Rij-impressie - Porsche Macan GTS

Een sportievere versie van een Porsche. Dat klinkt welhaast als een pleonasme. Maar toch is dat waar GTS voor staat. Een traditie die terug gaat naar 1963, toen de raceafdeling van Porsche de 904 GTS de baan op stuurde. Vervolgens duurde het tot 1981 voordat deze lettercombinatie zijn weg vond naar een snelle 924 en in 1992 op de 928. Pas 15 jaar later, in 2007, volgt de Cayenne GTS en sinds die tijd volgde er van alle andere modellen ook zo'n extra sportieve variant. De Macan GTS is nummer tien in de rij. De zescilindermotor met twee turbo's levert dankzij een betere beademing en een met 0,2 bar verhoogde turbodruk 20 pk en 40 Nm extra ten opzichte van de Macan S. Dat komt dus aardig dicht in de buurt bij de specificaties van de Turbo en ook de prestaties van de GTS blijven niet zo gek ver achter bij die van het bijna € 8.000 duurdere topmodel. De V6 heeft trouwens een dry sump-smeersysteem, waardoor de motor een paar centimeter lager in het chassis kan worden gehangen, dankzij de afwezigheid van een oliecarter. De andere Macans met benzinemotor hebben dit ook, de versie met dieselmotor niet.

Hoge 911

Hoeveel sportiever dan de S – die al zeer goed stuurt - is de Macan GTS? De auto waarmee wij rijden, heeft geen luchtvering, maar is wel voorzien van PASM (Porsche Active Suspension Management), een optie die standaard is voor de GTS, net als een met 15 mm verlaagd onderstel en 20-inchwielen. De sportuitlaat zorgt voor een krachtig geluid, soms lijkt het zelfs net alsof er een V8 aan het werk is, zo zwaar klinken de arbeidsslagen van de V6. Het zal er ook mee te maken dat we direct voor de modus 'sport plus' hebben gekozen, dan gaan er namelijk een paar kleppen open in het uitlaatsysteem. Ook de transmissie (PDK, Porsche Doppel Kupplung) staat dan in zijn scherpste stand en de schokdempers houden de bewegingen van de veren nóg beter in toom. Voeg daarbij de vrij directe besturing en je beschikt over een SUV die een stuk lichtvoetiger aanvoelt dan de bijna 1.900 kg die hij weegt. Het is alsof je in een hoge 911 over de weg gaat, een gevoel dat nog eens extra wordt onderstreept door de welvingen van de voorspatborden die je altijd in je blikveld hebt. Ondanks de stevige vering en demping is de Macan GTS geen moment vervelend hard. Net als bij de 911, is Porsche erin geslaagd om een perfecte onderstelafstemming te creëren.

Beste keus

Iedere Macan heeft vierwielaandrijving, zo ook de GTS. Normaal gesproken gaat alle kracht naar de achterwielen, maar indien nodig, kan deze ook voor 100% naar de voorwielen. Op het dashboard is te zien hoe de aandrijfkrachten worden verdeeld en als we tijdens snel bochtenwerk met een schuin oog naar de display kijken, zien we dat dit behoorlijk varieert, om er steeds voor te zorgen dat er voldoende grip en tractie is. Je moet het wel héél bont maken om de Macan van de wijs te brengen, hij laat zich snoeihard door bochten jagen. En bij het uitaccelereren voel je die 500 Nm koppel uiteraard goed, terwijl je tijdens het aanremmen van bochten merkt dat de vier schijven totaal geen moeite hebben om het tempo er weer uit te krijgen. Niet zo verwonderlijk: de GTS heeft hetzelfde remsysteem als de Turbo. Kortom, de Macan GTS is in alle opzichten op zijn taak berekend en doet nauwelijks onder voor zijn duurdere en 40 pk sterkere stalgenoot. Zijn meerprijs van € 14.800 ten opzichte van de S maakt de GTS niet alleen waar door zijn hogere prestaties, maar ook door de standaarduitrusting. Want voor 20-inchwielen, PASM, een sportuitlaatsysteem, het Sport Design Pakket, de bi-xenon koplampen betaal je op de S zomaar dik tien mille extra. Wat ons betreft is de GTS een mooie aanvulling op het programma en feitelijk de beste keus, ook al blijft € 107.000 een aardige som geld…