Praktijkervaring Audi TT (2006-2014) - Eigenaren over hun strakke coupé of roadster

'Circuittijgers zullen beter een andere auto kiezen'

Audi TT 2.0 TFSI quattro S-Tronic

De eerste generatie Audi TT kunnen we wel als ronduit sensationeel bestempelen. Niet eens zo zeer qua rijeigenschappen, maar het design van de auto is zelfs na 26 jaar nog bijzonder. Vergeleken daarmee doet de tweede generatie, die in 2006 verscheen, aan als een tweede kop thee uit hetzelfde zakje. Maar nu occasions enigszins betaalbaar worden zijn we toch nieuwsgierig: wat vinden eigenaren er eigenlijk van? 

De aandrijflijnen van de tweede generatie Audi TT zijn behoorlijk bekend, al doet deze auto het zonder de 1.4 TFSI. Instapmotor is de 1.8 TFSI met 160 pk, iets daarboven vind je de 2.0 TFSI met 200 pk. Liefhebbers van zes cilinders komen aan hun trekken met de 250 pk sterke, atmosferische 3,2-liter. Waar de eerste generatie niet verder kwam dan een TTS Roadster conceptcar kreeg de tweede generatie maar liefst twee sportieve toppers. De TTS, met een tot 272 pk gekietelde 2.0 TFSI, en de 340 pk sterke TTRS met beroemde 2,5-liter vijfcilinder. 

Zo rijdt de tweede Audi TT 

Deze uitvoeringen worden in onze review-sectie nauwelijks vertegenwoordigd, maar met de standaardversies is het allerminst behelpen. “De wegligging van de TT is waanzinnig. Hij kleeft aan het asfalt”, schrijft de berijder van een TT Roadster met zescilinder. “Wel komen hobbels en bobbels soms flink binnen”, zo luidt de kritiek die hij levert. En over de motor: “De auto is niet retesnel, maar zeker vlot. Al met al blijft het rijden met de TT een feestje, elke keer weer.” 

Is de TT een echte sportwagen? “Bochtengedrag is prima, waarbij in aanmerking genomen dat je op de openbare weg rijdt. Circuittijgers kunnen beter een andere auto kiezen”, aldus de eigenaar van een TT Roadster 2.0 TFSI. “Ik heb hem, om hem rechtstreeks te vergelijken, ook met handgeschakelde Boxster S uit 2007, met sportonderstel gereden.” Over een flinke roadtrip: “Blij dat we deze 2.700 km in de Audi afleggen. Strak sturen is een ding, maar comfortabel reizen is toch wat anders.” 

Ook een tweede 2.0 TFSI-rijder, dit keer een coupé, brengt wat nuance aan. “Bochtengedrag, ook hier blijkt maar weer dat Audi met de tweede generatie TT een toegankelijke auto heeft willen neerzetten. De TT stuurt strak, maar helt meer over dan je vooraf zou verwachten. Ik denk dat als je echt een scheurijzer wilt, je beter kunt gaan voor de RS-versie, of op z'n minst de S.” Toch staat er wat hem betreft nog genoeg tegenover. “Verder voel je wel heel goed wat de auto doet onder je kont, het stuur is heel communicatief, en ligt bovendien heerlijk in de hand.” 

Ook een tweede coupérijder is tevreden met de balans die Audi vond. “De TT is stukken volwassener en beter afgewerkt dan het vorige model. Het comfort is echt goed te noemen en is in goede balans met de sportieve kant van de auto. De TT is supersnel met de S-tronicbak en rijdt als op rails, je hebt niet goed in de gaten hoe snel je al op strafbare snelheden zit.”  

Wel uiten 2.0 TFSI-rijders kritiek op de voorwielaandrijving. Ze vinden dat de voortrein relatief snel grip verliest. De volgende eigenaar, die een vierwielaangedreven TT van de eerste generatie bij de dealer achterliet, schrijft: “De auto werd afgeleverd op een regenachtige dag en dat was even schrikken, het gemis van quattro kwam met nieuwe banden op glad wegdek wel heel erg naar voren! Gelukkig leer je vanzelf om de eerste meters een beetje rustig aan te doen alvorens je doortrapt en dan valt er aardig te leven met voorwielaandrijving.” Desondanks is hij tevreden met de overstap. “De auto voelt in zijn geheel rustiger, groter en volwassener. Hij rijdt op hoge bochtsnelheden veel overtuigender dan de vorige.” 

Is-ie ook nog een beetje bruikbaar? 

Ook als het gaat om praktische eigenschappen scoort de nieuwe TT beter dan zijn voorganger, laat een andere coupérijder weten. “Vanbinnen zit de TT comfortabel maar ook sportief, door de grote ramen kun je goed zien wat er allemaal om je heen gebeurt. Vergeleken met de MK1 is er zeker als het gaat om zitruimte veel progressie geboekt.” 

