Lexus LBX vs. Audi Q2 – Vergelijkende Test

Wisseling van de wacht

114 reacties

Video

De compacte SUV is één van de populairste autosoorten in Europa. Toch weten premiummerken dit segement maar zelden te vinden. De Audi Q2 had het rijk hier lange tijd vrijwel alleen, maar vindt aan het einde van zijn carrière ineens de Lexus LBX op zijn pad.

De Lexus LBX, waar plaatsen we die?

Dat de eerste compacte premium-SUV in jaren uitgerekend van Lexus komt, is best bijzonder. Dit segment is immers vooral een Europese aangelegenheid en het Japanse Lexus heeft doorgaans meer aandacht voor de Noord-Amerikaanse markt. Met de LBX wil Lexus nogmaals laten zien hoe serieus het de veeleisende Europese koper neemt, nadat het eerder al met modellen als de CT 200h en de UX gebeurde. De LBX is bovendien anders dan anders, en draagt dat uit door zijn drieletterige typenaam. Het ‘LBX’ wordt anders dan bij andere Lexus-modellen niet gevolgd door drie cijfers om de motor aan te duiden, maar dat hoeft ook niet. De LBX is immers altijd een volwaardige hybride met een 1,5-liter driecilinder en 136 pk. Het gaat in feite om de aandrijflijn van de Toyota’s Yaris en Yaris Cross, waarmee de LBX zijn platform deelt.

Hoe verhouden de Lexus LBX en de Audi Q2 zich tot elkaar?

De Audi Q2 verscheen in 2016 en staat op het oorspronkelijke modulaire MQB-platform, dat destijds als basis diende voor C-segmenters en groter. Mede daardoor is zijn positie niet altijd helder geweest, maar met hun buitenmaten zitten de Q2 en de LBX erg dicht bijelkaar. De kleinste Audi-SUV viel binnen het erg behoudende, zakelijke Audi-gamma altijd al op door zijn relatief hippe en jonge uitstraling, en doet dat na slechts een minimale facelift in 2020 wat ons betreft nog steeds. Een opvolger komt er naar alle waarschijnlijkheid niet, want Audi zegt te stoppen met de compactste modellen. De LBX is voor Lexus-begrippen juist erg behoudend. De opvallend scherpe vouwen en hoeken van de grotere modellen zijn hier keurig afgerond en gladgestreken en wat er overblijft is een keurige, maar niet zo herkenbare auto. Dat Lexus zijn kenmerkende ‘Spindle Grille’ inmiddels wat heeft aangepakt en afgezwakt, helpt daarbij niet.

En hoe premium zijn de interieurs?

Veel mensen krijgen een beetje jeuk van de term ‘premium’, en dat is best begrijpelijk. Het riekt immers naar een door slimme marketeers bedachte manier om extra geld te kunnen vragen voor een product. Maar één blik op het interieur van de LBX volstaat om vast te stellen dat Lexus de luxepositie van de LBX zeer serieus neemt. Alles wat je ziet en voelt is uniek voor deze auto en wordt dus niet gedeeld met de Yaris Cross waarmee hij onderhuids het nodige gemeen heeft. De schakelaars aan de stuurkolom, het stuurwiel zelf, de prachtig afgewerkte raamknoppen en zelfs de zijdezachte manier waarop de ruiten openen en sluiten zijn helemaal ‘Lexus’, en komen we tegen in veel grotere en duurdere modellen van dit merk.

Lexus kent de gevaren van overmatige digitalisatie en voorziet in fysieke knoppen voor onder meer de climate control. De ‘knoppen’ voor stoel- en stuurverwarming staan in het scherm, maar staan altijd onderin beeld en zijn direct bereikbaar. Het infotainmentsysteem zelf is niet opzienbarend, maar wekt door zijn snelheid en overzichtelijkheid nergens irritaties op. Heel bijzonder is de manier waarop de Japanners digitaal en tastbaar verenigen in de knoppen op het stuur. Die knoppen hebben uiteenlopende functies, maar die kun je wisselen door een druk op de knop die er direct onder zit. Deze oplossing is zeker slim, maar vergt wel de nodige gewenning. Na een week vinden we er nog steeds niet blindelings onze weg mee en dat is toch jammer.

Aan de Audi zijn dit soort digitale fratsen niet besteed. Dit model is in feite alweer acht jaar oud en in 2016 moest de echte digitaliseringslag nog plaatsvinden. Plaatsnemen in de Q2 is desondanks een verademing, want alle veranderingen van de laatste acht jaren zijn zeker niet allemaal positief. De Lexus houdt bestuurder en omgeving altijd in de gaten en geeft waar (on)nodig een waarschuwing, in de Q2 heerst doodse stilte. Minder veilig? Misschien, maar minder afleiding is ook wat waard. De bediening van de climatecontrol gaat nog gewoon met fysieke knoppen, die een bevredigende ‘tik’ geven bij het indrukken. In de test-Q2 troffen we tot onze verbazing zelfs nog een draaiknop aan voor het MMI-infotainmentsysteem. Dat was echt voor het laatst, want inmiddels heeft Audi voor de Q2 een touchscreen aangekondigd. Jammer, al is de komst van een moderner infotainmentsysteem zeker geen overbodige luxe. Het extra opbergvakje dat de knop vervangt trouwens ook niet, want zowel in de Audi als de Lexus treffen we erg weinig opbergruimte aan.

