Renault Sport Spider - Blits Bezit

Hele vreemde eend

52 reacties

Video
AutoWeek 02 2019
AutoWeek 02 2019

Je leest het in AutoWeek 02 2019

Renault springt wel vaker uit de band, maar zelfs voor de begrippen van dat merk is de Sport Spider een heel bijzonder apparaat. Zelfs nu, ruim twintig jaar na z'n lancering, mag het met recht een Blits Bezit heten.

We moeten het hebben over Renault en de Formule 1. En ja, met de kennis van nu heeft dat een wrange bijsmaak, want als Renault wat beter zijn best had gedaan, had Max Verstappen nu meer races gewonnen of was hij misschien wel bijna wereldkampioen geweest. Er was een tijd dat Renault in de Formule 1 alle concurrenten naar huis reed.

Recent nog, met de vier titels van Vettel in zijn Red Bull-Renault, en in 2005 en 2006 met Fernando Alonso als wereldkampioen voor het Renault-fabrieksteam. Ook in de jaren 90 reeg Renault de F1successen aaneen: tussen 1992 en 1997 werd Renault maar liefst vijf keer wereldkampioen, als motorleverancier van Williams en Benetton. Grote namen als Nigel Mansell, Alain Prost, Michael Schumacher, Damon Hill en Jacques Villeneuve werden allemaal wereldkampioen met een V10 van Renault achter hun rug.

Dat die titels werden gewonnen ten koste van de jongens uit Maranello maakte het alleen nog maar leuker. Zoveel succes, dat verdiende wel een uitspatting, vonden ze bij de Régie in Boulogne-Billancourt.

VIRAL

Zelfs op de leeftijd van 25 jaar kun je de Renault Sport Spider nog steeds een uitspatting noemen. Zo laag, zo breed, zo geel, en dan nog met vleugeldeuren ook. Het was de eerste auto die niet slechts Renault, maar Renault Sport werd. En hoewel er onder dat label nog heel veel moois uit Frankrijk zou komen, is de Spider nog altijd de extreemste Renault Sport van allemaal.

Als je introvert bent en graag opgaat in het decor, dan is de Renault Sport Spider niets voor je. Mensen kijken, kinderen wijzen, pubers vallen van hun fiets en buschauffeurs zetten grote ogen op als de gele Spider ineens uit hun dode hoek komt denderen. Rij 20 kilometer in een Spider en je gaat viral op Facebook en Instagram tegelijk, op een wijze die eigenlijk alleen is voorbehouden aan de duurste Lamborghini’s of Ferrari’s. Dat heeft in elk geval één voordeel: je hoeft geen moeite te doen om lachend op de foto te staan.

VOORRUIT OPTIONEEL

Toen de Renault Sport Spider werd onthuld, twijfelde niemand eraan of Renault een sportieve auto kon maken. De 5 Alpine Turbo, de 5 GT Turbo, de Clio 16V en de Clio Williams hadden alle twijfel daarover al weggenomen.

Maar Renault wilde meer. Niet alleen omdat het podium van het te vieren succes – de F1 – meer hardcore was dan alle Vijfjes en Clio’s bij elkaar, maar ook omdat Lotus een sensatie had ontketend met de Elise, die helemaal back to basic ging. Dat deed Renault met de Spider ook. De luxe opsommen die je in de Spider ten deel valt, is een gemakkelijk klusje: je krijgt een stoel, een driespaaks stuurwiel, een versnellingspook en drie pedalen. De echte verwennerij zit hem in het feit dat je ook nog eens drie analoge en twee digitale meters en een handjevol controlelampjes cadeau krijgt. Je gelooft het niet, maar de voorruit was optioneel.

GROOTSE PLANNEN

Tijd om eerlijk te zijn, want tot nu toe klinkt het alsof Renault met de Sport Spider zijn klanten veel liet betalen voor drie keer niks. Goed nieuws: zo zit het dus niet. Renault had grootse plannen met de Spider: hij werd feitelijk ontwikkeld als racewagen, waarmee Renault een spectaculaire merkencup wilde opzetten. Dat deed het eerder al met de 5 en de Clio, maar ook met spectaculaire monsters als de 21 Turbo en de Alpine. De races met de Spider figureerden in het voorprogramma van onder ander het BTCC. Coureur Jason Plato rolde de concurrentie op en promoveerde van Spider-kampioen naar BTCC-kampioen, om vervolgens beroemd te worden als televisiepresentator.

