Rover 214 SLi (1994)
Eigen persoonlijkheid
Het is wonderlijk hoe soepel het oer-Britse Rover zich heeft aan-gepast aan de zeden en gewoonten van zijn vooruitstrevende Japanse partner Honda. Op basis van de inventieve techniek uit het Land van de Rijzende Zon slagen de Engelsen er steeds weer in met leuke auto's voor de dag te komen, die vaak nèt iets meer persoonlijkheid bezitten dan hun gepolijste voorbeelden. De uit de Honda Accord voortgekomen Rover 600-serie is daar een goed voorbeeld van en ook de Rover 214 SLi, is wezenlijk anders dan Honda's toch niet saaie Concerto.
Het zijn niet alleen de notehouten paneeltjes in het dashboard en het klassieke Roverschildje op de neus die het 200-model laten afwijken van zijn inspiratiebron. De tot koplamphoogte vergrote, kenmerkende Rover-grille en de forse voorspoiler maken een rustiger indruk dan het nogal drukke Honda-frontje en ook in zij-aanzicht toont het Britse produkt evenwichtiger. Het interieur toont minder verschillen, al zijn de Rover-stoelen wat minder bultig en pronkt de Brit natuurlijk met zijn befaamde edelhouten afwerkstrips.
Het verrassendste aspect van de testwagen is echter de in eigen beheer ontwikkelde krachtbron, die als K-motor bekend staat.
Rover produceert die viercilinder in een aantal uitvoeringen, waarbij de keus uit een 8- of 16-kleppenkop het grootste verschil uitmaakt. Dezelfde motor vind je trouwens ook in de snellere modellen van de 100-serie, die met een bescheiden 1,2-liter van 60 pk begint en zijn hoogtepunt vindt in de zestienkleps 1396 cc met het respectabele vermogen van 103 pk.
Deze krachtpatser bepaalt ook het karakter van de 214 LSi die in deze test zijn opwachting maakt. Er zijn niet veel 1400's te koop die zonder blikken of blozen zo'n bult vermogen leveren en het is dan ook niet verwonderlijk dat deze weelde zijn keerzijde heeft.
De zestienklepper is een echte toerenmotor, die er pas boven de 4000 kruk-asomwentelingen goed zin in krijgt. Toch toont hij zich in de lagere regionen bepaald niet bokkig; zijn soepelheid dankt hij aan een uitgekiend motormanagement. Desondanks kent ook de modernste elektronica zijn grenzen en binnen dat gebied functioneert de motor weliswaar opgewekt, maar met de typische kenmerken van zijn ras. Als hij flink op zijn staart wordt getrapt, neemt het motorgerucht fors toe en wie continu topprestaties verlangt, moet er behoorlijk voor op de schakeltoer. Immers, het maximum koppel van 127 Nm openbaart zich pas bij 5000 tpm en het topvermogen ligt daar slechts 1000 toeren boven.
Geen protest
Nog niet zo lang geleden heette zo'n smalle marge 'uiterst sportief', maar zoals gezegd hebben de multiklepstechniek en de boordcomputer daar verandering in gebracht.
De pittige 214 protesteert echt niet als je bij wijze van spreken in '5' afzakt naar de 60 km/h en dan met het gas op de plank gaat zitten afwachten wanneer de topsnelheid in zicht komt. Goed, het duurt even voordat er werkelijk iets gebeurt, maar als de 100 km/h eenmaal is gepasseerd, begint de Rover er toch behoorlijk aan te trekken. Met een beetje schakelen schiet het natuurlijk beter op; dat zie je aan de tussensprint van 80 naar 120, die in '4' bijna 6 seconden sneller gaat dan in '5'.
Ten slotte komt het toerige karakter van de motor ook tot uiting in de acceleratie van 0-100 km/h. Ondanks de lekker kort en vlot schakelende bak kwam de testwagen niet onder 11 seconden; voornamelijk doordat de motor na het schakelen steeds iets 'terugviel'.
De fabriek adverteert voor dat spurtje overigens de florissante waarde van 10,1 s, wat wel zal voortkomen uit de Engelse gewoonte om tot 60 mijl te accelereren. Dat is 96 km/h en scheelt nèt een keer schakelen.
Met zo'n pittige motor is ook een beetje wegligging nooit weg en in dit opzicht stelt de kleine middenklasse-Rover niet teleur. De bekrachtigde besturing is redelijk gevoelig en in het grensbereik laat het bochtgedrag zich moeiteloos met het gaspedaal beïnvloeden. De vrij stevige vering werkt daar van harte aan mee; ook in korte bochten blijft het overhangen redelijk binnen de perken.
In zijn klasse is de Rover 214 SLi ongetwijfeld een aparte persoonlijkheid. Hij bezit een onmiskenbaar cachet, presteert beter dan een aantal zwaarder gemotoriseerde concurrenten, bevindt zich met zijn overige techniek op Japans-verzorgd niveau en heeft een heel fatsoenlijke accessoiresbezetting.
Tot voor kort ontbrak daaraan de tegenwoordig bijna verplichte airbag, maar ondertussen heeft Rover die samen met een stel automatische gordelspanners aan het optiepakket toegevoegd.
Daarmee is de 214 LSi in alle opzichten volledig bij de tijd en ondanks zijn vrij pittige prijs een heel aantrekkelijke auto.
Signalement
Merk | Rover |
---|---|
Model | 214 SLi |
Carrosserie | 5-deurs, hatchback |
Transmissie | 5 versnellingen, handgeschakeld |
Aandrijving | voorwielaandrijving |
Nieuwprijs | € 16.332 |
Specificaties
Brandstof | benzine |
Motor | 4-cil. in lijn |
Cilinderinhoud | 1.396 cc |
Maximaal vermogen | 76 kW / 103 pk bij 6.000 tpm |
Maximaal koppel | 127 Nm bij 5.000 tpm |
Inhoud brandstoftank | 55 l |
Lengte / breedte / hoogte | 4.220 mm / 1.680 mm / 1.400 mm |
Wielbasis | 2.550 mm |
Massa leeg | 1.080 kg |
Laadvermogen | 470 kg |
Aanhangermassa geremd / ongeremd | 800 kg / 500 kg |
Banden | 175/65TR14Prijzen |
Topsnelheid | 175 km/h |
Acceleratie 0-100 km/h | 11,1 s (fabrieksopgave: 10,1 s) |
Acceleratie 80-120 km/h in 4/5 | - s |