Test: Aiways U6 - Chinese nieuwkomer zet door
Beter dan de U5, maar wel duur.
64 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
De Aiways U6 is het tweede model van een jonge Chinese autofabrikant. De U5 kwam in 2020 en met deze U6 laat het merk zien door te willen zetten. Wij reden de elektrische cross-over en waren blij verrast, maar zien ook problemen.
Aiways … help me even!
Aiways is een Chinese fabrikant van elektrische auto’s die nog maar bestaat sinds 2017. Wel zijn er samenwerkingen met bestaande fabrikanten uit hetzelfde land. In 2019 liet het merk zijn eerste auto zien op de Salon van Genève, de U5. Een SUV die we in 2020 konden rijden. Hij was niet eens zo slecht voor een eerste model van een nieuwe autofabrikant en je ziet hem in Nederland nog wel eens op de weg. Na het eerste jaar liepen de verkoopaantallen fors terug, al had dat te maken met corona en alle productieproblemen die dat in China veroorzaakte. Maar nu is het merk terug met de U6.
Een beetje Polestar 2.
De U5 was een SUV, dus de Aiways U6 is een grotere SUV?
Nee. Het een cross-over met vijf deuren. De Polestar 2 lijkt er nog het meest op met zijn carrosserievorm, om je een beeld te geven. Sterker nog, de vorm lijkt wel heel erg op die auto, maar dan met een enigszins drukke mengelmoes van design. We zien wat Kia, wat Polestar, wat Hyundai … Het gaat wat ver om te zeggen dat het een strak geheel is. We trekken wel bekijks, omstanders zien de Chinees duidelijk niet aan voor iets wat al bestaat.
In de Aiways U6 zie ik verschillen met de U5
Dat klopt. De cockpit gaat duidelijk een stap verder dan die in de U5, die overigens de meeste updates van de U6 na de zomer krijgt. De materialen zijn mooier en de indeling is anders. Voor je neus verdween het scherm en is slechts een smalle balk over met wat info zoals je snelheid. Een nieuw multimediatouchscreen op de middenconsole herbergt alle info en zo goed als alle bedieningselementen. Wat te veel naar onze smaak zelfs, want zelf het ontsluiten van de deuren gaat via het menu, wat niet handig is. We hebben nu wel Apple CarPlay en Android Auto en dat is mooi. Navigatie ontbreekt trouwens, omdat mensen dat toch wel via hun smartphone doen, menen de Chinezen. Een strategie die we meer en meer gaan zien. Het scherm ziet er verder modern uit, maar is niet heel gebruiksvriendelijk. Vaak moet je net even te lang je ogen van de weg halen. Daar komt bij dat de bemoeienis tijdens het rijden ergerlijk is. Veel te veel piepjes en waarschuwingen wanneer je te dicht bij een lijn komt, als je iets harder rijdt dan toegestaan en zelfs als je iets te lang niet naar de weg kijkt.
Een duidelijke upgrade na de U5.
En hoe rijdt hij?
Verrassend goed voor een nieuw merk, dat hebben we wel eens slechter gezien bij nieuwkomers. Hij ligt prima op de weg, en wekt veel meer vertrouwen in bochten dan sommige andere nieuwkomers. De zitpositie klopt, en het stuurgevoel is best oké. Verwacht geen dynamiek. Er is (mede dankzij de EcoContact-banden) snel onderstuur als je gaat pushen, maar het totaalpakket scoort een ruime voldoende. Voor een nieuw merk uit dit land is het echt bovengemiddeld. De aandrijflijn is minder goed. De overgang tussen remmen en regenereren is vaak matig, en de 'stroominput' voelt soms wat onnatuurlijk. Het vermogen van 218 pk op de voorwielen is meer dan genoeg, maar het doseren gaat niet helemaal lekker. Wisselen van rijstand maakt het anders, maar perfect is het nergens. Niet voor niets besteden veel merken ontzettend veel tijd aan de parameters om die rijmodi goed te krijgen. Op de snelweg heb je nergens last van, maar op buitenwegen is er soms wat ergernis. Je passagiers raken wellicht wagenziek omdat het rijgedrag niet helemaal vloeiend is.
Is dat het grootste probleem van de Aiways U6?
Nee, dat is zijn prijs. De nieuwe U6 kost krap €49.000. De auto heeft talloze opties (al missen we stoelverwarming), maar een Tesla Model Y is goedkoper, en Volkswagen, Kia en Hyundai hebben voor dat geld ook diverse aardige modellen in huis. Aiways noemt het 'concurrerend'. Dat is een merkwaardig soort zelfvertrouwen, balancerend tussen optimisme en naïviteit. We zien het vaker bij nieuwe merken die denken de bestaande orde wel eventjes omver te kegelen. Aiways heeft zijn zaken best aardig voor elkaar. Maar het verslaat de gevestigde orde nergens. De truc is dan om je modellen heel gunstig in de markt te zetten. Immers, als je maar goedkoop genoeg bent, komen de klanten vanzelf. Een strategie die MG succesvol toepaste door de ZS stukken goedkoper te maken dan EV’s van vergelijkbaar formaat. Aiways wijst gretig naar de ruimte op de achterbank, die inderdaad buitengewoon is. De zit is goed, de beenruimte enorm en ondanks de aflopende daklijn is de hoofdruimte oké. Maar mensen kopen voor achterbankruimte niet zomaar een auto van een nieuw merk. Dat werkt in de goedkopere segmenten vrij aardig, maar niet als je een halve ton kunt uitgeven. Als ruimte zo belangrijk was in dit segment, was BMW allang failliet en reed iedereen een Skoda Suberb. Voor een onbekende Chinees met een nog onbekende restwaarde en een nog te bewijzen betrouwbaarheid moet je boven alles veel goedkoper zijn dan de concurrentie. De actieradius van 411 kilometer is netjes en de auto lijkt tijdens onze eerste testrit met zijn nieuwe hard- en software aanmerkelijk zuiniger dan de enigszins inefficiënte U5. Maar uniek is het allemaal niet. De DC-laadsnelheid van 90 kW is verder wat mager voor een nieuwe auto en unieke features of technische innovaties ontbreken. Hij rijdt best aardig, maar dat is het dan ook wel. Voor €38.000 zou de U6 veel auto voor zijn geld bieden. Nu is hij in feite te duur en dat beperkt zijn kans van slagen op de Nederlandse markt.
De achterbank is bijzonder ruim.
Lezersreacties (64) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.