Ook Europees toerwagenkampioen Andy Priaulx begon zijn carrière in de Spider Cup. In 1999 gaf hij niemand anders een kans door gewoon alle races te winnen. Dat oppermachtige gevoel wilde Renault ook gewone stervelingen geven, want van de 1.726 geproduceerde Spiders waren er slechts 90 bedoeld voor het circuit, de rest mocht de weg op met een baasje dat bereid was ervoor te betalen. Met een prijs van ruim € 37.000 was de Spider geen koopje, maar sommige dingen laten zich niet in geld uitdrukken.

HOOR MIJ BULDEREN!

Je kunt niet anders concluderen dan dat Renaults ontwerpers een redelijk schaamteloze blik op Lamborghini hebben geworpen. Het waren immers de vakmensen uit Sant’Agata die de vleugel deur zo beroemd en begeerd maakten. En eerlijk is eerlijk, ze dragen ertoe bij dat de Spider speciaal voelt vanaf het moment dat je de deur openmaakt en je over de brede dorpel in de kuipstoel wurmt, waarin vierpuntsgordels je rotsvast op je plek houden. Het interieur is dan wel basic, door het contrasterende zwart, geel en blank aluminium is het een vrolijke boel, waarin je heerlijk knus zit.

Vlak achter de rug van een Spider-bestuurder ligt een tweeliter viercilinder, die we al kenden uit de Renault Clio Williams. Bijzonder sterk is het blok niet en qua audio is het ook niet geniaal, maar de gasrespons is lekker giftig en zodra je de 5.000 toeren passeert, sluipt er een vleugje ‘racewagen’ in het geluid, alsof de kleine Spider ineens doorheeft hoe je een BTCC-Laguna van ‘back in the days’ nadoet. De Spider maakt gebruik van een aluminium spaceframe en dat is te voelen.

Toch is het visuele drama wellicht nog wel het grootste pluspunt van de aluminium basis van de Spider. In de voetenruimte zie je het aluminium inclusief de grote en zelfs wat slordige lasnaden. We kunnen ons normaal gesproken flink ergeren aan zo’n gebrek aan afwerking, maar je vergeeft het de Spider. De lasnaden zijn gewoon zijn manier om te zeggen: “Ik ben een racewagen, hoor mij bulderen!”

HARD WERKEN

Dat het met dat bulderen wel wat tegenvalt, hadden we al geconcludeerd, maar daardoor laat de Spider zich dus mooi niet ontmoedigen. Waar de Spider er wel in slaagt om een overtuigende imitatie van de beste supercar neer te zetten, is namelijk in het bochtenwerk. Overhellen doet de Spider niet. Nooit. Jamais.

Hij vreet zich vast in het asfalt en laat het niet los. Kortom, de Spider heeft een chassis waarop Renault trots mag zijn. Ondertussen voel je de weg in je achterwerk en je rug, zonder dat je botten versplinteren. De vering van de Spider is direct, maar toch niet oncomfortabel. Dat is ook nodig. De Spider geeft het ‘coureursgevoel’ niet zomaar weg, je moet er hard voor werken.

Weet je nog hoe luxe totaal afwezig is in deze Renault? Dat geldt dus ook voor stuurbekrachtiging. Sturen vraagt om spierballen en zodra je lang zame bochten of een parkeerterrein bereikt, wordt het zelfs een pijnlijk verhaal, maar tot die tijd ben je veilig. Als de gang in de Spider zit, heb je op het vlak van stuurgevoel niets meer te wensen.

Trouwens, over bekrachtiging gesproken: die is ook afwezig op de remmen. Ver en hard trappen is het devies, en hoewel dat even wennen is, merk je al snel dat de remkracht in de Renault zich nagenoeg perfect laat doseren en je je bochtsnelheid tot op de kilometer exact kunt bepalen. Tenminste als de digitale snelheidsmeter – geïmporteerd uit de Twingo – het doet, want dat mankeert er nog wel eens aan.

Ondertussen voel je de wind door je haar en in je oren en stuitert er soms eens een vliegje over de voorruit tegen je voorhoofd. Moet je nagaan dat de Spider eigenlijk was bedoeld om zonder voorruit te worden geleverd. Dan is een helm een must. Stel je voor hoe dat eruit ziet op Instagram of Facebook!

