Lotus Evora

Blanke bolster, ruwe pit

Lotus Evora
Lotus EvoraLotus EvoraLotus EvoraLotus EvoraLotus EvoraLotus EvoraLotus EvoraLotus Evora
AutoWeek 21 2009
AutoWeek 21 2009

Je leest het in AutoWeek 21 2009

Voor puristen is het schrikken wanneer Lotus aankondigt een veel luxueuzere sportwagen op de markt te gaan zetten. Want Lotus, dat is afzien, dat is kraken en rammelen. Lotus, dat is vooral heel vergevingsgezind zijn en houden van. Luxe? Daar gruwen Lotus-adepten van. Tijd voor een griezelverhaal dus.

We pakken de lijst met standaardvoorzieningen er even bij: stuurbekrachtiging, elektrisch verstelbare en verwarmbare buitenspiegels, airconditioning en – geloof het of niet – Isofix kinderzitjesbevestiging. Een kleine bloemlezing die voor veel Lotusliefhebbers effectiever zal zijn dan een krachtig laxeermiddel. Maar als diezelfde liefhebber toch de verleiding niet kan weerstaan om eens een stukje te gaan rijden met de Lotus Evora, dan zal hij omslaan als een blad aan de boom. En dat kunnen wij inmiddels uit ervaring vertellen, ervaring op de kronkelende wegen in de Schotse Hooglanden.

Je kunt het van de buitenkant niet afzien, maar de Lotus Evora is een 2+2. Ofwel een sportauto met twee kleine stoeltjes achterin. De motivatie van Lotus was simpel en strookt met het hele idee achter de Evora: een groep nieuwe klanten binnenhalen die de Elise echt te onpraktisch vindt. Nou hebben we dat verhaal eerder gehoord, een kleine drie jaar geleden toen we kennismaakten met de Europa S. Maar die auto verschilde in de praktijk minimaal van de Elise. En dat was ook wel logisch, want onderhuids is hij grotendeels gelijk aan de auto die al dertien jaar het gamma van de kleine fabrikant uit Hethel domineert. En daarom is de Evora de eerste echt nieuwe Lotus sinds 1996. En dat is niet het enige dat de Evora bijzonder maakt, het is namelijk ook de enige 2+2 met middenmotor. Niet dat het concept niet eerder is bedacht; Maserati deed het in de Merak en Ferrari maakte de Mondeal, en vlak Lotus zelf niet uit met de Elan +2, de Elite, de Éclat en de Excel, maar dat is allemaal geschiedenis. Het is nogal schikken en meten om vier zitplaatsen plus een motor tussen de twee assen te proppen, maar in de filosofie van wijlen Colin Chapman is het te belangrijk dat het gewicht zo ideaal mogelijk is verdeeld en dat de massa van de motor zo veel mogelijk op de aangedreven wielen rust.

Echt aluminium

Maar alleen twee zitplaatsen toevoegen was niet genoeg om de Evora gebruiksvriendelijker te maken. De sportwagen heeft daarnaast een standaarduitrusting die in niets meer doet denken aan de Spartaanse, racy auto's die we van Lotus gewend zijn. Om te beginnen is de instap al ongekend gemakkelijk. De deuropening is groter en waar je in de Elise en Europa een soort vrije val in een diep ravijn maakt, kom je in de Evora een stuk hoger terecht. 65 mm hoger dan in de Elise, om precies te zijn. Toch valt dat als je eenmaal zit niet echt op, en dat heeft Lotus bereikt door de onderste lijn van de zijruiten heel hoog te houden.

Het interieur ziet er werkelijk prachtig uit. Alles is met leer overtrokken en de stukken zijn heel mooi aan elkaar gestikt. De klokken doen aan die van de Audi R8 denken. Tussen het leer door zitten veel aluminium panelen, en die zijn ook allemaal echt. Geen plastic nep-metaal in de Evora. Bijzonder geslaagd zijn de vele ronde drukknoppen op die aluminium panelen, die op TVR lijken te zijn geënt. Opvallend is dat Lotus heeft geprobeerd de extra stoeltjes achterin zo weinig mogelijk te laten opvallen; zijn de voorste stoelen crème, achterin is het diep zwart zodat je de indruk hebt in een tweezitter te zijn beland. Tja, en als je probeert achterin te kruipen, ontdek je dat die indruk niet eens zo ver bezijden de waarheid is. Zelfs als de voorste passagier flink inschikt, zit je echt als een sardientje. Maar daar doet Lotus ook niet geheimzinnig over. Het zijn echt noodstoeltjes, niet meer dan dat.

