Test: Mitsubishi Lancer Evo IX (2006)

Extreem

Mitsubishi Lancer Evo IX

De Mitsubishi Lancer Evolution is zijn negende editie ingegaan. Onlangs werd de Evo opgewaardeerd naar 280 pk, het wettelijke maximum in Japan. Het is een vierdeurs sedan opgedirkt als een ordinair pubermeisje, met een geblazen viercilindermotor en vierwielaandrijving.

De Mitsubishi Lancer Evo IX toont zijn spierballen. De luchtinlaat op de motorkap
is 'n zwart rooster, de achterspoiler is gigantisch en uitgevoerd in koolstofvezel. De Evo oogt vanbinnen modern, met een vloeiend gelijnd dashboard. Prachtig zijn de Recaro-sportstoelen en het Momo-stuurtje. De Evo hééft natuurlijk wel een bestuurdersairbag, maar die is discreet weggewerkt in het beperkt bemeten kunststof hart. Het stuurtje is alleen in hoogte verstelbaar, maar ligt uitstekend in de hand. De bestuurdersstoel is niet verstelbaar in hoogte. Zijdelingse steun geven de Recaro's voldoende.

Hypernerveus
De Mitsubishi laat een ronduit venijnig geluid tussen zijn tanden door ontsnappen. Vanaf vierduizend toeren komt daar de turbo nog eens luidkeels overheen. Je kunt niks anders horen dan die hypernerveuze vierpitter en dat wíl je ook helemaal niet. Zelden kom je nog een turbomotor tegen waarbij het turbogat zo duidelijk merkbaar is. Daar valt genoeg op af te dingen, maar er staat tegenover dat de klap die je bij 4.000 tpm krijgt, overweldigend is. Wil je snel weg zijn, is het in elk geval zaak om de naald van de toerenteller boven de 4 te houden. En dan is het heerlijk blazen, want het geweld gaat door tot ruim boven de 7.000 tpm. Schakel je op, dan valt de toerenteller 1.500 omwentelingen terug, vanwaar het gevecht verder kan. En die zesbak is een van de sterkere kanten van de Evo. De transmissie is ontzettend goed afgestemd op de auto.
Toch is de Evo ook heel aardig in lagere toerentallen te rijden. De auto zou ook een prima alledaagse auto zijn. Maar de Evo is geen vliegend tapijt, hij is keihard! Terwijl je in de Recaro bijna uit elkaar wordt getrild, heb je uiterste concentratie en een vaste hand nodig om de auto in koers te houden. Het kleine Momo-stuurtje is uiterst gevoelig en precies, elke beweging betekent verandering van richting. Druk je op zo'n moment het gas verder in, dan breekt de achterkant een stukje uit. Met een beetje stuurmanskunst en een boel ruimte, kun je zo heerlijk spelen en smijten.

De Evo heeft een knop op het dashboard waarmee je uit standen voor tarmac (asfalt), gravel en snow kunt kiezen. De auto kiest daarop zelf de optimale verdeling tussen voor- en achterwielaandrijving. Active Center Differential noemt Mitsubishi dat.
Om nog even op de achterspoiler terug te komen: die heeft als nadeel dat je uitzicht
naar achteren gedeeltelijk wordt ontnomen. De spoiler is precies zo hoog dat hij het zicht op de ruiten van auto's achter je belemmert. En het rooster op de motorkap laat de hitte van het motorblok door, waardoor de lucht voor de voorruit flink trilt. Ook niet altijd even praktisch, maar het is wel een prachtig gezicht.

Gezinsauto
Je dreigt met dit soort auto's de dagelijkse praktijk uit het oog te verliezen, maar toch mag je niet vergeten dat de Evo ook een gezinsauto pretendeert te zijn. En inderdaad, de achterbank biedt genoeg ruimte en heeft twee bekerhouders in de armsteun. In de achtersteven huist een keurige kofferruimte, die gemakkelijk toegankelijk is. Let wel op bij het verstouwen van breekbare dingen: de klep scharniert met ouderwetse beugels die ver de koffer-bak in porren wanneer je het deksel sluit.
De Mitsubishi wordt standaard geleverd met automatische airco, elektrisch bedienbare zijruiten voor en achter, centrale vergrendeling met afstands-bediening en elektrisch verstelbare en verwarmbare buitenspiegels.

  • +Uitzinnige sportauto
  • +Enigszins praktisch
  • +Ruimte voor vier personen en bagage
  • -Uitzicht
  • -Keihard onderstel
  • -Ordinaire uitstraling