Test: Audi RS5 Cabriolet

Sinds jaar en dag staat RS bij Audi voor de allersnelste uitvoering in de betreffende reeks. In het geval van de A5 hebben we daar natuurlijk al kennis mee kunnen maken, de RS5 is immers alweer sinds 2010 op de markt. Maar nu is het ook mogelijk om de power van die RS5 te combineren met de beleving van open rijden. Met een druk op de knop laat de stoffen kap zich in vijftien seconden achterin de auto opvouwen, het opzetten van het dak vergt met zeventien seconden net wat meer tijd. Uiteraard is de open RS voorzien van een windscherm en verwarmbare stoelen, een systeem dat warme lucht in je nek blaast is optioneel ook verkrijgbaar. De winter is dus geen excuus om de kap niet open te hebben. Misschien belangrijker in dit geval is dat de koets stijf genoeg is om ook nog eens de bochtsnelheden aan te kunnen die je van een auto met een dergelijk typeplaatje mag verwachten. Althans, dat is wat de Duitsers zelf ons beloven.

Daarbij gaat men namelijk wel erg makkelijk voorbij aan een behoorlijk gewichtig pijnpunt. Letterlijk, want de dakloze RS is bepaald geen vedergewicht. Volgens Audi hoeft elke pk slechts 4,27 kilo te trekken en dat is een vrij gunstige pk/gewichtsverhouding. Maar met een maximumvermogen van 450 pk betekent het ook dat de cabriolet 1.921 kilo weegt. En dat gewicht voel je wanneer je remt, dan drukt de auto namelijk stevig door. Dit ondanks de forse Wave-Design remschijven, die volgens Audi 3 kilo van het onafgeveerde gewicht afhalen. Maar ook bij het insturen van een bocht merk je de riante hoeveelheid kilo's. Het stevige onderstel ten spijt voel je dat de neus het liefst rechtdoor wil. Lichtvoetig en scherp is de auto absoluut niet, een BMW M3 Cabrio biedt bijvoorbeeld veel meer scherpte. Wel is de tractie dankzij de vierwielaandrijving van bijzonder hoog niveau. Heb je de neus eenmaal de bocht in dan moet je wel heel erg tekeer gaan om de grenzen van de grip te overschrijden. Het adaptieve systeem stuurt standaard 60 procent van de aandrijfkrachten naar de achterwielen en kan maximaal 85 procent naar achteren of 70 procent naar de voorwielen sturen indien nodig. Bocht uit is de RS5 ook in open versie dus moeilijk te kloppen. Voor de enthousiaste bestuurder is het bovendien goed om te weten dat de besturing, net als bij de RS4 Avant, een stuk beter is geworden. Directer en minder vaag, hoewel het op lage snelheden nog altijd wat te licht is. Verder merk je beter dan voorheen dat er meer krachten naar de achterwielen worden gestuurd. Je moet 'm provoceren, maar dan is de RS5 best te verleiden tot een gecontroleerd wegschuivende achterzijde, al is het optionele sportdifferentieel dan wel een vereiste .

Sensatie

Als rasechte sportwagen mag de RS5 Cabriolet dan niet ideaal zijn, als sensatie-machine slaagt de Audi met vlag en wimpel. Het geluid van de 4,2-liter V8 is in de coupé al een feest, maar in de dakloze variant komt het nog wat beter tot z'n recht. Zeker met sportuitlaat klinkt de achtcilinder magistraal. Donker en dreigend als je rustig rijdt, en met een prachtig gebrul als je de motor op toeren jaagt. En dat zal je voor maximale prestaties echt moeten doen, want de V8 stelt het zonder turbo of mechanische compressor. Pas bij 8.250 krukasomwentelingen piekt de motor, terugschakelen is dus veelvuldig nodig.

Over schakelen gesproken, dat gaat altijd via een 7-traps S-Tronic met dubbele koppeling. Er is geen handgeschakelde versnellingsbak verkrijgbaar, al wordt dat gemis deels verzacht door de snelle schakeltijden en het feit dat je in Manual (bijna) volledige controle hebt over de bak. Schakel je niet tijdig op, dan ramt de motor de toerenbegrenzer in, en zo hoort het natuurlijk. Bij het terugschakelen regelt de auto bovendien zelf een dot tussengas, wat gepaard gaat met een vette plof uit de uitlaat. Vooral erg sensationeel in tunnels, waar het geluid zeker met de kap open letterlijk voor kippenvel zorgt. Dat de Cabrio in harde cijfers minder snel is dan de lichtere coupé vergeef je hem bij gratie van z'n auditieve beleving dan ook al gauw. En in 4,9 seconden naar de 100 is het soort minder snel waar goed mee te leven valt.

Prijzig

Voor de luidruchtige genieter die na het lezen van de vorige alinea al met de jas aan in de hal staat om er één te bestellen is er nog wel een (potentieel) obstakel: het prijskaartje. Goedkoop is een auto als deze natuurlijk nooit, maar door de forse CO2-uitstoot wordt de auto in ons land helemaal prijzig. De prijslijst van de open RS5 begint namelijk bij € 134.590. Ter vergelijking, bij onze Oosterburen kost dezelfde auto € 88.500. Voor dat geld heb je een sensationele machine, die z'n investering waarschijnlijk waard is. Zeker omdat de standaarduitrusting voor dat bedrag toereikend is. Xenon verlichting, lederen, elektrisch verstelbare en met leer beklede sportstoelen en MMI zijn bijvoorbeeld standaard, al moet je voor zaken als instelbare dempers, keyless entry en het AirScarf-achtige nekverwarmingssysteem dan wel weer bijbetalen. Maar door het bedrag dat Audi er in ons land voor verlangt vermoeden we dat dit een zeer zeldzame verschijning zal blijven op de Nederlandse wegen. En dat is voor de liefhebbers van dit soort auto's heel erg jammer.