Ondanks de revolutie voel je je toch al gauw aan boord van een Lotus. Met name die heerlijke sportstoelen werken daar aan mee, en niet te vergeten dat typische Lotus-stuurtje: klein, licht en hard. En dan die ergonomie, of beter het gebrek daaraan. De mooie alumimium-knoppen zitten voor een groot deel achter het stuur verstopt, de knop voor de spiegelverstelling is bijna onbereikbaar en links onderin kun je je voet amper kwijt, waardoor hij steeds boven het koppelingspedaal zweeft.

Fel

Zoals we inmiddels van Lotus gewend zijn, is ook ditmaal de motor van Toyota geleend. De 3,5-liter V6 is door Lotus zelf opnieuw geprogrammeerd, waardoor hij sneller in toeren klimt en feller op het gas reageert. Hij levert in de Evora 280 pk en 350 Nm en dat is genoeg om hem ondanks het (voor een Lotus) hoge gewicht van 1.382 kg heerlijk rap te maken. 0-100 km/h doet hij in vijf seconden en ook bij tussensprints komt hij razendsnel van zijn plek. Maar je wilt natuurlijk vooral veel sturen, iets wat de Evora naar goed Lotus-gebruik uitstekend doet. Er is bovengemiddeld veel aandacht besteed aan het onderstel en alleen het beste was goed genoeg: Bilstein dempers, Eibach veren en Pirelli P Zero banden zorgen dat je de Evora uiterst precies hard door de bochten kunt duwen. In de Elise krijg je bij wijze van spreken bloedblaren op je handen van simpele kiezelstenen, maar dat is met de Evora verleden tijd. En is met de hydraulische (elektronisch vonden de ingenieurs van Lotus te ver gaan) stuurbekrachtiging de besturing nog steeds heerlijk precies. U vraagt, de auto draait. Hou de motor vooral op toeren. Onderin wil hij wel eens bokkig doen, maar vanaf zo'n vierduizend toeren is het één bonk spieren. En hij klinkt bovendien als een klok, wat u zelf kunt meemaken in de video op onze site.

Het is al met al verbazingwekkend hoe zeer Lotus heeft toegegeven aan comfort en gebruiksgemak, zonder het typische Lotus-gevoel los te laten. De Evora is een zeldzaam bivalente auto, een blanke bolster met ruwe pit. Is de auto zelf al ongekend luxe voor dit merk, de optielijst meldt ook vreemde vogels. Lotus werkt met een aantal pakketten, maar het meest opvallend is de navigatie met parkeerhulp en achteruitrijcamera (mond spoelen!). Hoewel we links en rechts nog wat rammeltjes en kraakjes opmerkten, is dit met afstand de best afgewerkte Lotus die we ooit reden. En weet dat we een pre-productieauto meekregen. Zo kan ook het vele windgeruis boven de 140 km/h worden verklaard, want de rubbers van de deuren hebben nu nog kieren, maar in de productieauto's bestaan die uit één stuk.

En die productie begint weldra, zodat de eerste auto's in juni kunnen worden afgeleverd. Lotus wil er wereldwijd zo'n tweeduizend per jaar verkopen, waarbij ook de Amerikaanse markt voor de bijl moet. Om dat te bereiken komt er volgend jaar (puristen even doorspoelen naar de volgende zin) een automaat. Als de Evora aanslaat, zal Lotus ook over een cabrio gaan nadenken. Maar de opvolger van de Esprit, waarover zo veel wordt gespeculeerd, is voorlopig niet aan de orde, verzekeren de mannen uit Hethel ons. "Voorlopig concentreren we ons op de Evora, die auto moet ons merk de komende jaren gaan dragen."

Video

Lezersreacties (11) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.