Toyota RAV4 (2006) - Test

Laten we er niet omheen draaien: we vinden de nieuwe RAV4 minder spannend dan het model dat 'ie aflost. Dat zit 'm vooral in het front, dat anonimer is geworden in vergelijking met de stoere snuit van Toyota's Recreational Active Vehicle met 4-wielaandrijving dat in 2000 het levenslicht zag. De facelift die in 2003 werd doorgevoerd zorgde ervoor dat het model nu best nog wel een paar jaartjes mee zou kunnen. Maar goed, de hoge heren in Japan beslisten anders en dus staat er nu een compleet nieuw model, inclusief nieuwe styling, een nieuw platform en nieuwe aandrijflijnen. Over het design hadden we al een balletje opgegooid dus laten we daar nog maar even op voortborduren. De basislijnen, het stoere, 'uitgeklopte' design van het huidige model bleef grotendeels in tact, de nieuwe RAV4 maakt het verschil met details. Het nieuwe front is wat ons betreft geen vooruitgang, maar da's uiteraard een smaakkwestie. Echt anders is de 'omgekeerde' C-stijl, die doet denken aan de Mercedes A-klasse. Bij het ontwerpen van de achterlichtunits is met meer dan een schuin oog gekeken naar de Subaru Legacy en de Renault Scénic. Ach, beter goed plagiaat dan slecht verzonnen, zullen we maar zeggen. Behalve enkele typische uiterlijke verschillen kun je de nieuwe RAV4 herkennen aan z'n grotere afmetingen, maar dat zie je eigenlijk pas goed als je ze naast elkaar zet. De totale wagenlengte nam met 17,5 cm toe, dat is inclusief reservewiel. In de breedte groeide de auto drie centimeter en de wielbasis nam toe met 7 cm naar 2,56 m. Dat alles heeft weer positieve gevolgen voor de binnenruimte; passagiers achterin hebben meer beenruimte, de schouderbreedte voorin nam toe omdat de stoelen verder uit elkaar konden worden geplaatst en tot slot kan de bagageruimte meer verstouwen (586 liter tegenover 420 liter voor het huidige model). Wanneer de achterbank tegen de vlakte gaat, ontstaat er een laadruim van 1.469 liter. Dat is een niet onaanzienlijke 47% meer dan voorheen. Behalve de toegenomen interieurmaten draagt ook het nieuwe Easy Flat-systeem daaraan bij. Door aan een hendeltje in de kofferruimte te trekken, valt de leuning van de achterbank (verdeling 40/60) naar voren en ontstaat er een mooie vlakke laadvloer. Bovendien kun je de achterbankleuning verder acherover (of juist meer naar voren) zetten en is de bank over een afstand van 16,5 cm verschuifbaar, zodat je óf meer bagageruimte of meer beenruime voor de achterpassagiers kunt creëren.

