AutoWeek.nl heeft je steun nodig
We zien dat je een adblocker gebruikt. Dat vinden we jammer, want alleen dankzij advertenties kunnen we autoweek.nl gratis toegankelijk houden. We willen je vragen voor autoweek.nl een uitzondering te maken. Wil je jouw adblocker voor ons pauzeren? Zo werkt het
Rij-impressie - Audi TT
Guerilla-revolutionair
89 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Audi heeft niet echt de waaghals uitgehangen bij het tekenen van de gloednieuwe TT. Maar, gelukkig durven ze binnenin en onderhuids wat meer te experimenteren. Genoeg om de stevige prijs te rechtvaardigen?
Nog geen kwartier nadat het grote beeldscherm voor m'n neus voor het eerst aanging lijkt het al alsof het er altijd heeft gezeten. Alsof het normaal is dat alle functies van een auto ondergebracht zijn in een breedbeeldscherm recht voor de bestuurder. Terwijl dat het allerminst is, sterker nog: het interieur van de nieuwe Audi TT mag met recht een kleine revolutie genoemd worden. Snelheidsmeter en toerenteller worden digitaal weergegeven, net als een levensgrote kaart voor de navigatie, alle functies van de boordcomputer, telefoon en radio. En dat alles in kraakheldere resolutie en met een snelheid die doet twijfelen of dit wel echt een digitaal instrumentarium is. Pas als na een druk op de start/stop knop het beeldscherm uitdooft weet je weer zeker dat het zo is. Het enige dat je niet via het scherm vóór je bedient is de airco, maar ook die is allesbehalve conventioneel. Alle knoppen daarvoor zijn ondergebracht in het midden van de turbine-achtige uitstroomopeningen. Het resultaat is een vooruitstrevend, high-tech en toch stijlvol interieur. Gewaagd en geslaagd dus.
Jammer alleen dat dat vernieuwende interieur verpakt zit in een koets die, laten we het zachtjes uitdrukken, niet overloopt van de vernieuwingsdrang. Bij een snelle blik zou je zelfs kunnen denken dat het gaat om een facelift. Enerzijds natuurlijk begrijpelijk aangezien de TT één van Audi's meest herkenbare modellen is. Anderzijds was de eerste juist een enorm radicaal vormgegeven auto. En dat kan van deze nieuwste niet echt gezegd worden. Sterker nog, de buitenmaten zijn nagenoeg identiek aan de oude. Alleen de wielbasis is met vier centimeter echt toegenomen ten opzichte van de TT twee.
Modulair
Dat laatste is een gevolg van het modulaire MQB-platform waarop de TT gebouwd is. In de basis deelt deze coupe dus veel onderdelen met auto's als de Volkswagen Golf en Seat Leon. Maar het platform biedt genoeg ruimte om te variëren en dus rijdt deze Audi wezenlijk anders dan die beide voorbeelden. De eerste meters maken we met een auto met zogenoemd S-Line sportonderstel. En die is opvallend stug geveerd. Zozeer zelfs dat er op slecht wegdek best wat gebonk hoorbaar is en comfortabel kunnen we 'm niet noemen. Maar als we even later een verlaten bergweg met mooie bochten tegenkomen laat de TT zien waarvoor je dat comfort hebt opgeofferd. Met een gretigheid die we pas sinds recent kennen van Audi wil de neus van de sportief gelijnde coupe naar de binnenkant van de bocht. Tegelijkertijd voelt ook de achterzijde van de auto lichter aan, wat de auto speelser maakt dan z'n directe voorganger. Een hardcore sportauto is het niet, maar meer dan ooit kijk je uit naar die ene mooie bocht in je route. Ondanks het gemis van vierwielaandrijving op ons testexemplaar is de grip bovendien erg goed, pas als je echt lomp gaat rijden schuift-ie over z'n voorwielen weg. Het enige kritiekpuntje vormt de besturing, die heel direct is maar wat onwennig aanvoelt. Hoe verder je indraait, hoe directer de installatie wordt en dat maakt het soms onnodig lastig om te bepalen hoe ver je precies moet insturen om een bocht mooi te ronden. Maar dat de nieuwe TT als sportieve coupe beter uit de verf komt staat vast.
Sterke motoren
Om de suggestie van sportiviteit nog wat verder aan te wakkeren zet Audi de TT alleen met sterke motoren in de markt. Het feest begint pas vanaf 184 pk in de tweeliter TDI. Benzinerijders krijgen minimaal 230 pk en voor echt waaghalzen is er de 310 pk sterke TTS (zie kader). Wij maken onze eerste kilometers echter in de diesel. En met 184 pk en 380 Nm heb je daar natuurlijk in de praktijk ruim voldoende aan. Zeker bij hernemingen hoef je weinig medeweggebruikers voor te laten gaan. Door de souplesse van de viercilinder diesel, die z'n 380 Nm tussen 1.750 en 3.250 paraat heeft staan, is het ontspannen rijden met de TT. De licht maar exact schakelende zesbak past prima bij de motor. Voor zakelijke rijders biedt de TDI nóg een voordeel: de motor komt in aanmerking voor 20% bijtelling.
En dat scheelt al snel een aanzienlijk bedrag, want de nieuwe TT is geen goedkope auto. De prijslijst begint pas bij € 45.800 voor de 2.0 TFSI en de diesel is er vanaf € 46.700. Standaard krijg je dan wel dat digitale instrumentarium, 17 inch lichtmetaal en xenon-verlichting. Maar geheel in traditie blijft er daarnaast natuurlijk nog een heleboel aan te vinken op de ellenlange optielijst. Zo sluipt de prijs van de TT ongemerkt heel snel richting € 50.000 en meer. En dan is het maar de vraag of je portemonnee die guerrilla-aanval kan weerstaan.
Lezersreacties (89) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.