Jaguar E-Pace D180 AWD (2018)

Het is momenteel de kleinste Jaguar uit het gamma en dat wordt subtiel onder de aandacht gebracht door een tekening aan de onderkant van de voorruit; we zien daar een volwassen jaguar met een welpje. Britse humor blijft uniek. Wie in het donker zijn E-Pace nadert en ontsluit, wordt opnieuw getrakteerd op de twee dieren, ditmaal geprojecteerd op het wegdek aan weerszijden van de auto. Een mooi detail.

Waar merken als BMW en Volvo hun eveneens nieuwe compacte cross-overs (X2 en XC40) bewust heel anders hebben ingestoken dan hun grotere modellen, kiest Jaguar er net zo bewust voor om in de E-Pace veel overeenkomsten met de F-Pace te stoppen. Doordat de verhoudingen anders zijn, oogt hij wel wat hoger en boller dan zijn grotere broer. Vergeleken met de genoemde concurrenten heeft de E-Pace een veel sterkere coupé-daklijn. Dat is voor een deel optisch bedrog, gecreëerd door de bovenste en onderste lijnen van de zijraampartij in een punt te laten eindigen. De achtersteven heeft die typische Jaguar-achterlichten en ook het front is met de enorme grille onmiskenbaar Jaguar.

Klassiek stijlvol

In de Jaguar E-Pace word je getrakteerd op een mooi, klassiek ogend dashboard. Het heeft veel elementen uit de F-type, zoals de handgreep rechts van de cardantunnel. De klokken zijn digitaal en een mooi detail wordt gevormd door de displays die in de aircoknoppen zijn verwerkt. Helaas zijn de kunststoffen op sommige plekken niet helemaal wat je van deze klasse zou verwachten, maar voor de rest ademt dit interieur stijl. Achterin is de beenruimte behoorlijk, maar zit je met je hoofd gauw tegen het dak. Opvallend is hoe groot de kofferruimte is: 557 liter is echt fors.

Een bijzonder kenmerk van de E-Pace is zijn overgewicht – hij is kleiner, maar nota bene zwaarder dan de grotere F-Pace. Dit laat zich verklaren door het feit dat de E-Pace nog is gebaseerd op de Range Rover Evoque, terwijl de F-Pace zijn platform deelt met de veel nieuwere (lees: modernere) en dus lichtere Velar. Jaguar laat desgevraagd weten daar een erg hoge torsiestijfheid tegenover te stellen. Dat is weliswaar een verklaring, maar dat doet niets af aan het feit dat dit een zware jongen is. Maar … des te knapper is het dat de ingenieurs van Jaguar de E-Pace toch dat behoorlijk lichtvoetige stuurgevoel hebben weten te geven. Een overdosis feedback moet je niet verwachten, daarentegen is de E-Pace verrassend precies te plaatsen en luistert hij heel secuur en snel naar elke stuurbeweging. Ondanks het forse gewicht blijft de E-Pace heel lang mooi neutraal, waarna hij over zijn voorwielen gaat schuiven. De vering en demping hadden van ons wel wat comfortabeler gemogen. De E-Pace heeft sportieve aspiraties, zoveel is duidelijk, maar iets meer comfort zou hem als cross-over wel passen. De Ingenium-diesel is stiller dan we van Jaguar-diesels gewend zijn en de negentraps ZF-automaat is pure verwennerij. Het overgewicht hebben de ingenieurs wat betreft het onderstel knap weten weg te poetsen, maar de 30 Nm extra in de aandrijflijn kunnen het niet helemaal verhullen. Voor de tussensprints heeft de compacte Jaguar best wat tijd nodig en ook van 0 naar 100 km/h is hij wat langer onderweg dan sommige van zijn naaste concurrenten. Opvallend is in dit verband dat de remweg mooi kort is.