Praktijkervaring Porsche Boxster 987: ‘De auto heeft echt twee karakters’
Eigenaren over tweede generatie instap-Porsche met middenmotor
- Elco van der Meer
- Praktijkervaring
De originele Porsche Boxster bleek de redder van het merk, een rol die later nog eens door de Cayenne werd vervuld. De Duitsers waren het compacte model blijkbaar zó dankbaar dat het tot de dag van vandaag bestaat. In dit artikel kijken we naar gebruikersreviews van de tweede generatie, 987 voor intimi. Met de zomer voor de deur zijn we wel héél benieuwd naar de plussen en minnen van deze kleine Porsche.
De Boxster 987 kwam in 2005 op de markt. Ten opzichte van zijn voorganger verdwenen de opvallende spiegelei-koplampen, maar het oorspronkelijke recept bleef hetzelfde. Ook de tweede Boxster heeft dus een middenmotor. Hoewel de auto gedurende zijn levenscyclus diverse motorvarianten kende, hebben deze één ding gemeen: het zijn zescilinder boxers, met vermogens variërend van 240 pk (de 2.7) tot 330 pk voor de 3,4-liter Boxster S Black Edition. Voor het eerst was de tweede Boxster er ook als coupé, die als Cayman door het leven gaat.
Hoe rijdt het?
Een Boxster koop je, misschien nog wel meer dan een 911, voor het rijden. “Het rijdt zoals je mag verwachten van een Porsche, denk ik” schrijft de eigenaar van een handgeschakelde Boxster 2.7 uit 2008. “Hij stuurt zwaar, maar precies. Je kunt er heerlijk mee cruisen, maar passeer je de 4.000-4.500 toeren per minuut, dan gaat hij er als een speer (figuurlijk) vandoor. Onder de 4.000 toeren is het een heel soepele motor, maar geen snelheidsmonster. De auto heeft echt twee karakters.”
De eigenaar van een Boxster S met automatische transmissie, die de auto liefkozend ‘Boxie’ noemt, onderschrijft dat. “Boxie is voor mij de ultieme sportieve metgezel voor 'zomaar erop uit gaan'; genieten van de messcherpe besturing op bochtige landweggetjes door bossen of langs rivieren, de geur opsnuiven van het pas gemaaide gras of van de soms onvermijdelijke koeienstront. Maar wanneer ik snel van A naar B moet, is ook het rijden op de snelweg een genot dankzij de souplesse van de motor en de lenigheid en scherpte van het sublieme en stevige onderstel.”
‘Als op rails’
De eigenaar van een Boxster RS 60 Spyder, niet te verwarren met de Boxster Spyder, had eerder een Honda S2000, die hij naar eigen zeggen nooit zou verkopen. Autoliefhebbers weten wat dat betekent, dus staat er nu een Porsche op de oprit. “De wegligging van de Boxster is heel erg neutraal, van onder- of overstuur is geen sprake en de auto gaat als op rails de bocht door”, schrijft hij. Een verschil met de wat listiger bevonden Honda. De Porsche biedt daarnaast meer comfort. “De Boxster staat op 19-inch en mijn S2000 had 17-inch wielen”, licht de eigenaar toe. “Desondanks is de Boxster veel comfortabeler geveerd, behalve als de sportmodus van het PASM is ingeschakeld. Ook zorgt de beter geïsoleerde kap voor meer geluidscomfort.”
De Porsche heeft echter meer in zijn mars, zoals de rijder van een 2005 Boxster S aanstipt. “Ook een aantal keren in de Eifel gereden en natuurlijk heen en terug de top getest. Ik hem hem al één keer boven de 280 gehad. De 270 haalt hij redelijk snel en de Boxster ligt dan nog zo enorm stabiel.” Daarbij laat hij zijn oudere broeder achter zich. “Wat een verschil met de 993, natuurlijk ook een generatiekloof.” Enne, over die Eifel gesproken? “Om te sturen op wegen zoals in de Eifel is ie fantastisch. PSM laat een lichte slip toe. Dat maakt het rijden extra spannend en ook wel weer veilig.”
