Test: Citroën C4 facelift – Nog altijd lekker eigenzinnig

Wat is er zo bijzonder aan de Citroën C4?

De derde generatie van de C4 werd in 2020 gelanceerd en is eigenlijk meer de opvolger van de C4 Cactus dan van de vorige C4, die trouwens al in 2018 van de markt verdween. Net als die Cactus wordt de C4 aangeprezen als een compacte middenklasser, terwijl hij zijn techniek deelt met kleinere B-segmenters. In gewone-mensentaal: de C4 zit in het segment van de Opel Astra, maar deelt zijn platform met de Corsa. In tegenstelling tot die auto’s is het bovendien geen traditionele hatchback, maar een liftback-achtige met wat SUV-trekjes en een relatief grote bodemspeling. Een echte cross-over dus.

Wat is er nieuw aan de Citroën C4?

Met de lancering van de C3 heeft Citroën een nieuwe designstijl, die door middel van een zeer uitgebreide facelift ook bij de C4 wordt doorgevoerd. Vloeiende, organische vormen maken voor en achter plaats voor meer rechte lijnen en de vriendelijke koplampen zijn verruild voor strakke, priemende led-exemplaren. Drie losse led-elementen per kant bepalen hier het beeld, zowel vooraan als achteraan. Daarnaast krijgt de auto nieuw infotainment en verdwijnen de handgeschakelde benzineversies. Er is wel nog steeds keuze uit tanken of laden, maar Hybrid-versies met automaat zijn de enige optie op benzinegebied. Die Hybrid-aandrijflijnen zelf zijn trouwens niet nieuw voor de C4, want die verschenen vorig jaar al. Volledig elektrisch C4-rijden kan ook, maar wij rijden met de Hybrid 136-variant.

Hoe bevalt de C4 Hybrid 136?

Best goed. Het extra zachte onderstel is bij de facelift niet gewijzigd, maar levert voor de C4 als vanouds een opvallend zacht en goedmoedig rijgedrag op voor een auto in deze klasse. Op korte richels is wel te merken dat het onderstel de finesse mist die andere zachtgeveerde auto’s uit hogere segmenten vaak wel hebben, maar wie in deze klasse vooral comfort zoekt, moet zeker met een C4 gaan rijden. De lichte, maar prettige besturing past er goed bij en dat geldt inmiddels ook voor de driecilinder-1.2-motoren, die zich als Hybrid 100 en Hybrid 136 een stukje geciviliseerder opstellen dan in de ‘oude’ vorm zonder elektro-ondersteuning.

Is het ook aan boord nog een beetje comfortabel?

Zeker. De Advanced Comfort-stoelen, standaard vanaf het tweede uitrustingsniveau, zijn bij de facelift aangepast en volgens Citroën nog comfortabeler geworden. Ze zitten inderdaad prima en ook de zithouding ten opzichte van het stuur mag er zijn, al zitten langere mensen door de positie van de pedalen wel snel met ietwat opgetrokken benen achter het stuur. De vormgeving van het dashboard is niet gewijzigd en mag er nog steeds zijn en dat de gebruikte plastics van wisselende kwaliteit zijn, laat zich eenvoudig met de mantel der liefde bedekken na een blik op de relatief vriendelijke prijzen van de C4. De bagageruimte is met 380 liter ongewijzigd vrij groot voor dit segment, terwijl de ruimte op de achterbank als ‘toereikend’ kan worden omschreven. Het is hier zeker niet luxueus riant, maar wel goed vol te houden. Een stationwagen van de C4 is er nog altijd niet, maar de opmerkelijke C4 X is er wel nog steeds. Die sedanversie biedt voor een meerprijs van €700 een bagageruimte van maar liefst 510 liter, maar dan wel met een kleinere achterklep die hem toch wet minder praktisch maakt als er echt grote items naar binnen moeten.

Hoe vriendelijk is vriendelijk als het om die prijzen gaat?

De vanafprijs van de Citroën C4 is  €32.450 en dan krijg je een 100 pk sterke Hybrid die hier nader wordt omschreven. De door ons gereden Hybrid 136 haal je voor €34.750 in huis in Business-trim, een versie die eigenlijk alles biedt wat je nodig hebt. De C4 blijft  zeker in die vorm relatief aantrekkelijk geprijsd voor een C-segmenter en onderscheidt zich daarmee duidelijk van zijn rivalen. Wie liever laadt dan tankt, kan opteren voor een elektrische ë-C4 die over de hele linie € 2.000 goedkoper wordt en als Business voor € 34.990 nauwelijks duurder is dan de Hybrid.