We blijven nog even bij de coupé, die is voorzien van vier zitplaatsen. “De stoelen achterin zijn eigenlijk voor de sier”, schrijft een eigenaar daarover, “op de achterbank kunnen twee personen zitten met een maximale lengte van 1,50 meter. De kofferbak is ruim voor een coupé en er is voldoende plaats voor bagage. Ik kan mijn racefiets makkelijk meenemen, na het neerklappen van de achterbank.” 

De achterbank wordt niet alleen voor fietsen gebruikt; berijders gebruiken hem eveneens echt voor hun kroost. Ook daar merken ze dat de nieuwe TT praktischer is dan zijn voorganger. “De uitgebreide uitrusting en de betere opbergmogelijkheden worden tijdens dagelijks gebruik erg op prijs gesteld, met volwassen kaartvakken in deuren en echte bekerhouders (€40,- meerprijs). Het achterbankje lijkt wat groter zodat mijn twee kleine kindjes net wél passen.”  

Het is te hopen dat zijn kinderen niet ál te snel groeien, zoals bij een andere berijder het geval is. “De achterbank is erg klein en begint lastig te worden nu de kids (en hun vriendjes) toch groeien in aantal en lengte”, merkt hij. Het heeft verstrekkende gevolgen: “We gaan op zoek naar een vervanger voor de TT.” 

En hoe zit het? 

De tweede generatie Audi TT is dus relatief praktisch, maar is het in de stoelen ook nog enigszins vol te houden? De eigenaar van een TT Roadster 2.0 TDI(!) vindt van wel. “De stoelen zitten echt goed. Ook na een reisje van meer dan 8 uur stap ik nog ontspannen uit. Een heel prettige bijkomstigheid, want ik heb al menig auto vanwege dit aspect vervloekt.” 

Een TTS Coupé-rijder is kritischer op zijn auto. “In het begin klaagde ik erg over de zitpositie en de harde stoelen waar ik maar niet lekker in zat. Ik dacht dat het kwam doordat de stoelen in de TT leer hadden en gewoon een hardere vulling hebben dan in mijn vorige VW Scirocco. Dit was het dus niet. De stoelen moesten gewoon inzitten.” Zelfs nadat deze rijder in het reine is gekomen met het meubilair blijft er een punt van kritiek. “Zitpositie is niet fantastisch, ik moet een klein beetje met mijn linkerknie naar binnen knikken om goed te zitten. Een kleine onvolkomenheid in een voor de rest nagenoeg (voor mij) perfecte auto.”  

Ook een wat langere berijder is te spreken over het zitcomfort. “De stoelen zitten comfortabel, ook met mijn lengte (1,90 meter), en er zijn voldoende mogelijkheden om de zit optimaal af te stemmen.” Helaas is er een grote dissonant. “Ik heb de auto drie maanden geleden verkocht vanwege aanhoudende pijnklachten; ik kon er uiteindelijk geen goede houding in vinden.” 

Onderhoud, storingen en ergernissen 

 Twee berijders maken melding van een gesneuveld raammechanisme, bij een coupé raakte dit al na 35.000 kilometer defect. “Helaas was de fabrieksgarantie vier maanden daarvoor verlopen. De dealer heeft echter uit coulance slechts een deel van de kosten in rekening gebracht”, meldt de eigenaar. Een andere berijder kreeg na ongeveer hetzelfde aantal kilometers te maken met een andere klacht. “Brandstofpomp verrot, absurd natuurlijk binnen 5 jaar en nog geen 40.000 kilometer. Ik heb deze vervangen voor een versterkt exemplaar uit de TT RS, hoewel je er moeilijk bij kunt komen is het plug and play.” 

Een occasionkoper is, terecht, nieuwsgierig naar het olieverbruik van zijn 1.8 TFSI, want op dat gebied heeft deze motor een reputatie. “Inmiddels duidelijkheid over het olieverbruik, ongeveer 1 liter op 5000 km. Niet zorgwekkend”, schrijft hij daarover. “Wel hinderlijk is een optredende melding voor een kapot achterlicht, dat niet kapot is. Blijkt een TT-kwaal te zijn waarbij de massakabel onvoldoende aarding heeft.” En even later: “Bij km-stand 94.500 plotseling onregelmatige stationairloop en een gierend geluid, bij gasgeven wel volledig vermogen! Maar geen foutmelding.” De oplossing? “De drukregeling carterventilatie, die Audi à €179,50 vervangt. Dit veroorzaakte de wat onregelmatige stationairloop. Hij loopt nu weer als vanouds.” 

De tweede generatie Audi TT mag designtechnisch dan wel wat zijn afgezwakt, volgens eigenaren is hij aanmerkelijk bruikbaarder dan het origineel en rijdt hij eveneens volwassener. Zo blijkt dat een hergebruikt theezakje goed kan zijn voor een smakelijk resultaat. 

Lezersreacties (47) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.