Test: Nissan Patrol GR (2004)
Grijze olifant
Wapeninspecteurs, walvisjagers en marktkooplieden, al jaren zijn ze vertrouwd met de Patrol. Getuige de jongste facelift kunnen ze dat nog wel een tijdje blijven; Nissan is nog lang niet van plan met deze auto te stoppen.
Het 4x4-aanbod van Nissan bekijkend, kom je een keur aan SUV's, crossovers, pick-ups en serieuze terreinwagens tegen. De stamvader is de Patrol, de off-roader die (in naam) al meer dan een halve eeuw meegaat en nu door Nissan weer 'ns wordt opgefrist. Een compleet nieuwe auto is het niet, we hebben dit keer te maken met een forse facelift, waarbij de uiterlijke familiegelijkenissen met Nissans andere 4WD's iets meer zijn geaccentueerd, het interieur onder handen is genomen en de techniek een kleine update heeft gehad.
Hoewel de frisse Patrol nog sterk aan het in 1998 geïntroduceerde basismodel doet denken, is er bij deze facelift, op het dak na, geen enkel stuk plaatwerk gelijk gebleven. De wijzigingen zijn echter uiterst subtiel doorgevoerd waardoor je twee keer moet kijken om de verschillen te ontwaren. Desalniettemin ziet de auto er net even frisser uit.
Aan de binnenkant zijn de verschillen groter. Het oude dashboard is overboord gezet en vervangen door een exemplaar dat helemaal opnieuw getekend is en aan de bovenkant enigszins doet denken aan dat van de BMW 7-serie met twee hobbels; één welving die het instrumentarium bedekt en één waaronder een infotainment-display schuilgaat. Het voor dit bovenste deel gebruikte materiaal voelt enigszins zacht en daardoor prettig aan en is van een hogere klasse dan het kunststof dat er onder zit. Een groot deel van het dashboard voelt namelijk aan als bakeliet en ziet er met houtprint erg goedkoop uit. Dat geldt ook geldt voor de middenconsole, waar het plastic een aluminiumkleurtje heeft gekregen. Het doet een beetje Koreaans aan. Ook weinig indrukwekkend is de zonwering onder het glazen schuifdak; op hobbelige wegen glijdt deze vanzelf open, slordig. Jammer, dit verwachten we niet in een machine met een instapprijs van € 43.750.
Gewenning
Gelukkig zijn alle meters en beeldschermen in het nieuw ontworpen dashboard goed af te lezen; grote wijzerplaten voorzien van duidelijke cijfers voor snelheid en toerental en heldere kleuren op het informatiedisplay. De schakelaars, knopjes, poken en hendels laten zich pas na enige gewenning makkelijk bedienen. Ze zitten namelijk behoorlijk door de cockpit verspreid, echter als je er eenmaal vertrouwd mee bent geraakt, is er weinig aan de hand. Achter het stuur is een redelijke zitpositie te creëren, al zorgen de korte stoelzittingen na verloop van tijd wel voor vermoeide bovenbenen.
In onze contreien wordt de Patrol wederom met slechts één motorvariant geleverd: een drieliter viercilinderdiesel. De 4,8-liter V8-benzinemotor die Nissan ook in de Patrol lepelt, is voor Europa niet interessant. De verwachte verkoopaantallen zijn te klein om deze motor op rendabele wijze 'schoon' te maken. De dieselmotor is door de Japanners licht onder handen genomen, waardoor het vermogen met 2 pk is gestegen tot 160 pk en – interessanter - het koppel is toegenomen van 354 Nm tot 380 Nm bij 2.000 omwentelingen per minuut. Althans, in combinatie met de handgeschakelde vijfbak, bij de viertrapsautomaat is het koppel onveranderd gebleven. Dat de motor bij 2.000 toeren z'n grootste trekkracht afgeeft, merk je niet in de praktijk, pas tussen pak 'm beet 2.700 en 4.000 tpm heb je het gevoel dat er iets gebeurt. Buiten dit toerengebied maakt de motor een slome indruk en ben je flink aan het schakelen om vlot met het verkeer mee te komen. Hoewel de motor in combinatie met de automaat dus over minder koppel beschikt, verdient die configuratie op dit punt de voorkeur.
Compromisloos
De ruggengraat van de Patrol wordt nog steeds gevormd door een robuust ladderchassis. Daarmee wordt meteen duidelijk gemaakt dat we hier met een serieus werkpaard te maken hebben en niet met één of andere trendy SUV, die meer voor het uiterlijk dan voor het zware werk gaat. Alles is er op gericht om met deze auto nog te kunnen rijden, waar de meeste auto's blijven staan, wat door Nissan nog eens wordt onderstreept door geen gebruik te maken van onafhankelijke wielophanging, maar starre assen. Dit principe levert onder de Patrol een weinig communicatief onderstel op, met een vrij vage besturing. Op korte oneffenheden zorgt de constructie met de starre assen voor een grote mate van stoterigheid en hobbelt de carrosserie alle kanten uit. Alleen in het terrein met de stabilisator van de achteras uitgeschakeld, wordt de auto minder schokkerig. Pas bij de volgende generatie, die nog een aantal jaar op zich laat wachten, zullen we kennismaken met een onafhankelijke constructie. Nu moeten we het nog doen met een compromisloze klassieker die in het terrein absoluut z'n mannetje weet te staan. Met groot gemak beweegt de Patrol zich over de slechtste ondergrond, niets lijkt hem in de weg te staan. Zeker niet met ingeschakelde vierwielaandrijving en als het te gortig wordt ook nog de lage terreinoverbrenging.
Voorzien van immens grote ballonbanden op IJsland, in het wit met UN-logo's op de deuren in crisisgebieden of voor een patatkraam op een willekeurige Nederlandse jaarmarkt; de Patrol wordt al decennialang op vele manieren ingezet. Met automatische transmissie mag de Patrol een aanhanger van 2.500 kg trekken, met de handbak zelfs een kar van 3,5 ton, waardoor het niemand zal verbazen dat deze dikke Nissan populair is bij mensen die regelmatig op pad gaan met een paardentrailer, rijdende marktkraam of tandemasser vol bouwmateriaal.