Audi hevelt evenmin zomaar knoppen en schakelaars over uit mindere zustermodellen, want we zien uitsluitend uniek Ingolstadt-materiaal. De Q2 komt door zijn eenvoudigere, hardere materialen wat minder weelderig over dan de LBX, maar maakt zonder meer indruk met zijn snaarstrakke afwerking en bouwkwaliteit. Bovendien zitten langere mensen hier fijner dan in de LBX, die met zijn ietwat beperkte beenruimte ook voorin zo klein voelt als hij is. Achterin geldt dit nog sterker. In de Q2 kun je met enig inschikken nog wel zitten, in de LBX zijn zelfs kinderzitjes al snel een probleem. De bagageruimtes zijn daarentegen prima vergelijkbaar, en in beide gevallen van bruikbaar formaat.

Hoe zit het met de motorisering?

Zelfs de aandrijflijn neemt Lexus niet zomaar over van de Yaris Cross. Het gaat weliswaar in beginsel om dezelfde hardware, maar door een extra balansas en een extra krachtige elektromotor moet de LBX soepeler en beter presteren. Dat heeft gewerkt. Waar deze driepitter er in een Yaris onder vollast luidruchtig op los ratelt, blijft hij hier altijd op de achtergrond. Versnellen gaat met meer gemak, al is deze kleine Lexus met 136 pk zeker niet overgemotoriseerd. De traploze overbrenging van Toyota’s hybridetechniek nodigt niet uit om eens lekker te gaan trappen, maar dat mist zijn effect bepaald niet: we reden nog zuiniger dan de fabriek belooft.

De Audi doet niet aan hybridetechniek, want zijn ‘oude’ platform staat zelfs geen mild hybrid-hulpje toe. Wie net als in de Lexus een automaat wil, komt bij de Q2 automatisch uit bij de 1.5 TSI-viercilinder die we in zoveel producten uit de Volkswagen-stal aantreffen. Geen schande, want ook hier is dat een prettige krachtbron. De samenwerking met de zeventraps automaat met dubbele koppeling verloopt vlekkeloos en het geheel voelt wat levendiger dan de aandrijflijn van de Lexus. Zuinig is hij eveneens, maar naast de Lexus verbleekt dat wel. Ondanks het ontbreken van elektromotor en accupakket is de Q2 nota bene nipt zwaarder dan de LBX, maar zo voelt het onderweg niet. De Q2 staat stevig op zijn wielen, voelt lekker lichtvoetig en valt met enthousiasme een bocht aan, terwijl hij toch ook comfortabel en voldoende stil is. Daarmee is het gewoon een erg prettig rijdende auto.

Wat kosten ze eigenlijk?

De LBX blijkt ook in dit opzicht een echte Lexus en is opvallend stil en comfortabel. Wie op pret of dynamiek hoopt, wacht enige teleurstelling. De LBX is vrij afstandelijk en hoewel hij heus een goede wegligging heeft, word je daar als bestuurder niet echt bij betrokken. Van Lexus zijn we eenvoudige prijslijsten met een beperkt aantal complete uitvoeringen gewend, maar de LBX is ook in dit opzicht erg Europees. Bij het kleinste model werkt Lexus met zogeheten ‘Atmospheres’, die meer zeggen over de stijl dan over het uitrustingsniveau dat je met verschillende pakketten nog verder kunt aankleden. De vanafprijs ligt op € 35.995, maar voor iedere andere uitvoering ben je meer dan 40 mille kwijt en een uitvoering zoals de gereden Emotion met Advanced Pack en een kleur gaat rap richting de 50.

Bij Audi begint het feest voor een Q2 35 TFSI S Tronic pas bij € 42.446. Hier moet je traditioneel met losse opties aan de slag en aldus is het samenstellen een tijdrovende klus. Een kostbare, bovendien, want bij gelijke uitrusting is de Q2 nog wat duurder dan de LBX. Voor wintersporters heeft de LBX een uniek voordeel, want hij is er zelfs met vierwielaandrijving. Quattromerk Audi biedt dat alleen aan op de dure en snelle SQ2. Zonaanbidders moeten juist wel bij Audi zijn: de Q2 is leverbaar met een glazen panoramadak, de LBX niet.

Welke van deze twee moet je hebben?

De nieuwe Lexus wint het van de acht jaar oude Audi, maar groot is het verschil niet. Dat zegt wat over beide auto’s. De Lexus komt met zijn stilte, hoogwaardige interieur en verfijning zonder meer in aanmerking voor het predicaat premium, maar het ontbreekt hem aan ruimte achterin en aan een eigen karakter. Zowel het design als het rijgedrag is behoorlijk anoniem, op het saaie af. Daar scoort de leukere Audi, die bovendien ruimer is.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

PRIVATE LEASE Lexus LBX

Lezersreacties (114) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.

Praat verder op het forum