Infiniti Q50

Het mes geslepen

Rijimpressie - Infiniti Q50
AutoWeek 45 2013
AutoWeek 45 2013

Je leest het in AutoWeek 45 2013

Het is voor elk automerk een flinke opgave om te concurreren met Mercedes-Benz, Audi en BMW. Zo is het nu eenmaal. En toch gaat Infiniti het opnieuw proberen met deze Q50. En geloof het of niet, deze keer heeft de missie zowaar een kans van slagen ...

Hoe zorg je dat je een rolletje kunt meespelen in een toneelstuk waarvoor al heel wat goede acteurs om de hoofdrol vechten? Da's nog niet zo simpel. En toch stuurt het Japanse Infiniti de nieuwe Q50 om auditie te doen voor het stuk waar auto's als de BMW 3-serie, Audi A4 en Mercedes C-klasse al jaren met veel succes in de spotlights staan. Zeker voor een merk als Infiniti – dat in de VS erg populair is, maar bij ons nog altijd, behalve bij een select clubje fijnproevers, niet aanslaat – is het een flinke klus om een voet tussen de deur te krijgen.
Hoe kom je dan wél tussen de topacteurs? Eén tip: doe je huiswerk. En dat is precies wat het luxemerk van Nissan gedaan heeft; in vergelijking met de voorganger G37 is er het nodige veranderd. De G was typisch een Japanse sedan voor de Amerikaanse markt, voorzien van een 3,7-liter V6. Heel fijn en levenslustig, maar die aanpak werkt niet meer in Europa, en al helemaal niet in 'bijtellingsbewust' Nederland. Dus gaat het roer met de Q50 – die later gezelschap krijgt van de kleinere Q30 en de grotere Q70 – voortvarend om: er is nog wel een V6, maar die komt bij ons alleen in de hybride-versie, terwijl het zwaartepunt komt te liggen op de Q50 2.2d, die Infiniti's eerste viercilinder dieselmotor krijgt.

Vriendschap

Slim genoeg besloten de Japanners om het wiel niet zelf opnieuw uit te vinden. In plaats daarvan sloot moederbedrijf Renault-Nissan vriendschap met Daimler en mocht Infiniti winkelen in de motorenlijn van Mercedes-Benz. Op de voorschermen van de Q50 staat zodoende weliswaar '2.2d', maar onder de kap ligt de 2,1-liter commonrail-machine die we bij Mercedes kennen als 220 CDI. Over vriendschap gesproken; het 170 pk sterke blok past prima bij de Q50, want met 400 newtonmeter heb je aan trekkracht geen gebrek. Wel hoor je zeker bij flink optrekken duidelijk dezelfde opmerkelijke brom die we kennen van Mercedes-Benz, en heeft de automatische zeventrapstransmissie de neiging om de motor wat te smoren. Ook dat is een bekende eigenschap van de Duitse aandrijflijn, en hoewel Infiniti claimt de software en afstelling van motor en bak te hebben aangepast, is hij nog nét wat te afwachtend
– zeker vergeleken bij de overdaad aan V6-souplesse in de Hybrid. Toch kan deze vierpitter voor de Q50 de sleutel zijn tot succes in Nederland. Kán, want nog niets is zeker. Gekoppeld aan de handbak stoot deze versie namelijk 114 gram CO2 per kilometer uit, en dat is net 2 gram te veel voor 20 procent bijtelling. En dat kleine voordeeltje kan voor veel leaserijders en wagenparkbeheerders nét dat ene argument zijn om wél voor een bepaalde auto te kiezen. Infiniti is nog druk bezig om de auto zuiniger te krijgen (zie kader) en die 'voordeelstatus' binnen te slepen. Het zou de kansen van de Q50 in elk geval vergroten, en dat verdient de auto wat ons betreft wel.

Aan een draadje

Aan het pakketje dat Infiniti heeft samengesteld ligt het namelijk niet. Niet alleen biedt de Q50 relatief veel ruimte én spullen voor minder geld dan de concurrentie, hij rijdt ook ronduit goed. Hoewel het stevige onderstel voor een prima stabiliteit en koersvastheid in bochten zorgt, is de auto niet te hard geveerd. Comfort gaat hier hand in hand met scherpte, en dat verdient een compliment.

Die alertheid komt overigens (deels) van een heel opmerkelijke voorziening, waarmee de Q50 bovendien een wereldprimeurtje scoort. Optioneel is de auto namelijk te voorzien van drive by wire, oftewel sturen via een draadje. Direct Adaptive Steering (DAS) vervangt de 'ouderwetse' stuurstang – die overigens nog wel aanwezig is als een soort vangnet en wordt geactiveerd zodra het systeem onverhoopt uitvalt – en geeft de bewegingen van het stuurwiel via computers door aan elektromotoren die op hun beurt de voorwielen aan het werk zetten.
De directheid en mate van bekrachtiging zijn instelbaar via twee fraaie, standaard aanwezige aanraakschermen – en het resultaat is even verbluffend als onwennig. Het is echt zaak om de juiste instelling te zoeken voor de weg waar je rijdt. Het hyperactieve standje 'Sport' is op de snelweg hoogst irritant omdat de auto superdirect reageert terwijl je dat daar niet wilt. Dus kun je daar beter kiezen voor 'Standaard' met de gevoeligheid op – je verzint het niet – standje 'Casual'. Dan nog gedraagt de Q50 zich wat nerveus, dus je kiest met deze Infiniti hoe dan ook voor een sportief georiënteerde sedan.

Rijden met DAS is een bijzonder vreemde ervaring, zeker omdat je feitelijk geen informatie in je handen voelt over wat er onder de voorwielen doorgaat. Putdeksels, spoorwegovergangen en naden in het asfalt; je voelt ze niet. Dat bezorgt de Q50 aan de ene kant een soort sereniteit (minder vibraties), maar zeker qua stuurgevoel is het erg wennen. Een verandering in bijvoorbeeld de wegverkanting merk je bijvoorbeeld niet in je stuur, maar pas zodra de koets begint te bewegen. Je moet stuurcorrecties dus op andere signalen afstemmen dan je gewend bent. Is die 'joystickbesturing' een aanrader? Tja, bijzonder en effectief is het systeem zeker, maar ga vooral uitgebreid met beide opties proefrijden voordat je een krabbel zet. Let wel: de kans is groot dat de Q50 je zal verrassen.

Video

Gerelateerde forum topics

Lezersreacties (15) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.

Praat verder op het forum