Toyota Aygo (2018) - Test
Eigenwijs broertje
48 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Terwijl Citroën en Peugeot bij 'broertjes' C1 en 108 volstaan met het herzien van de motor, voert Toyota bij de Aygo meteen een vrij uitgebreide facelift door. De auto krijgt niet alleen een moderner uiterlijk, maar moet dankzij allerlei onderhuidse aanpassingen ook beter rijden. Alle reden voor een hernieuwde kennismaking!
Van de bijna iconische drieling van PSA en Toyota gingen er in het topjaar 2011 in Nederland dik 47.000 over de toonbank, waarvan ongeveer 15.000 Toyota's, 21.000 Peugeots en 11.000 Citroëns. Momenteel hebben de kleintjes het wat minder gemakkelijk. Vorig jaar wist Toyota weliswaar meer Aygo's te slijten dan in 2016, maar met krap 7.500 exemplaren komt het huidige model in z'n voorlopige topjaar slechts tot de helft van het succes van z'n voorganger. Het concurrentieveld in het A-segment is inmiddels flink veranderd. Waar de eerste Aygo bij z'n aantreden in 2005 met z'n prettige rijgedrag en olijke uitstraling nog opviel, zijn er tegenwoordig genoeg alternatieven met vergelijkbare kwaliteiten.
De aangescherpte variant moet voorkomen dat de Aygo ondersneeuwt in de stroom van automobiele ukkies en heeft daarvoor om te beginnen een gemoderniseerd uiterlijk. Daarmee lijkt er op het eerste gezicht een einde te komen aan de opvallende, in contrastkleur gespoten 'X', die als een soort masker het gezicht van de Aygo bepaalde. De vorm is er nog steeds, maar minder opvallend. Nieuwe koplampen met ingebouwde led-dagrijverlichting ogen wat meer 'af' dan de separate ledstripjes die voorheen in de bumper werden gemonteerd. Ook de achterlichten hebben vanaf nu standaard ledtechniek. Wat blijft, is de mogelijkheid om het uiterlijk van de Aygo te individualiseren door accenten in contrastkleur toe te voegen. Ook oogt de 'Japanner' – de kleintjes komen in werkelijkheid uit Tsjechië – dankzij z'n scherpe lijnen en agressieve neusje nog altijd heel anders dan de C1 en 108, die wat rondere en vriendelijker ogend koetswerken hebben.
TYPISCHE ROFFEL
De 1.0 VVT-i driecilinder die in de oer-Aygo zo'n typische roffel liet horen, is er ook nog steeds. De motor werd bij de generatiewissel al eens tegen het licht gehouden en nu is het blokje, aangemoedigd door de nieuwe WLTP-meetcyclus voor uitstoot en verbruik, opnieuw aan de beurt. Behalve een lager verbruik levert die update ook meer vermogen op, al scheelt het maar 3 pk met de 69 pk sterke voorganger. Minder meetbaar, maar wel belangrijk, is het feit dat Toyota het blokje wat meer manieren heeft bijgebracht; een nieuwe balansas moet een betere stationairloop opleveren. Toyota brengt de motor, die van origine uit de stallen van Daihatsu komt, in een normale versie en een Eco-variant. Omdat de CO2-uitstoot van die laatste een paar grammen lager uitkomt en de reguliere versie dus duurder zou zijn, is het Eco-pakket in ons land standaard. Dit betekent dat de Aygo altijd is voorzien van een start-stop-systeem en banden met een lagere rolweerstand. De vierde en vijfde versnelling werden langer, voor een lager toerental op snelheid. Bij bepaalde snelheden levert dat wel een wat tegensputterend driecilindertje op.
De 1.0 past goed bij de Aygo, al hoef je niet te verwachten dat die extra pk's hem ineens echt vlot maken. Het predicaat 'voldoende' is meer op z'n plek. De kenmerkende roffel is er zoals gezegd nog steeds; hij is zelfs best nadrukkelijk aanwezig. Dat is opvallend aangezien de isolatie bij de facelift eveneens een upgrade kreeg. Jammer is dat er bij gas loslaten, wegrijden of overschakelen al snel een schokje door de auto gaat. Dat voelt niet zo verfijnd aan.
WELKOME AANVULLING
Op andere gebieden valt er tijdens het rijden echter weinig te klagen. De besturing is voldoende communicatief, het onderstel werkt oneffenheden netjes weg en hoewel er op de snelweg vrij veel geluid van banden en rijwind tot het interieur doordringt, klinkt de motor dan zeker niet alsof de rek er volledig uit is. Wel is het erg jammer dat cruisecontrol nog steeds niet leverbaar is. Bestuurder en passagiers kijken uit over een dashboard dat op wat details na identiek is aan het exemplaar van vóór de facelift. Het vrolijke ogende, speelse geheel is opgetrokken uit harde materialen en onbedekt plaatwerk speelt op de portieren een grote rol, maar dat zien we bij meer auto's in deze prijsklasse. Het creatief ingedeelde instrumentarium herbergt zowaar een toerenteller en de centraal geplaatste boordcomputer is lekker informatief. Duurdere uitvoeringen krijgen een multimediasysteem met een 7-inch touchscreen, dat nu ook Android Auto en Apple Carplay ondersteunt. Voorheen was het al mogelijk om je telefoon via Mirror Link aan het systeem te koppelen, maar de oplossingen van de twee bekende techgiganten zijn daarop een bijzonder welkome aanvulling.
