Vergelijkende Test: Mercedes-Benz EQE vs. Porsche Taycan

Mercedes-Benz is bezig met een enorm elektro-offensief. Na de niet bijster indrukwekkende EQC kwam het merk met uiteenlopende EV’s die ons goed bevallen. De EQA, de EQS en de EQB voldoen prima en je voelt dat ze zijn ontwikkeld als elektrische auto. De grootste klacht is nog dat ze aan de dure kant zijn, maar dat kun je zeggen van elke Mercedes. De EQE is de nieuwste ster aan het firmament. In alles lijkt hij op de dikke EQS, maar dan net een maatje kleiner, bijvoorbeeld met zijn lengte van 4,95 meter.

Ook onder de kap doet Mercedes het echter net een tikje rustiger aan, met een accu­pakket van 100 kWh (bruto). Wat betreft vermogen is de EQE 350+ vooralsnog de instapper. Die heeft het genoemde accu­pakket in combinatie met achterwiel­aandrijving. Die enkele elektromotor is goed voor 292 pk. Prima voor dit segment, al is hij natuurlijk zwaarder dan een E-klasse op benzine. Er is ook een dikke vierwielaangedreven EQE 500 met 408 pk en er komen twee potente AMG-versies, maar vandaag doen we het met de brave variant.

Voor een vergelijkende test was het even puzzelen. In het E-segment zijn elektrische tegenstanders voor dit model dun gezaaid. De vernieuwde Model S van Tesla is dé concurrent, maar die is hier nog niet verkrijgbaar. Een Tesla Model 3 en BMW i4 zijn te klein, een BMW iX en Audi E-tron zijn te hoog, dus wat te doen? Op papier is de Porsche Taycan een sedan in dezelfde klasse, al oogt hij compacter. De instapper met achterwielaandrijving klopt vervolgens met zijn vermogen ook aardig, dus alles past. Inderdaad, net als de Taycan is de EQE een sedan. Waar de EQS opvallend genoeg een vijfde deur heeft, heeft de EQE wel een ‘ouderwetse’ kofferbak gekregen.

Ondanks Porsches welwillendheid was alleen een Taycan Sport Turismo in basistrim voor onze test beschikbaar. Geen punt, want beduidend anders rijden de twee carrosserievarianten niet. Maar voor de fotografie en elementen als ruimte in de kofferbak en op de achterbank hebben we er toch maar even een Taycan sedan bijgehaald. Dat is een extreem dikke GTS die uiteraard geen opponent is voor de EQE 350, maar dan weet je wat dat dikke groene monster met 600 pk op de foto’s doet.

VERSCHILLENDE VERMOGENS

De Taycan is al weer even op de markt, al kwam de Sport Turismo ietsje later. Onze achterwielaandrijver heeft in beginsel 326 pk met een 79-kWh accu. Zou je de grotere accu nemen dan stijgt je vermogen naar 380 pk. Wel heeft onze testauto het Sport Chrono-pakket waarmee je enkele tellen een overboost hebt naar 408 pk, puur voor de sprint. Omdat het geen continu vermogen is, gaan we uit van 326 pk voor de specificaties. Dat past goed bij de 292 pk van de EQE. De 4S, GTS en Turbo-versies van de Taycan hebben wel veel meer vermogen, maar zijn vandaag geen onderdeel van het verhaal.

We duiken maar meteen even in de rest van de specificaties. Met de 100-kWh accu van de EQE (ruwweg 92 kWh netto), komt de auto volgens de WLTP-cyclus 646 kilometer ver. De Taycan met zijn 79,2-kWh accu (71 kWh netto) reikt tot 431 kilometer. Kijken we naar de reële afstand, dan is die uiteraard lager, maar het viel ons in beide auto’s mee. De Mercedes wijkt in kilometers meer af van de fabrieksopgave, maar is wel zuiniger dan de Taycan. De Porsche doet het ook verrassend netjes als we de launch control met rust laten. Hoe verder je rijdt, hoe beter de auto’s scoren, zolang je dat niet stampend op de Duitse autobahn doet.

Elektrische SUV’s scoren zonder meer slechter; de gunstige aerodynamica van beide lage sedans betaalt zich hier uit. Is je accu leeg dan kun je in beide modellen tot 11-kW laden bij een AC-lader, of bijbetalen voor een 22-kW lader voor het echte werk. Je moet wel goed nagaan of dat laatste nut heeft, weinig publieke laadpalen en meterkasten kunnen 22 kW aan. Langs de weg scoort de Benz maximaal 170 kW bij een snellader, toch opvallend minder dan de EQS, die over de 200 gaat. Mercedes wijt dit aan het kleinere accupakket. De Porsche Taycan doet het tot een maximale 225 kW dankzij zijn 800-volt systeem, de sterkere Taycans doen het zelfs tot 270 kW. Maar niet alleen de top is hoger, over de breedte van het laden scoort de Taycan fabelachtig. De Mercedes valt op dit vlak toch een beetje tegen. Zijn laadsnelheid is zeker bovengemiddeld, maar met een lijfspreuk ‘Het beste of niets’ verwacht je dat Mercedes de concurrentie de baas is.

