Lotus Elise Supercharged

In het allereerste nummer van AutoWeek prijkte op de middenpagina een poster van een Lotus (zie ook pagina 43 in dit nummer), dus het kon niet beter treffen dan dat we juist vorige week weer waren uitgenodigd om kennis te maken met een nieuwe telg van dat merk. Een nieuwe Lotus? Ach, het is net hoe je het bekijkt. Dit is in de eerste instantie gewoon de Elise, het belangrijkste model uit Hethel sinds de introductie van de eerste generatie, dertien jaar geleden. En ook het huidige model, dat wat scherper en masculiener oogt dan zijn voorganger, is al sinds 2001 op de markt. Tot voor kort met keuze uit twee motoriseringen: de Elise S, goed voor 136 pk, geldt als instapper, terwijl de Elise R met 192 pk de sterkste is. Nee, was. Want de Supercharged heeft hetzelfde 1,8-liter Toyota-blok, maar is ditmaal voorzien van een mechanische compressor, zoals de naam al doet vermoeden. En dat maakt hem tot de sterkste en snelste productie-Elise ooit. Je zou denken dat Lotus de Supercharged dus bovenaan het Elise-gamma plaatst, maar dat is een misvatting. Volgens de ingenieurs staat hij tussen de S en de R in, en dat heeft te maken met de karakteristiek van de motor over het toerenbereik. De S is een auto voor mensen die vooral willen rondtoeren, de R vraagt van de berijder steeds grote oplettendheid en hoge toerentallen, met een ideaal schakelpunt boven de 6.200 omwentelingen. De SC sleurt er dankzij de compressor al bij 4.000 tpm flink aan, waardoor luier schakelen mogelijk is, wat het rijden net wat meer relaxt maakt. The best of both worlds noemt Lotus deze motor.

Prototypes

De Elise geldt onder liefhebbers als een kart voor de openbare weg, en de openbare wegen in het achterland van Barcelona vertonen grote overeenkomsten met een kartbaan. Het is dan ook niet toevallig dat we juist daar mogen kennismaken met de Supercharged. En daar blijkt al gauw dat het bredere koppelbereik niet alleen theorie is. Ondanks de erg korte versnellingen (bij 120 km/h in zes draait de motor al 3.500 tpm) kunnen we hele delen van het bochtige, bergachtige parcours in uitsluitend het derde verzet rijden. Worden de stukken wat rechter en maakt lekker sturen plaats voor bruut gassen, dan blijken we verbazingwekkend snel al aan de vijfde versnelling toe te zijn. Veel verder durven we niet te gaan; tijdens de briefing vanmorgen is ons verteld dat de guardia civil een dag eerder is langs geweest, nadat enkele andere journalisten zich te buiten waren gegaan. De boodschap was duidelijk: bij de eerste de beste nieuwe misdraging wordt niet alleen het rijbewijs, maar ook de Lotus in beslag genomen. En aangezien er voor dit evenement slechts zes handgebouwde prototypes beschikbaar zijn, lijkt het ons wel zo netjes de gastheren niet in de problemen te brengen.

Nekkendraaier

De motorkarakteristiek is niet het enige dat de Supercharged onderscheidt van de R en de S. Ook uiterlijk zijn er aanknopingspunten. Behalve de typeaanduiding op de achterkant en de voorste spatborden is een SC ook te onderscheiden aan speciale wielen, een grote spoiler achterop en een enkele, maar dikke uitlaat. Maar ook zonder dat is de Elise – nog steeds – een ware nekkendraaier. Oké, de felgele lak van ons exemplaar zal daar ook aan meewerken, samen met het feit dat wij open rijden in januari. Prima te doen bij een graad of twaalf en een dun winterzonnetje, maar Spanjaarden hebben wat dat betreft andere normen en lopen nu met dikke winterjassen en mutsen rond. Ze moeten die twee Nederlandse ijsberen wel voor gek verklaren. En toch, iedereen kijkt om naar de Elise SC. Moeders met kinderen, bejaarden, het maakt niet uit, terwijl de Elise in deze vorm toch al weer zeven jaar mee gaat. We beginnen vermoeden dat dit model nooit in Spanje gevoerd is, maar navraag leert dat dat een misvatting is.

