Opel Astra GTC 2.0 Turbo

De tijd dat een driedeurs auto een vijfdeurs-min-twee is, ligt achter ons. Tenminste, zo denken ze er bij Opel over. En dan hebben ze het over de Audi A3, de Alfa 147 en – natuurlijk – hun eigen Astra. Na de vijfdeurs en de combi is het nu tijd de driedeurs op de markt te zetten, onder de naam GTC, wat staat voor Grand Turismo Compact. En toegegeven, de GTC is een heel andere auto dan zijn bravere broers. Alleen de looks

al; afgezien van de motorkap en de voorste spatborden is er geen enkel plaatdeel hetzelfde. Dankzij een stoerdere neus, hoog oplopende taillelijnen, in een punt weglopende achterste zijruiten en een 'dikke' kont. "Een mooie sportwagen moet je in één lijn kunnen tekenen", vertelt mede-ontwerper Beat Finkbeiner, terwijl hij aanwijst hoe de taille van zijn nieuwste creatie aansluit op de daklijn. Ondanks de vlottere vormgeving is bij de GTC slechts in beperkte mate concessie gedaan aan het gebruiksgemak. Zo is de kofferruimte met 380 liter even groot als die van de vijfdeurs en is de hoofdruimte voor de achterpassagiers ook niet zo veel minder dan bij de huis-, tuin- en keuken-Astra. Dat laatste hebben de ontwerpers gerealiseerd door de achterbank een fractie lager te plaatsen.

Verlaagd
Wij rijden meteen met de (voorlopig) meest potente GTC, de 200 pk sterke 2.0 Turbo. En dat blijkt de 'perfect match' voor ons testparcours, de kronkelende bergweggetjes rond het Zuid-Spaanse Marbella. Het is een schitterende omgeving, maar al rijdend zie je weinig meer dan de achterkanten van zandwagens en touringcars. Tenzij je natuurlijk een lekker snel scheurijzertje ter beschikking hebt. En dat is deze 2.0 Turbo. Waarbij het natuurlijk zaak is de naald in het rechtergedeelte van de toerenteller te houden; maar daar nodigt de motor ook toe uit. En dat hij het zelf ook lekker vindt, is te horen; het geronk verraadt de sportieve inborst van de auto, zonder al te patserig te klinken. Ook de besturing voldoet aardig aan de verwachtingen die het uiterlijk van deze auto schept. Lekker direct, niet al te licht. De ophanging van de GTC is aangepast aan zijn inborst. Hij is 15 mm verlaagd ten opzichte van de vijfdeurs en de combi. Het onderstel is communicatief, maar niet te hard. Wie het toch wat feller wil, kan op de sportknop op de middenconsole drukken. Daarmee wordt het IDS-Plus (Interactive Driving System) geactiveerd, en het resultaat is een hardere afstelling van de dempers, een gevoeliger gaspedaal en minder stuurbekrachtiging. Wanneer de auto een automatische transmissie of een Easytronic-bak heeft, wordt ook daarvan het gedrag door de sportknop verscherpt. IDS-Plus is standaard op de Sport-uitvoering. De Enjoy en de Cosmo kunnen er tegen meerprijs mee worden uitgerust.
Hoewel deze GTC zijn mannetje beslist staat, voelt hij net iets te mak om echt het predikaat 'hete hatch' volledig te verdienen. Maar dat ziet Opel blijkbaar zelf ook wel in, want er is ook een 240 pk sterke OPC in de maak. Een prototype daarvan wordt in Genève onthuld.