VEEL COMFORT

Het mag geen verrassing zijn dat de EQE een comfortabele auto is. Mercedes zet hem immers als een soort elektrische E-klasse in de markt. De Duitsers spreken van ‘een dynamische sedan naast de EQS’, maar dat is wat vergezocht. De Benz brengt rust en comfort in combinatie met stilte. Het feit dat er geen zware motor in de neus ligt komt de wegligging ten goede, waarbij moet worden aangetekend dat onze testauto de optionele luchtvering heeft. Die is echter alleen standaard op de dikkere uitvoeringen van de EQE. De Mercedes weegt een forse 2.255 kilogram en dat gewicht is niet te verbloemen. We merken wel vaker dat een harder onderstel beter omgaat met het hoge gewicht van EV’s. De demping moet harder werken dan je wilt in een comfortabele auto, waardoor hij toch een beetje minder comfortabel is dan pak hem beet een E300. Zeker op slechte wegen of bij forse drempels worstelt het onderstel een beetje met al die kilo’s. Op lange afstanden is het echter een sublieme, stille auto, met een uitstekende wegligging als er bochten opduiken. Zeker de wat snellere ruime bochten zijn geen probleem voor de Mercedes, die natuurlijk ook is gemaakt voor het snellere werk op de Duitse snelwegen.

De Porsche zit – niet verrassend – met zijn rijkarakteristiek aan de andere kant van het spectrum. Het is een zeer sportieve auto die meteen het echte Porsche-gevoel bij de bestuurder naar boven haalt. Dat was een hele geruststelling toen we hem voor het eerst reden, in 2019. De besturing is top, de gasrepons ook. Met zijn extra vermogen is hij sneller dan de Mercedes, maar terwijl de power in de EQE voldoet, zouden we in de Taycan toch net even wat meer vermogen willen. Omdat je de auto anders rijdt en van een Porsche ook wel wat power verwacht. Daar doet de korte boost van 400 pk in Sport-Plus niets aan af. Maar wat ligt de

Taycan goed op de weg, zeg! Alles klopt, de bestuurder staat centraal. Omdat we de rappere GTS toch hadden, probeerden we hem ook even en ja, die kan door zijn aangepaste onderstel met bijvoorbeeld actieve stabilisatoren nóg harder door de bocht. Maar de basis-Porsche is ook al geweldig. Die is met 2.100 kilo ook geen lichtgewicht, en als je gaat pushen voel je de kilogrammen onder meer bij het aanremmen van bochten. Maar anders dan bij de EQE heb je er alleen op de grens last van, zeker niet bij normaal dagelijks gebruik. Al met al slaagt Porsche iets beter in zijn dynamische aspiraties, dan Mercedes in zijn comfortdoelstellingen.

LEKKER LOUNGEN

Aan de binnenkant is dat niet per se het geval. De EQE heeft een fabelachtig cockpit. De materialen zijn prachtig, de afwerking is superieur. Het grote multimediasysteem kennen we uit de S-klasse. Het gigantische hyperscreen uit de EQS is tegen meerprijs alleen te krijgen op de AMG-uitvoeringen van de EQE. We missen het evengoed niet, omdat alles al zo mooi is. Uiteraard hebben we opties als uitgebreide augmented reality, goede autopilot-systemen en digital light dat naar wens informatie op de weg projecteert.

De Taycan ontbeert dit alles, hoewel een vorm van autopilot wel aanwezig is. Maar de hoeveelheid (optionele) gadgets in de Benz is simpelweg groter. De afwerking in de Porsche doet niet onder voor die van de EQE, maar met zijn materiaalgebruik kan de Taycan niet tippen aan de Mercedes.

Kijken we naar de ruimte, dan is de Porsche krapper dan zijn concurrent, hoewel de kofferbak tot onze grote verbazing méér inhoud biedt dan de Mercedes. Daar lijdt de kofferruimte duidelijk onder de opzet van de auto. Het blijft gek. Achter in de EQE is de beenruimte uitstekend, bovendien is het ook hier erg luxe. In de Taycan voelt het simpel en krap, hoewel je voeten door een uitsparing in het accupakket het beter hebben dan je zou verwachten. De hoofdruimte in de Mercedes valt wel wat tegen. De hogere bodem en aflopende daklijn helpen niet en het is al met al krapper dan in een E-klasse. Evengoed beter dan in de Taycan, maar dat mag geen verrassing heten.

Kijken we naar de prijzen, dan staat de Taycan nog wat hoger in de markt dan de Mercedes. Goede ondersteltechniek om hard door een bocht te gaan is duur, net als een mooi 800-volt systeem. Dan nog luidt ons advies: als je dan toch een Taycan op het oog hebt, kies dan een snellere variant. Dat voegt veel toe aan de beleving. Voor de EQE is de 350+ voor Nederland meer dan prima. Het vermogen volstaat en het lage verbruik zorgt voor een goede actieradius. Geef het geld dan liever uit aan techniek, gadgets en extra comfort. De Mercedes is een goede elektrische auto met veel luxe. Maar waar we ten opzichte van een E-klasse nog wel wat kleine verbeterpunten zien, overtuigt de Porsche Taycan juist op alle fronten. Die kleine verschillen maken de Porsche tot de winnaar van deze test.