Suzuki Baleno 1.8 GTi (1996)

Deze Baleno speelt met zijn 1839 cc high-tech motortje een aardig rolletje mee in het segment van de opgewaardeerde compacts. Want laten we duidelijk zijn: de 3-deurs Baleno past met wat argumenteren in het segment van de Corsa"s, Fiesta"s, Punto"s en Clio"s.
Voorin de Baleno heb je een goede zit. Zeker in de semi-sportieve stoelen die tot de standaarduitrusting van de geteste Baleno 1.8 GTi - "n driedeurs hatchback - behoren. Ze hebben een vrij vlakke zitting, maar bieden wel extra zijdelingse steun. Het zitvlak kan met behulp van een draaiknop wat worden "verhard", voor wie dat wenst. Het dashboard met z"n typisch-Japanse lay-out (twee kleine instrumenten links en rechts van een grote snelheidsmeter en toerenteller) domineert nogal door zijn forse afmetingen en zwarte uitvoering, waardoor je een wat bekrompen indruk van het voorcompartiment krijgt. Links en rechts zitten standaard grote 120-liter-airbags opgeborgen.
Achterin is het allemaal minder, krap zelfs, als je uitgaat van de beschikbare beenruimte. Ten behoeve van de instap naar achteren klappen niet alleen de rugleuningen naar voren, maar schuift ook de stoel wat weg. Praktisch, tot het moment dat je de stoel weer in zijn oude - individueel ingestelde - positie terug denkt te kunnen zetten. Opnieuw afstellen dus.

Ingehouden kracht

De nieuwe 1,8-liter vierpitter van de Baleno is een mechanische lekkernij. Dankzij aluminium als bouwmateriaal weegt de motor slechts 85 kilogram. Een enkele ketting drijft twee bovenliggende nokkenassen aan, die op hun beurt weer twee in- en twee uitlaatkleppen per cilinder bedienen. Iedere cilinder heeft verder zijn eigen ontstekingsspoel en injectiesysteem (multipoint). Een trendsettertje in zijn klasse dus, met een mooi vermogen van 121 pk/89 kW bij 6200 tpm en een 152 Newtonmeter koppel dat al bij 3400 toeren paraat is.
Bij de geringste aanraking van het gaspedaal reageert de motor OK, maar bij gas los valt-ie wat traag in toeren terug. De krachtbron draait ook over een breed toerengebied soepel, maar gaat pas boven de 4500 toeren echt presteren. Waarmee het karakter eigenlijk kort is omschreven: de Baleno 1.8 heeft theoretisch alles in huis wat je zou willen, maar manifesteert dat niet mooi uitgebalanceerd. Hij jaagt je niet op en is zelfs geen wilde sprinter. Maar een hoog reistempo behoort w‚l tot de mogelijkheden. Bij een redelijk verbruik, al haalden we de Euronorm van 7,5 l/100 km niet als testgemiddelde. Boven de 4000 tpm neemt het verbruik overigens behoorlijk toe.
De vrij lange pook van het vijfversnellingsbakje schakelt niet altijd trefzeker. Wel zijn de bakverhoudingen interessant: ‚‚n en twee zijn lekker lang (tot 100 km/h), de andere drie sluiten met korte stapjes (sportief) op elkaar aan.
De kleine draaicirkel (9,40 meter) en de wielbasis van 2,38 m garanderen een uitstekende wendbaarheid. Op kruip-door-sluip-door routes is de Baleno GTi daarom een handzame opschieter. De vier schijfremmen met standaard ABS (!) houden het prestatiepotentieel uitstekend in de hand, terwijl de stuurbekrachtiging een weldaad is in de stad, want de auto staat op stevige sloffen. De wendbaarheid en ook de overtuigende bochtvastheid betaal je echter met een erg stugge vering en demping.
Wanneer de sportieve schokdemper-"setting" is ingeschakeld, kun je als liefhebber van een dynamische wegligging genieten in de GTi - van onderstuurd tot neutraal en zelfs neigend naar wegbreken als je het gas loslaat. Kleine oneffenheden - klinkerwegen en dergelijke - verwerkt het onderstel dan nog redelijk probleemloos met zijn sportieve karakter. Maar aan wat langere "deuken" in snelwegen heeft de 1.8 GTi een broertje dood - en dat wordt op lange ritten vermoeiend.
Met de Baleno 1.8 GTi is Suzuki de pubertijd ontgroeid. Het sympathieke Japanse merk staat met deze sportieve compact zelfverzekerd met beide benen in de markt. De prijs is weliswaar pittig gezien de afmetingen, maar naast prestaties biedt de GTi ook een rijke uitrusting. Wat niet wegneemt dat de Baleno sedan (met dezelfde 1.8-motor) qua ruimte en comfort meer waar voor zijn geld biedt. De wilde haren van Suzi GTi spreken dus wel aan, maar voor een beperkt, sportief denkend publiek. En met een kam er doorheen zal hij wellicht wat meer raffinement krijgen.