Sterren kijken
De GTC is ontegenzeggelijk een opvallende verschijning, maar het kan nog extremer. Als eerste in serie geproduceerde auto wordt hij leverbaar met een panoramische voorruit. Dit gigantische glasoppervlak loopt in een vloeiende lijn door tot achter het hoofd van de bestuurder. De achterste helft van het dak is gewoon van staal, maar om het geheel visueel niet te verstoren hebben ze dat bij Opel zwart gespoten. Een voorserie-exemplaar stond op de RAI, en wie er even in wilde gaan zitten, moest een lange rij trotseren. De ervaring is heel bijzonder, en kan alleen maar mooier worden onder een heldere sterrenhemel of terwijl je de ondergaande zon tegemoet rijdt. Als de zon te fel wordt, kunnen de inzittenden een scherm naar voren trekken, waardoor het dak van de auto is als dat van een standaard exemplaar. De meerprijs van het panoramadak is vastgesteld op € 1.595. Een fors bedrag, maar je maakt er je auto wel heel bijzonder mee, zowel vanbinnen als vanbuiten. En ach, een beetje schuifdak kost tegenwoordig ook al gauw rond de duizend euro.
Het interieur van de GTC is netjes, overzichtelijk en sober. De donkere hemelbekleding doet het interieur wat kleiner lijken dan het in werkelijkheid is, maar het geeft wel een chique tintje. De aflopende lijn van de achterste zijruiten levert gigantische C-stijlen op. Ziet er uitstekend uit, maar het komt het zicht naar achteren allerminst ten goede. Het lage achterruitje doet daar nog een schepje bovenop. Het is jammer dat de sportstoelen net niet die zijdelingse steun bieden die je ervan mag verwachten. Opel claimt dat de achterbank drie volwassenen kan herbergen. De hoofdruimte zit daarvoor niet in de weg; ondergetekende raakt met zijn 1,86 meter net het plafond niet. Maar in de breedte betwijfelen we of drie volgroeide mensen zich lang op hun gemak zullen voelen achter in de GTC. Hier heeft het gebruiksgemak wel degelijk moeten inboeten ten faveure van uiterlijk schoon; boosdoener is namelijk de naar binnen lopende lijn aan de onderkant van de zijruiten.

Uitrustingsniveaus
De productie van de GTC is begin dit jaar gestart in de Opel-fabriek in Antwerpen. De Nederlandse dealers verwachten de eerste exemplaren in maart in hun showrooms, een maand later komt daar de versie met panoramische voorruit bij. Opel Nederland verwacht dat 15 procent van de Astra-kopers voor de GTC zal kiezen, wat neerkomt op 2.800 stuks dit jaar. De GTC komt in de uitrustingsniveaus Enjoy, Cosmo en Sport. De Essentia en Elegance blijven voorbehouden voor de vijfdeurs en de Stationwagon. Reden: de GTC wordt relatief hoog in de markt geplaatst en dat past niet bij de eenvoudige Essentia-aankleding. De Elegance-uitvoering is weer vooral op luxe gericht, wat Opel niet helemaal vindt rijmen met het sportieve karakter van de GTC.
De GTC wordt leverbaar met vijf benzinemotoren, variërend van 1,4 liter tot 2,0 liter (van 90 tot 200 pk). Uiteraard komen er ook diesels; vier om precies te zijn. De reeks begint met de alom geprezen (en samen met Fiat ontwikkelde) 1,3-liter common-rail met 90 pk en eindigt bij de 150 pk sterke 1,9-liter.

Agressiever
De GTC is een geslaagde nieuwe stap in de strijd Opel van zijn saaie imago af te helpen. Of je hem mooi vindt of niet, je kunt niet om deze auto heen en het is inderdaad veel meer dan een driedeurs Astra. Opel heeft in elk geval veel vertrouwen in zijn jongste telg: de prijslijst begint bij € 19.995 voor de 1.4 Twin Port Enjoy. Ter vergelijking: een driedeurs Renault Mégane is er al vanaf € 18.095 en een Volkswagen Golf koop je voor € 18.795 (beide met eveneens een 1,4-liter benzinemotor). Maar de GTC oogt aanzienlijk agressiever, en wie zichzelf op de panoramische voorruit trakteert, maakt helemaal de blits.