inhoud van 380 liter. Is hij open, dan loopt de inhoud van het laadruim terug naar 205 liter. Om die ruimte af te bakenen, bevindt zich in de bagageruimte van de Eos een overkapping. Wanneer de kap dicht is, kan de overkapping omhoog en is de maximale laadruimte beschikbaar. Wil je open rijden, dan moet de overkapping omlaag en is alleen de ruimte eronder nog voor bagage beschikbaar. Die ruimte begint dan wel een beetje op een brievenbus te lijken, maar je spullen gaan er toch nog vrij makkelijk in en uit; als ze niet te groot zijn. Heb je de overkapping niet omlaag gedaan, dan gaat de kap domweg niet open. De kap gaat ook niet open als het kofferdeksel niet – helemaal - goed dicht is. Om te voorkomen dat het deksel ongemerkt op een klein kiertje blijft staan, wordt het de laatste paar millimeter automatisch dicht getrokken.
Zonnewagen
Je zou hebben verwacht dat VW het nieuwe open model Golf CC of iets dergelijks had gedoopt. Desnoods Golf CSC, want die afkorting staat voor Convertible, Sliding en Coupé-roof (Convertible met schuifdak en coupédak). Maar de fabrikant heeft het anders aangepakt. Het nieuwe topless model heet niet Golf, maar Eos. De naam Eos verwijst naar de Griekse godin van de dageraad die volgens de legende elke morgen met haar zonnewagen (Phaeton) vanuit de diepten van de zee op zou stijgen, om de mensheid het daglicht te brengen. Dat VW de naam Golf niet gebruikt, heeft een goede reden; de Eos is méér dan een open versie van dit model, al maken de twee wagens wel gebruik van dezelfde bodemplaat en hebben ze daardoor ook dezelfde wielbasis: 2,58 m en dezelfde draaicirkel: 10,9 m. Voor de rest verschillen de maten nogal. Zo heeft de Golf een lengte van 4,20 m en is de Eos 4,41 m lang. Ook is de Eos breder. In plaats van 1,76 m zoals de Golf, is hij 1,79 m breed. Wat lengte en breedte betreft zit de Eos tussen de Golf en de Passat in. Ook wat ondersteltechniek betreft neemt hij een middenpositie in. Z'n multi-link achterwielophanging is afgeleid van die van de Passat; z'n voorwielophanging komt grotendeels overeen met die van de Golf. Deze combinatie bezorgt de Eos een rijkarakter dat comfort combineert met een zekere mate van sportiviteit. De coupé cabriolet ligt zeker en solide op de weg. Oneffenheden in het wegdek worden goed verwerkt, zonder dat er een spoortje van weekheid te bespeuren is. En in snelgenomen bocht vertoont de carrosserie nauwelijks neiging tot overhellen. De stuurbekrachtiging neemt de chauffeur niet teveel werk uit handen en laat de voorwielen 'vanzelfsprekend' de opgedragen koers volgen. Hoe sportief de Eos is, hangt in belangrijke mate af van de motorisering. In eerste instantie wordt de Eos leverbaar met motoren met een vermogen van 115 tot 200 pk. Een daarvan is een 140 pk sterke 2.0 TDI. De diesel en de minst krachtige benzinemotor, de1.6-16v FSI met 115 pk, bezorgen de Eos in ieder geval redelijke prestaties. De 2.0-16v Turbo FSI 200 pk, maakt hem zonder meer rap. Wie écht hard wil kunnen, moet wachten op de V6 met 250 pk die naar verwachting in het najaar aan het gamma zal worden toegevoegd.
Het spreekt vanzelf dat er veel aandacht aan de veiligheid van de inzittenden is besteed. ESP behoort tot de standaarduitrusting en hetzelfde geldt voor speciale zijairbags die het hoofd en de romp van de mensen voorin beschermen. Achter de hoofdsteunen van de achterpassagiers zitten rolbeugels verborgen die, als de Eos een koprol maakt binnen een kwart seconde omhoog schieten. Want al draagt deze VW dan een naam ontleend aan de Griekse mythologie; het is geen voertuig voor onkwetsbare goden, maar voor gewone aardse stervelingen.