Is dan iedereen lyrisch? Nee, één eigenaar reed naar eigen zeggen 85.000 kilometer in een jaar tijd. “Het stugge onderstel in combinatie met de irritante bijgeluiden van de banden en kap maken lange ritten tot een beproeving”, schrijft hij daarover. Ook het onderstel moet het ontgelden. “Het is te hard en op slecht wegdek is de auto constant in beweging (stoterig) en vooral dwarsnaden worden voelbaar doorgegeven.” Het is van een afstand altijd lastig oordelen, maar het lijkt erop dat deze rijder beter af was geweest met een Cayenne.
Zo bevallen de boxers
Natuurlijk is de zescilinder boxermotor onderdeel van de rijbeleving. “Zelf had ik nooit verwacht dat 245 pk genoeg zou zijn, maar dat is het wel”, schrijft de eigenaar van een Boxster 2.7. "Staar je niet blind op de 245 pk, het is de beleving die het afmaakt. Schakel naar de tweede versnelling en begin met optrekken vanaf 2.000 toeren. Hoe meer toeren de motor draait, des te meer sensaties en vibraties achter je rug vandaan komen! Het zorg ervoor dat je elke keer weer een glimlach op je gezicht hebt wanneer je erin rijdt.” Een ervaring die met een andere 2.7-rijder wordt gedeeld. Die schrijft: “Doordat de auto relatief licht is, voelt hij ongelooflijk snel aan, en hij is het ook nog. De motor is erg mooi op het gas en boven de vierduizend toeren hoor je de prachtige Porsche-sound.”
Wat biedt hij nog meer?
Het is duidelijk dat rijbeleving in gebruikersreviews de boventoon voert, maar er is meer te benoemen. De rijder van een Boxster S uit 2009 is duidelijk in zijn kritiek. “Door mijn jarenlange positieve gebruikservaringen met verschillende Audi's ben ik van mening dat het gebruik van 'aluminium gelakte plastics' in een Porsche absoluut niet kan, en van een ongekende gierigheid en armoede vanuit de accountants bij dr. ing. h.c. F. Porsche AG getuigt”, luidt het commentaar. “Ook schiet het aantal aflegplekken voor spulletjes, zoals een zonnebril en dergelijke, in een Porsche schromelijk tekort. Hoewel het algehele kwaliteitsgevoel met sprongen vooruit is gegaan ten opzichte van de vorige series kan Porsche op deze punten best nog wel wat leren van Audi.”
De ruimte voor kleine spullen is dus beperkt. Hoe anders is dat voor grotere bagage, zoals de rijder van een 2005-exemplaar graag vervoert. “Een van de geheime geneugten is dat je de front boot helemaal kunt volstapelen met typisch Franse producten (vul maar in: Bordeaux doet het bij mij) en dat niemand snapt dat er zowel achter- als voorin een bagageruimte is…”
Kosten vallen mee
De reviewschrijvers melden geen opvallende onderhoudszaken. Eén rijder kreeg na 114.000 kilometer te maken met een defect dakmechanisme, wat met enkele zeer goedkope onderdelen te repareren bleek. Wel verslijt de Boxster relatief snel slijtagedelen als remmen en banden. “Het blijft natuurlijk een feestje om mee te rijden, dus neem ik de wat hogere slijtage aan remmerij en banden maar voor lief. Het hoort erbij”, vergoelijkt een van onze rijders. “En verder natuurlijk gewoon de reguliere beurten: olie, filters, et cetera. Het is een gemakkelijk te onderhouden en goed gebouwd ding.”
Een andere eigenaar is eveneens positief, maar houdt een slag om de arm. “Een argument om voor de 987 te kiezen en de 986 te laten staan, zijn (voor mij) de verhalen over het IMS-lager. Dat is een centraal lager in de motor. Dat gaat in de vroege bouwjaren van de 986 nog wel eens kapot, naar het schijnt, en bij de 987 eigenlijk nooit”, is zijn toelichting. “Toch is het iets om toch in de gaten te houden. Ik heb een magnetische carterplug en bij elke oliewissel wordt het filter op metaaldeeltjes gecheckt om vroegtijdige slijtage op tijd op te sporen.”
We sluiten af met een paar lovende woorden van de bestuurder die na 85.000 kilometer, niet geheel tevreden, afscheid van zijn auto nam: “Qua betrouwbaarheid is dit de beste auto die ik ooit gehad heb, buiten de twee beurten geen enkel probleem.” Daarmee lijkt de Boxster een goede balans te bieden tussen rijplezier en kosten. Doe er dit voorjaar je voordeel mee!
Had je deze auto's al gezien?
Lezersreacties (17) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.