Test: Mini Roadster (2012)

Baseballpetje af?

Mini Roadster
Mini RoadsterMini RoadsterMini RoadsterMini RoadsterMini RoadsterMini RoadsterMini RoadsterMini RoadsterMini Roadster
AutoWeek 6 2012
AutoWeek 6 2012

Je leest het in AutoWeek 6 2012

Het dak van de Mini Coupé lijkt volgens z'n makers op een achterstevoren gedragen baseballpet. Dat zal wel, maar wat als je dat hoofddeksel achterwege laat? Dan krijg je deze – tweezits – Mini Roadster. De puurste Mini ooit?

Het is een heel terechte vraag: waarom komt Mini in vredesnaam met deze Roadster, terwijl ze ook al een Cabriolet in de showrooms hebben staan? Nu staan er twee open autootjes, gebaseerd op exact hetzelfde model. Dat lijkt een beetje alsof het van oorsprong Britse merk heel hard zijn best doet om de oorspronkelijke hatchback zoveel mogelijk uit te buiten. Meer keuze betekent immers meer klanten en dus meer verkochte auto's. Of is dit te kort door de bocht?

Wie de Roadster even goed op zich laat inwerken, ziet namelijk dat hij zich behoorlijk onderscheidt van die andere dakloze Mini. Het grootste verschil schuilt hem in het aantal zitplaatsen: waar de Mini Cabrio plaats biedt aan vier volwassenen, komt de nieuwe Roadster niet verder dan twee inzittenden. Wat dat betreft is de versere variant dus wel degelijk puristischer: dit is een auto voor mensen die zich niet druk hoeven te maken over wagenzieke kinderen op de achterbank. Dit is een Mini voor kopers die voor zichzelf kunnen en durven kiezen, meer dan alle andere Mini's gefocust op rijplezier en vrije tijd.

Eerlijk is eerlijk: dat straalt de nieuweling ook wel uit. Vooral en profil oogt de Roadster spannender en sportiever, niet alleen door de voorruit die dertien graden platter staat dan bij de Cabrio, maar vooral ook door het gedeelte áchter de rolbeugels. Het is wel wat jammer dat die dingen altijd in het zicht staan omdat ze de gestrekte lijn van de auto doorbreken, maar het platte kontje van de Roadster geeft hem ontegenzeggelijk een wat brutalere uitstraling.

Elke Mini Roadster heeft een canvas cabriokapje. Bij open rijden ligt het geheel keurig achter de twee inzittenden opgevouwen, maar in het geval van een plotselinge plensbui trek je het dakje handmatig – doch kinderlijk eenvoudig – over het passagierscompartiment heen waarna je het met een simpele vergrendeling vast zet. Overigens biedt Mini op termijn een semi-elektrisch bediende kap, maar wij zouden die lekker laten voor wat hij is omdat die extra elektromotor alleen maar overbodig gewicht toevoegt. Eenmaal dicht isoleert de kap trouwens voldoende, al is het wel jammer dat hij aan de binnenzijde totaal niet is afgewerkt. Je zit gewoon tegen het stalen binnenwerk van het tentzeiltje aan te kijken. Puristisch is het zeker, maar het oogt ook ietwat knullig.

Ondeugend gepruttel

Allerminst knullig is het motorenaanbod dat Mini voor de Roadster paraat heeft staan. Naar een Roadster One of Roadster D blijf je zoeken, want de line-up aan benzinemotoren begint meteen bij de Cooper terwijl dieselrijders alleen keuze hebben uit de 143 pk sterke SD. Wij maakten kennis met de Cooper S, die voorzien is van de bekende 1,6-liter turbomotor met 184 paardenkrachten die we ook in alle andere Mini's kunnen krijgen. Weinig nieuws onder de zon dus, al past de op één na sterkste benzinemotor prima bij de Roadster. Wat ons betreft had de viercilinder bij lage toeren best iets venijniger op het gas mogen reageren, maar zodra de turbo eenmaal op stoom is heb je absoluut niets te klagen. Elke Cooper S wordt trouwens voorzien van een Sportknop waarmee je de gaspedaalrespons net een tikkeltje gretiger maakt, maar dan nog voel je een miniem turbogaatje bij lage toeren. Ook leuk aan de Sportfunctie zijn de plofjes uit de uitlaat: ga plotseling van je gas af en de Roadster Cooper S trakteert je op ondeugend gepruttel uit zijn twee prominente eindpijpjes. Hoewel we dit geintje ook al kennen uit andere Mini's, krijg je het in de Roadster lekker duidelijk mee. En dat voegt in dit soort auto's absoluut wat aan de beleving toe.

Mini rust de Cooper S standaard uit met een handgeschakelde zesversnellingsbak, die verrassend genoeg wel een ferme hand nodig heeft. Op zich schakelt de transmissie voldoende soepel, maar het is ons meer dan eens overkomen dat we na het op- of terugschakelen in de verkeerde versnelling belandden. De verschillende gangen liggen nogal dicht bij elkaar en het mechanisme voelt niet altijd even duidelijk aan. Als bestuurder moet je hier dus even je aandacht bij houden…

En laat dat nu net het mooiste zijn wat je kunt doen in een Mini Roadster: je aandacht bij het rijden houden. Eén van de fijnste kanten van het rijgedrag van deze auto is de manier waarop hij stuurt: de besturing voelt niet te kunstmatig (ondanks de volledig elektrische bekrachtiging) en is precies direct genoeg, waardoor de open Mini lekker vlot en wendbaar op je commando's reageert. Zeker wanneer je niet overdreven snel door bochten aan het jagen bent, zorgt dat voor een heel fijn karakter. Echt een prettig machientje om mee op pad te zijn.

Iets meer hardcore

Laat je de snelheid echter stijgen en zoek je de grenzen van deze Mini op, dan merk je dat je met een relatief zware compacte auto aan het rijden bent. Met zo'n 1.160 kilo weegt de Roadster Cooper S weliswaar 45 kilo mínder dan een vergelijkbare vierzits Cabrio, maar met dank aan verstevigingen rondom de voorruit en de rolbeugels steeg het gewicht ten opzichte van de standaard hatchback juist met 45 kilo. En dat voel je wel: zeker wanneer je een bocht wat abrupt instuurt, duikt de neus verrassend ver in de veren en duurt het net wat te lang voordat de koets zich 'zet'. Bovendien heeft de voorwielaangedreven auto de neiging om over z'n voorwielen naar de buitenkant van de bocht te glijden. Heel gecontroleerd en zonder venijn, dat wel, maar hij is simpelweg minder koersvast dan andere compacte Roadsters, waar we de (achterwielaangedreven) Mazda MX-5 zeker als één van de voornaamste concurrenten mogen zien. Die auto heeft een speelser weggedrag dan de nieuwste Mini, voelt minder zwaarlijvig (is dat ook, met een leeggewicht van 1.000 kilo) en belichaamt puur op rijdynamiek meer het karakter van een typische roadster.

En dat is juist waar de schoen wringt. De naam Roadster doet je vermoeden dat deze Mini bovengemiddeld sportief en Spartaans is, maar dat valt alles mee. Of tegen, zo je wilt. Want hoewel je met deze jongste telg heus écht lekker over bochtige weggetjes kunt jagen, voelt hij te veel als een 'gewone' Mini (comfortabel, riant) om de boeken in te gaan als de puurste Mini van het moment. Wat ons betreft had deze open Mini best iets meer hardcore mogen zijn…

Lezersreacties (11) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.