Peugeot 2008 GT - Seat Arona 1.5 TSI - Vergelijkende Test

Wie aan de hand van een voorbeeld wil beargumenteren dat het segment van de B-segment SUV’s een stevige groeispurt doormaakt, heeft aan de nieuwe Peugeot 2008 een heel goede. De Franse nieuwkomer, die net als andere verse PSA-producten op het nieuwe CMPplatform staat, is maar liefst 14 centimeter langer dan de eerste 2008 en schurkt met zijn lengte van 4,30 meter zelfs tegen het hogere C-segment aan. Dat wordt overigens ook erkend door de bedenkers van de 2008, die hem een plekje aan de bovenkant van deze klasse geven. Bij de eerste aanblik is in elk geval duidelijk dat de 2008-nieuwestijl heel wat zelfverzekerder is. Waar de eerste generatie zich door een aflopende neus, bolle koets en ietwat ongemakkelijke daklijn nog wat leek te schamen voor zijn SUV-genen, komt de nieuwe bijna brutaal over. De led-‘slagtanden’ in de voorbumper en de herkenbare indeling van de achterkant maken hem typisch Peugeot.

Toch is de 2008 dankzij andere verhoudingen en de vele scherpe hoeken en vouwen duidelijk te onderscheiden van andere modellen van het merk. Ook aan de binnenkant zijn indrukwekkende stappen gemaakt. De eerste 2008 beschikte eveneens al over de bekende i-Cockpit-indeling, maar het binnenste van de nieuwe staat in elk opzicht op een hoger plan. De bijzondere designtaal is overal consequent doorgevoerd, de gebruikte materialen zijn van goede kwaliteit en het dashboard zit vol prachtige details. Het resultaat is smaakgevoelig, maar oogt zonder twijfel modern en erg hoogwaardig.

Bovendien is het niet allemaal vorm voor functie, want we zien handige aflegvakjes en de meeste bedieningselementen zitten op een logische plek. Ergonomisch minder sterk is de zitpositie. De hoge positie van het instrumentarium betekent dat het kleine stuurwiel erg laag moet worden ingesteld om de boel nog te kunnen aflezen. Dat zal niet iedereen als nadeel ervaren, maar is voor een deel van de bestuurders toch een probleem dat in andere auto’s niet bestaat.

Ter compensatie worden bestuurder en passagier wel lekker ingekapseld, voor een veilig en geborgen gevoel. Dat komt niet alleen door het hoge dashboard en de dito middentunnel, maar ook door het raamoppervlak, dat zeker voor een kleine SUV nogal beperkt is. Topversie GT kleedt de toch al fraaie basis verder aan met limoengroen stiksel, extra fraaie bekledingsstoffen en een riante uitrusting. Onderdeel daarvan is een 10-inch touchscreen dat een tikje naar de bestuurder is toegedraaid. Dat oogt fraai, maar het scherm is nog altijd niet één van Peugeots specialiteiten. Zo reageert het trager op aanrakingen dan we tegenwoordig gewend zijn en de indeling laat wat logica betreft te wensen over. Ook is het jammer dat de klimaatregeling zich achter het scherm schuilhoudt, al heeft Peugeot een aantal veelgebruikte functies gelukkig voorzien van een fysieke knop.

GEEN LEESLAMPJE

Ook op andere vlakken is er wel wat op de bediening aan te merken. Zo lijken de audioknoppen lukraak op het stuurwiel geplaatst, is de ruitenwisserhendel lastig te doorgronden en reageert het digitale instrumentarium wat traag op input van de bestuurder. Dat laatste vergeven we hem echter graag, want het nieuwe 3Dinstrumentarium is buitengewoon fraai. Peugeot volstaat niet met een scherm, maar projecteert een deel van de informatie op de transparante afdekking daarvan, wat het geheel een bijzonder futuristische uitstraling geeft.

Tegen het visuele geweld van de 2008 is de Seat Arona niet opgewassen. De 18-inch wielen en FR-aankleding van ons testexemplaar kunnen niet voorkomen dat de auto naast de Peugeot wat gewoontjes overkomt en iets soortgelijks gaat op voor het interieur. Dat is strak, maar niet opzienbarend. Op de bouwkwaliteit is niets af te dingen, op het materiaalgebruik wel. Zo is feitelijk het gehele dashboard opgetrokken uit harde kunststoffen, al is dat feit in de FR-versie wel netjes gecamoufleerd door een smaakvol beklede en doorstikte strook over de volle breedte. De schermen zijn ook hier de aandachtstrekkers van het interieur. Hoewel een 3D-instrumentarium bij Seat ontbreekt, is de ‘klokkenwinkel’ wel in een geheel digitale variant verkrijgbaar. Dat scherm heeft bovendien een hogere resolutie dan het exemplaar van Peugeot en is in hogere mate en op een snelle en logische manier naar wens in te delen. Voor het centrale scherm gaat iets soortgelijks op.