Radicaler

Toyota's binnenhuisarchitecten zijn redicaler te werk gegaan dan hun collega's die verantwoordelijk waren voor de verpakking. Het dashboard kreeg een compleet nieuwe layout en straalt nu volgens z'n scheppers een (we krijgen het woord bijna niet meer uit onze strot) premium-gevoel uit. Deze tegenwoordig te pas en te onpas gebruikte term moet duidelijk maken dat materialen en kwaliteitsbeleving op een dusdanig niveau staan dat je indruk moet krijgen in een veel duurdere auto rond te rijden. Nou hebben we over de keuze van de materialen en de afwerking bij Toyota nooit veel klachten gehad en de nieuwe RAV4 vormt daar geen uitzondering op. De enige kritiek die je kunt hebben, is dat sommige kunststoffen er weliswaar 'zacht' uitzien, maar bij nadere bestudering keihard blijken te zijn. Voor de rest ziet het geheel er verzorgd en zelfs een beetje speels uit, dankzij het zilverkleurige 'tweelaags' centrale paneel (met drie ronde knoppenclusters voor ventilatie en verwarming) en de driehoekvormige panelen in de portieren. De geinige kokervormige toerenteller uit het oude model moest echter wijken voor een meer conservatieve klokkenwinkel. Het driespaaks stuurtje ligt prima in de hand, de plaatsing van de versnellingspook is wat vreemd; die staat namelijk dusdanig ver naar achteren dat je 'm in eerste instantie niet blindelings in de juiste versnelling legt. Vooral omdat de pook rechtop niet in 'neutraal' staat (zoals bij de meeste auto's) maar zich in een 'achterste' versnelling (2, 4 of 6) bevindt. Maar ach, dat went snel. Toyota monteert op de dieselversies een nieuwe zesbak, de benzineversie moet het met vijf versnellingen doen. Over de bak geen klachten, die schakelt licht en trefzeker. Tijdens de kennismaking in Portugal ontbrak de tijd om de tweeliter benzineversie aan een nader onderzoek te onderwerpen, wel reden we beide dieselversies. De 2,2-liter D-4D is er met 136 pk (en 310 Nm) en met 177 pk (en 400 Nm), die laatste is de Clean Power-variant met D-CAT, die de uitstoot van stikstofoxide en roetdeeltjes nog verder indamt. Aan trekkracht geen enkel gebrek uiteraard, de motor bewees in de Avensis en de Corolla Verso al z'n kunnen. Het geluidsniveau valt bovendien reuze mee. Vreemd genoeg maakt het blok met 136 pk meer rumoer – een duidelijk aanwezige 'ratel' - en niet alleen wanneer 'ie er vol aan moet sleuren. Maar daar valt goed mee te leven en eigenlijk heb je aan deze motor meer dan genoeg. 177 pk is leuk maar echt nodig heb je het niet.

Sneller op het rechte pad

Een noviteit op de RAV4 is het Integrated Active Drive System (IADS, vanaf Linea Sol). Het bundelt drie systemen: Active Torque Control-vierwielaandrijving (dat maximaal 45% van de aandrijfkracht naar de achteras kan leiden), VSC (stabiliteitssysteem) en EPS (elektrische stuurbekrachtiging, dat de bestuurder in het geval van een slip in de juiste richting 'dirigeert' – tegensturen dus - door de besturing naar de goede kant lichter te maken). Het verschil met het vorige systeem is vooral goed te merken in overstuursituaties, waarbij de elektronica van de RAV4 met succes alle zeilen bijzet om de auto weer op het rechte pad te krijgen. De hellingoprijhulp (HAC – Hillstart Assist Control, houdt de rem twee seconden vast bij wegrijden op een helling) is standaard vanaf de Linea Sol-uitvoering. DAC (Downhill Assist Control) zit alleen op de benzineversie met automaat. Sturen met de nieuwe RAV4 gaat voor SUV-begrippen gepaard met lekker veel directe communicatie met de voorwielen, overhellen blijft prima binnen de perken en je kunt opvallend vlot de hoek om zonder dat de auto over z'n voorwielen wegschuift. Mede dankzij de nieuwe voorwielophanging. Na onze eerste kennismaking is de voorlopige conclusie dat de RAV4 er niet spannender maar wel weer een stuk beter op is geworden. Geïnteresseerden moeten nog éven geduld hebben, de auto arriveert in februari bij de dealers. De basisuitvoering kost E 28.750 en dat is duurder dan de instapper van het huidige model. Die doet het echter met een 1,8-litermotor, terwijl de nieuwe een tweeliter aan boord heeft. Alle Nederlandse RAV4's worden standaard geleverd mét reservewiel achterop, behalve wanneer u de Executive-versie van de 180 pk D-4D bestelt met 18-inchwielen en run flat-banden (optie van E 1.750). Dan is zo'n bult op de achterdeur overbodig. Bij gebrek aan belangstelling is de 3-deurs RAV4 uit het programma geschrapt.