Geen tussenkoeling

Dankzij het soepele, vergevingsgezinde karakter van de motor doet deze Elise nog het meest denken aan de Europa S. En dat is niet verbazingwekkend, want ook die Lotus heeft lading, zij het met een turbo in plaats van mechanische compressie. Maar qua geluid hebben ze veel gemeen. Overheerst in de Europa S de turbo sterk, ook in de Elise SC is het gefluit van de compressor alom aanwezig. Die compressor is door Lotus zelf ontwikkeld en is uit één stuk direct tegen het inlaatspruitstuk gegoten. Dankzij het ontbreken van een intercooler kon zelfs acht kilo gewicht worden bespaard ten opzichte van de Exige S, die wél aan tussenkoeling doet. Een bijkomend voordeel van het ontbreken van de intercooler is dat in de Elise SC het zicht naar achteren niet wordt weggenomen door die constructie, in tegenstelling tot de Exige S.

Niettemin is het weggedrag wat directer dan de Europa S, die op zich ook al niet mis is. De communicatie via het stuur is waanzinnig direct. Elke oneffenheid in het wegdek leidt tot een lichte ruk aan het – uiteraard onbekrachtigde - stuurwiel, alsof de auto je aan de hand neemt en met enige dwang een bepaalde kant uit wil duwen. Dan moet je als bestuurder met net iets meer dwang laten weten wie de baas is, waardoor rijden met de Elise een inspannende, maar buitengewoon fascinerende bezigheid is. Dankzij het lage gewicht en relatief veel power op de achterwielen, zelfs onderin, kun je prachtig spelen met over- en onderstuur, wat het rijden op deze wegen vol haarspeldbochten tot een avontuur maakt. Het harde onderstel zorgt dat er regelmatig van alles in de auto kraakt en rammelt; bij de meeste auto's reden tot kritiek, maar hé, dit is een Lotus. Dat hoort er gewoon bij. De auto is voorzien van ProBax-stoelen, een ontwerp dat het bekken in een bepaalde hoek dwingt. We zullen u een uitgebreide les anatomie besparen, maar het komt er op neer dat de doorbloeding van het lichaam wordt gestimuleerd. De mannen van Lotus trekken de vergelijking met de juffrouw op school, van wie je altijd rechtop moest zitten: voor een betere concentratie.

Farce

De Elise Supercharged is naar goed Lotus-gebruik gespeend van elke vorm van overtollig gewicht, lees: Spartaans uitgerust. Niettemin kan de auto naar keuze worden verrijkt met een tweetal pakketten: het Touringpakket omvat geluidsisolatie, diverse leren accenten en bekleding, de eerder genoemde ProBax-stoelen, een Alpine-radio/cd-speler met iPod-aansluiting, vloerbedekking met Lotus-logo en, jawel, een bekerhouder. Voor ons een farce, maar voor de VS een onmisbaar kleinood. Ook kan er gekozen worden voor het Sport Pack: Bilstein sportdempers, tractiecontrole, dubbele oliekoeler, ProBax sportstoelen en speciale, gegoten lichtgewicht wielen. Overigens is ook voor de rest van het Lotus-gamma het aantal pakketten voor 2008 teruggebracht van vier naar twee, voornamelijk omdat het onderscheid tussen twee pakketten, airbags, voortaan in alle Lotussen standaard is (de Exige Cup 255 en de 2-Eleven uitgezonderd, maar dat zijn circuitauto's). Ook nieuw voor alle modellen is het klokkencluster, met zwarte (i.p.v. witte) achtergrond en lampjes die aangeven wanneer opgeschakeld moet worden en wanneer er een beurt aan zit te komen. De controlelampjes zijn nu alleen zichtbaar wanneer ze branden.

Naast beide pakketten is er ook nog een viertal losse opties af fabriek te bestellen. Wie in gezelschap van Lotus-puristen weggehoond wil worden, bestelt airconditioning. Verder behoren tractiecontrole en een hardtop tot de mogelijkheden, terwijl de driftkoningen onder u blij zullen zijn met het limited slipdifferential.