Peugeot wint hier wellicht de strijd op optisch gebied, maar op de onderdelen snelheid, bedieningsgemak en mogelijkheden gaat de hoofdprijs toch echt naar Seat. Of Volkswagen, maar de Spaanse tak mocht zichtbaar een eigen sausje over de Duitse basis uitgieten. Door de uitgebreide verstelbaarheid van stuur en stoel plus de afwezigheid van een creatieve indeling is een goede zit in de Arona makkelijker gevonden dan in de 2008. Tegelijkertijd voelt de auto smal en iel aan als je achter het stuur zit. Dat is dankzij de hoge raampartijen, die als positieve zijde wel wat meer overzicht opleveren. Achterin is het in beide auto’s goed uit te houden, maar wint de 2008 het qua beenruimte. Ook zijn afwerking en aankleding hier opnieuw beter voor elkaar. Waar de Franse stoelen aan de achterzijde zijn afgewerkt met een kunststof paneel moet de Seat het met een goedkoop ogend stofje doen. Ook ontbreekt het bij Seat aan usb-poorten en handgrepen aan het plafond. Zelfs een leeslampje kon er voor de achterste Arona-inzittenden niet van af. Achter de bank gaat met 400 (Seat) tegen 405 liter in beide auto’s een stevige hoeveelheid bagageruimte schuil. De extra lengte van de Peugeot betaalt zich terug als de bank wordt platgegooid, want dan kan de 2008 bijna 200 liter meer meenemen.

GRENSVERLEGGEND

Hoewel de ronkende marketingkreten over sportiviteit en actieve leefstijlen wellicht anders doen vermoeden, krijgt een compacte SUV zelden veel vermogen mee. Tot voor kort hield het op bij zo’n 130 pk, maar als GT tilt de nieuwe 2008 die grens zomaar even naar 155 pk. Dat relatief indrukwekkende vermogen is nog wel gewoon afkomstig uit de 1.2 PureTechdriecilinder die ook minder bedeelde uitvoeringen van kracht voorziet. Onderweg kun je dat merken aan de typerende driecilinderroffel, al blijft het motorgeluid netjes op de achtergrond.

De 2008 GT is met deze motor lekker vlot, hoewel niet razendsnel. Toch is het extra vermogen welkom, vooral omdat de auto hiermee een stuk minder moeite hoeft te doen voor een snelle invoegactie of een vlotte tussensprint. Maak echter niet de fout om aan het GT-label een GTi-achtige betekenis te hangen, want ook deze 2008 is vooral comfortabel. Oneffenheden worden netjes weggewerkt door het fijn afgestemde onderstel, dat er evengoed in slaagt om het overhellen binnen de perken te houden. De GT krijgt standaard een traditionele achttraps automaat mee. Die schakelt onder de meeste omstandigheden netjes, maar is vooral bij lagere snelheden soms wat schokkerig. De besturing is direct, maar ook erg licht en wat gevoelloos.

Ook de Arona FR is geen echte sportieveling. Opnieuw is het vooral de motor die voor een wat sportiever gevoel moet zorgen. Met 150 pk en 250 Nm liggen vermogen en koppel van deze twee auto’s erg dicht bij elkaar, maar bij Seat komt de extra kracht wel degelijk door een grotere motor tot stand. Waar de rest van het gamma het met een bescheiden 1.0-driepitter moet doen, krijgt de top-Arona een 1.5 TSI met vier cilinders mee. Dat is een voordeel, want de motor heeft een fraaiere loop dan de driecilinder van Peugeot. Vermogen en koppel worden bij de Duitse krachtbron bovendien akelig lineair afgegeven, wat hem erg prettig en vergevingsgezind maakt. In een poging het verbruik te drukken, voorziet Seat de 1.5 van cilinderuitschakeling. Als de techniek op de snelweg bepaalt dat twee cilinders de kar kunnen trekken, resulteert dat in een wat brommerige krachtbron.

De topmotor is bij de Arona altijd gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak. Dat is opmerkelijk, omdat dezelfde krachtbron in technisch broertje Volkswagen T-Cross juist uitsluitend met een DSG-automaat is te krijgen. Wie zo’n transmissie in een Arona wil, is veroordeeld tot een 115 pk sterke 1.0 TSI die, indien voorzien van automaat, nipt duurder is dan de handgeschakelde 1.5. Aan de handbak zelf zal het niet liggen, want deze transmissie is erg gemakkelijk in de omgang. Schakelen en koppelen gaat licht en trefzeker, maar ook op de gevoelloze manier die typerend is voor Volkswagenproducten. Dat geldt in grote lijnen ook voor de besturing, al lijkt die wel degelijk wat directer afgesteld dan bij de T-Cross. Ook het onderstel heeft een licht sportief randje, al zijn de termen ‘mooie middenweg’ en ‘goed uitgebalanceerd’ ook hier van toepassing. De Seat is wat steviger dan de Peugeot, maar evengoed geen hobbelpaard.

PRIJSGAT

De nieuwe Peugeot 2008 is in veel opzichten heel volwassen, maar dat genoegen is helaas niet gratis. Als GT kost de 2008 minimaal € 36.960 en wie hem aankleedt zoals op de foto’s is bijna 40 mille kwijt. Daarmee ontstijgt de nieuwkomer zijn segment niet alleen wat buitenmaten, kracht en afwerking betreft, maar ook als het om de prijs gaat.

De topversie van de Seat Arona is evenmin een koopje, maar is met een vanafprijs van € 28.100 bijna negen mille goedkoper dan de voordeligste 2008 GT. Voor beide auto’s geldt dat de sportieve topversie niet alleen de nodige optische opsmuk meekrijgt, maar ook daadwerkelijk een rijke standaarduitrusting heeft. Bij Seat loont het de moeite om voor de FR Bussiness Intense te gaan, een actiemodel dat onder meer is voorzien van een groter infotainmentscherm, adaptieve cruisecontrol, parkeerhulp en een keyless entry-systeem dat helaas alleen op de bestuurdersdeur werkt. Met wat losse opties blijft de prijs voor een erg complete Arona net boven de € 32.000 steken.