VAKER WINNEN

Praten over de Renault Sport Spider komt al snel neer op uiterlijkheden. Wat wil je ook, met zo’n extreem uiterlijk, dat je bovendien nauwelijks nog tegenkomt. Dat de Spider werd gebouwd in de Alpine-fabriek in Dieppe maakt het verhaal van dit gele racemonster alleen maar mooier. Hoewel de Régie Renault sindsdien andere lekkere scheur ijzers heeft gemaakt, zet de Spider je toch aan het denken. Was die Renault-motor maar beter. Kon Max Verstappen maar vaker winnen. Was onze Max dit jaar maar wereldkampioen geworden. Dan zou Renault misschien nog eens kraaien van plezier, zoals het na zijn Formule 1successen in de jaren 90 deed.

BLITSE BEZITTER

De band tussen Aad de Zeeuw (50) en Renault duurt al ongeveer een halve eeuw. Zijn ouders werkten allebei bij een Renault-dealer, als magazijnchef en als telefoniste, en als klein jochie zat Aad al vaak te genieten tussen de Renaults. Nooit reed hij een auto van een ander merk en Aad had bovendien de mazzel dat hij een echtgenote vond die zijn liefde begrijpt. Aad: “Voor mijn dertigste verjaardag regelde mijn vrouw dat ik een dag met een Spider mocht rijden. Dat had ze beter niet kunnen doen”, vertelt hij. Aad was vanaf die dag hopeloos verliefd: nóg meer op zijn vrouw, maar dus ook op de Renault Sport Spider.

In 2003, zo’n zes jaar na die verjaardagrit, kocht Aad zijn eigen Spider, zonder dat hij op dat moment wist dat hij een heus investeringsobject in handen had. “Elke rit in deze auto is een belevenis”, glundert Aad, die wel dagen zou kunnen vertellen over de avonturen die hij met zijn Spider beleefde. Een bijna-crash op Zolder, verwoede pogingen om Eau Rouge op Spa-Francorchamps vol gas te nemen, honderden jongetjes die de ‘gele Ferrari’ naroepen en nawijzen, het nooddakje dat hopeloos tekortschiet in oud-Hollandse hoosbuien, eeuwige roem op het concours op Paleis ’t Loo en die ene keer dat Aad werd gevraagd om met zijn Spider te schitteren bij Rotterdam City Racing. “Daar reden we op dezelfde baan als Max Verstappen”, grijnst Aad.

Trouwens, Rotterdam was ook het decor van één van zijn vreemdste Spider-ervaringen. “Ik stond bij het verkeerslicht op de Coolsingel, waar veel mensen overstaken. Eén man stopte, keek me aan en zei uit het niets: ‘Vuile klerelijer, ik hoop dat het gaat regenen vandaag!’ Ik snap nog steeds niet wat ik hem heb misdaan!”

Dat Aad voor zijn Spider een uitlaat op maat liet maken om een sportiever geluid te krijgen, dat hij zijn auto een ‘kart voor de openbare weg’ noemt en er niet aan moet denken om zijn auto op een trailer naar het circuit te vervoeren, het spreekt allemaal boekdelen over Aads liefde voor de Spider. Niets is echter een mooiere liefdesverklaring dan deze: “In de winter zet ik mijn helm op, trek ik mijn thermoonderbroek aan en dan ga ik gewoon rijden.”

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Signalement

Merk Renault
Model Sport Spider
Carrosserie 2-deurs, cabrio
Transmissie 5 versnellingen, handgeschakeld
Aandrijving achterwielaandrijving
Nieuwprijs € 37.391

Specificaties

Brandstof benzine
Motor 4-cil. in lijn
Cilinderinhoud 1.998 cc
Maximaal vermogen 110 kW / 150 pk bij 6.000 tpm
Maximaal koppel 186 Nm bij 4.500 tpm
Inhoud brandstoftank 50 l
Lengte / breedte / hoogte 3.795 mm / 1.830 mm / 1.250 mm
Wielbasis 2.343 mm
Massa leeg 930 kg
Laadvermogen 200 kg
Banden225/50VR16Prijzen
Topsnelheid 215 km/h
Acceleratie 0-100 km/h 6,9 s
Brandstofverbruik 8,7 l/100km

Lezersreacties (52) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.