Wat bij de facelift natuurlijk niet is veranderd, is de binnenruimte. Dat de plek op de achterbank niet overhoudt, is logisch, maar de 198 liter metende bagageruimte behoort ook binnen z'n segment nog altijd bij de allerkleinsten. Aan de binnenkant van de smalle, glazen achterklep valt bovendien op dat hier wat geld is bespaard: verschillende stekkers, schroeven en bouten liggen er open en bloot bij. Dat oogt wat goedkoop, maar met een vanafprijs van € 11.695 ís de Aygo dat zelf gelukkig ook. Voor dat geld levert Toyota de driedeurs 'x' zonder airco. De vijfdeurs x-fun mét die voorziening staat voor € 13.495 te boek. Daarmee is de Aygo nog altijd concurrerend. Inmiddels gaat bij- na de helft van de kopers in dit segment voor een private-leaseconstructie. De tijden van 15.000 stuks per jaar keren ook daar- mee niet terug, maar met een prognose van 8.100 exemplaren in 2018 spreekt Toyota wel degelijk vertrouwen uit in de toekomst van hun kleinste model.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Lezersreacties (48) (gesloten)
Smaken verschillen gelukkig
Heel goed opletten dus met deze auto want voordat je het weet heb je een fietser of voetganger klem gereden !
Alleen al om deze reden zou ik één van de VAG drielingen kopen, die een ruim en veilig uitzicht rondom hebben. Onontbeerlijk in de stad !
Het betreft geen turbomotor zoals aangegeven in het overzicht.
Onbegrijpelijk dat zelfs na zoveelste facelift nog steeds geen Cruise Control leverbaar is.
hij staat wel in de onderdelenlijst van Toyota ,maar is daar best prijzig.
hij is van John Gold,dus je kan hem ook bij de onderdelenzaak kopen en of evt ergens anders.
het systeem is verlicht en werkt goed!
Verder is dit natuurlijk een doorontwikkeling van een al erg robuuste auto.
Voor als je heel goedkoop wilt rijden en ene bloedje hekel hebt aan onverwachte kosten...
Ja ik weet ook wel dat er van 2005-2008 een paar dingetjes waren. Zoals altijd door Toyota op coulance geregeld (had je een C1 0f 107 lag dat lastiger, hoewel die ook de waterpomp op coulance deden).
Persoonlijk zou ik afstanden langer dan 5KM altijd nog niet in zo'n autootje willen rijden.
Je bent eigenlijk altijd beter af met een b segmenter. Daar licht de focus net iets minder op zo extreem goedkoop mogelijk en heb je een iets minder korte wielbasis wat rustiger rijdt.
@Ron Auto: Thanks, is inmiddels opgelost.
mm, vreemd, mijn reactie wordt wel weg gehaald. Nou ja het is wat het is =)
Leuke auto, sowieso leukste van de drie. Hoewel saai vind ik de up! wel erg volwassen rijden met een pittige motor. Dat zou mijn keus zijn
In deze klasse heeft de Aygo/C1/108 drieling wel een geduchte concurrent aan de wel heel volwassen ogende Kia Picanto
Het is wel meer auto dan de eerste Aygo, die hebben we 7 jaar gehad, maar wat was dat een slechte en oncomfortabele auto.
Het is wel meer auto dan de eerste Aygo, die hebben we 7 jaar gehad, maar wat was dat een slechte en oncomfortabele auto.
Het is wel meer auto dan de eerste Aygo, die hebben we 7 jaar gehad, maar wat was dat een slechte en oncomfortabele auto.
Inderdaad. De Up! Is al klein en blikkerig, maar rijdt verrassend goed op langere stukken. En je zit er als lange bestuurder veel beter is dan in zo’n Aygo. De Up is wel keihard op drempels.
Ben je klein van stuk, rijd je heel weinig en woon je in een drempelrijke omgeving, dan zou de Aygo iets voor jou kunnen zijn.
Hmmm... had Jan dat niet als conclusie zo kunnen verwoorden?
Ik ben een enorme fan van de drie-deurs Toyota Yaris 1500 Comfort
in de prachtige kleur Manhattan Grey Metallic. Rijklaar en met trekhaak
heb je dan voor slechts 20.000,00 euro een robuuste vier-cylinder auto
met 111 pk en 136 Nm koppel. Prima-de-Luxe zou mijn goede vader
zaliger zeggen, die aan het eind van zijn leven een wonderschone blauwe
Datsun Cherry Coupé 1500 5-speed van Datsun-Denissen in Tilburg reed.
De auto loopt wel giga achter op de Picanto...al is het infotainment systeem mooi up to date...
Ook leuk dat grapje erin verwerkt...meteen geprobeerd op mijn mobiel, maar kon het repliceren...
In een A-segmenter kom je net zo snel en net zo droog op je bestemming aan als in een 5 serie of een A6. Het grote verschil is dat je het voor een kwart van de kosten doet. Kostelijk!
Natuurlijk kan het groter, sneller, ruimer, maar daar koop je geen A-segmenter voor, want dat betekent ook duurder, onzuiniger, moeilijker te parkeren.
@De La Frikandel De Yaris is "Made in France", in Valenciennes om precies te zijn.
Een kia picanto is vreselijk onzuinig.
Dat zijn verbruiken waarmee ik een Astra kan rondrijden, leuk zo'n 4 cylinder in de kia traag en zuipen maar.
U als Volvo rijder moet toch van vaste hoofdsteunen houden?
€ 600,00 incl btw bij de garage in Vianen. M'n vrouw heeft een Aygo daar hebben we het op laten zetten.
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.