Test: Seat Toledo (2004)

Niets is wat het lijkt

Seat Toledo
AutoWeek 40 2004
AutoWeek 40 2004

Je leest het in AutoWeek 40 2004

De nieuwe Seat Toledo heeft alleen in naam nog iets van doen met het model dat hij op het punt staat af te lossen. Tot aan de C-stijl lijkt hij als twee druppels water op de Altea. Hoewel het onderscheid tussen beide dus op het eerste gezicht lastig te maken valt, onderstreept de komende Toledo wel welke kant Seat qua design op wil.

Wie straks een nieuwe Toledo in de achteruitkijkspiegel ontwaart, zal menigmaal denken met een Altea te maken te hebben. De modellen komen dan ook voor circa zestig procent overeen. Maar, niets is wat het lijkt. Over het uiterlijk tot en met de achterportieren kunnen we dus tamelijk kort zijn; dat is reeds bekend. Net als de Altea heeft de Toledo een gedrongen neus met grote, geknepen kattenogen, een prominente grille en een forse voorbumper. De flanken kennen dezelfde boogvorm. Seat spreekt van een Dynamic Line, die ook toekomstige modellen van het Spaanse merk zal sieren.

Achter de achterportieren gaan de Altea en de Toledo ieder hun eigen weg. De achterste dakstijl van de Toledo loop terug en het ontwerp doet hier denken aan dat van de Renault Vel Satis en ook de Toyota Picnic. De bips van de Toledo komt wat ieletjes over en dat is voornamelijk te wijten aan de relatief kleine achterlichtunits. Grotere exemplaren hadden het uiterlijk hier sprekender, minder amorf gemaakt. Volgens de makers is de Toledo een vierdeurs met grote achterklep. Een sedan, met andere woorden, net als de huidige Toledo. Dat gaat ons wat ver; de kofferklep van de nieuwe Seat knikt weliswaar achterwaarts onder de achterruit om een sedanvorm te suggereren, maar is gewoon een grote vijfde deur, waardoor de Toledo eerder een hatchbackachtige is. Seat heeft teruggegrepen naar een ontwerptruc van de eerste generatie van de Toledo. Die auto had eveneens een grote vijfde deur, maar oogde als een sedan. De komende doet dat echter maar nauwelijks.

Toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde van de Toledo ten opzichte van de Altea zit voornamelijk achterin. De eerste is met een lengte van 4,46 meter achttien centimeter langer dan de tweede. De kofferruime heeft een dubbele vloer; de bovenste is als een harmonica weg te klappen tegen de achterbankleuning aan. Er is dan 500 liter aan stouwruimte beschikbaar. Met de achterbankleuningen plat groeit de capaciteit tot 1.440 liter. Bij het plat leggen van de leuningen hoeven de hoofdsteunen niet te worden verwijderd en er ontstaat een mooie vlakke laadvloer.
Ook het passagierscompartiment is beslist niet onderbemeten. Achterin kunnen zelfs langeren van lijf en leden een comfortabele zitplaats vinden, zonder dat ze hun ledematen in allerlei rare bochten hoeven te wringen. Seat heeft de voorstoelen zo gemonteerd dat je je voeten er gemakkelijk onder kunt schuiven. Vooral de voorstoelen in de Sport- en Sport Up-edities verdienen een pluim. Ze ogen niet alleen mooi, ze verlenen ook voldoende steun.

DSG
Niet dat de Toldeo nu direct zo'n scheurijzer is dat je in je stoel vastgezet moet worden. Seat biedt de keuze uit een viertal motoren voor het model. Er zijn twee benzinemotoren; een 1,6, en een 2,0 FSi. En er worden twee diesels geleverd, een 1,9 TDi en een 2,0 TDi. Wij hebben kort kennisgemaakt met de grootste van de twee dieselaggregaten. De tweeliter diesel levert 140 pk. Het geluid dat hij produceert, blijft aangenaam op de achtergrond. De zelfontbrander maakt van de Toledo geen strepentrekker, maar wie stug de gasvoet onderin houdt, kan de Seat net tot tegen de 200 km per uur laten rijden. Standaard is de motor gekoppeld aan een vijfversnellingsbak. De optionele DSG/transmissie is een combinatie van twee drieversnellingsbakken en twee dubbele koppelingen. Als de ene bak z'n maximumtoerental bereikt, schakelt de tweede bak de volgende versnelling in. In de praktijk kenmerkt DSG zich door korte schakeltijden en een snellere acceleratie.
De Toledo 2.0 TDi spreidt een tamelijk comfortabel weggedrag tentoon. Hij wil best op één oor gaan hangen in de bocht en z'n kont naar buiten gooien als je het gas lost. De elektromechanische besturing, die de mate van bekrachtiging varieert afhankelijk van de rijomstandigheden, werkt vrij licht en zonder al te veel gevoel. Hoe anders is dat bij de 2,0-liter FSi, die we rijden in de Sport-Up-trim. Deze Toledo is gezegend met een sportonderstel en 17 inchwielen met laagprofielbanden. De besturing werkt veel directer en met meer precisie. Deze Seat voelt door het sportiever afgestemde onderstel veel strakker aan en betrekt z'n bestuurder nadrukkelijker bij het rijden. De direct ingespoten tweeliter benzinemotor levert 150 pk, die er niet helemaal uitkomen. Niet dat de Toledo niet van z'n plaats te branden is, in 9,7 seconden is de 100 km/h bereikt, maar een dergelijk vermogen belooft meer. De Toldeo doet vooral waarvoor hij bedoeld is: comfortabel een gezin met bagage van A naar B vervoeren. Af fabriek is de 2.0 FSI gekoppeld aan een zesversnellingsbak. De pook voelt lekker solide aan en is fluks door de verzetten te bewegen. De koppeling is een ander verhaal; die werkt als een soort aan-uitknop, en grijpt tamelijk abrupt aan. Even oefenen om vlot weg te rijden dus, zodat je niet eerst klungelig de motor laat afslaan.

Vijf niveaus
De Toledo komt in deze maand op de markt en kent vijf uitrustingsniveaus; Reference, Sport, Stylance en Sport-Up. De basisversie is rijker uitgerust dan die van de Altea, airconditioning is bijvoorbeeld standaard op alle uitvoeringen. Ook zes airbags en rondom elektrische bedienbare ramen zijn bij iedere Toledo af fabriek aan boord. De vanafprijs van de Toledo bedraagt 21.900 euro.