Hyundai Santa Fe

Van de Koreaanse fabrikanten weet vooral Kia mooi ontworpen auto's neer te zetten, maar Hyundai laat met de nieuwe Santa Fe zien die kunst ook te verstaan. Het is een stoere auto, met tamelijk elegante lijnen, zodat hij de vriendelijke uitstraling heeft die tegenwoordig van een SUV verlangd wordt. Aan de voorkant is dat wat minder, hij heeft een stoere neus en door de fikse, verchroomde grille is hij een opvallende verschijning in het verkeer. Voor diegenen die zich zorgen maken over voetgangers: de Santa Fe heeft een 'actieve' motorkap, die zes centimeter omhoog springt als hij krachtig door iets wordt geraakt. Mocht dat 'iets' een voetganger of fietser zijn, dan komt hij daardoor niet in aanraking met de 'harde' motor en wordt hij van de voorruit weggeleid.

De nieuwe Santa Fe is een stukje groter geworden dan zijn voorganger, met zijn 4,69 meter is hij vier centimeter langer, maar de wielbasis is hetzelfde gebleven. Hij is bovendien een halve centimeter breder en 4,5 centimeter lager. Desondanks is hij toch nog groter dan de concurrenten Volvo XC60, Audi Q5 en BMW X3. De bewegingsvrijheid is er ook op vooruit gegaan, voorin heb je meer hoofdruimte, achterin heeft hij in dat opzicht ietsje ingeleverd door de lage, aflopende daklijn, maar je kunt je benen 4,5 centimeter verder strekken. De bagageruimte heeft niet onder die winst geleden, die heeft een royale 534 liter inhoud.

Als je het vijfde portier opent, valt op dat er precies zo'n stekkerdoos als thuis in het bagageruim zit. Dat is een aardig nieuwtje van Hyundai, hij heeft 220 Volt aan boord, waardoor je passagiers dus hun laptop op volle kracht kunnen gebruiken, of je ijskoud een koelbox mee kunt nemen. Voorwaarde is wel dat het apparaat minder dan 200 Watt vermogen vraagt.

100 kilo lichter

Hyundai heeft de nieuwe Santa Fe niet alleen een premium uitstraling gegeven, maar heeft ook opties op het menu staan om dat begrip inhoud te geven. Je kunt je Santa Fe bestellen met Lane Departure Warning, een parkeerhulpsysteem, een elektronische handrem, een achteruitrijdcamera en zelfs (voor het eerst) een panoramisch schuifdak.

Kopers kunnen kiezen tussen een versie met vijf – of zeven zitplaatsen (€ 995 meerprijs), twee- of vierwielaandrijving (meerprijs € 2495) en een zestraps handbak of een zestraps automaat. Er is keuze tussen twee motoren, een 2,2-liter diesel met 197 pk en een 2,4 liter benzine met 192 pk. Wie een diesel met automaat wil – doorgaans een heel fijne combinatie – moet € 4995 bijbetalen, bij de benzineversie kost een automatische transmissie een stuk minder (€ 1995), met de restrictie dat die bak alleen besteld kan worden in combinatie met vierwielaandrijving.

De nieuwe Santa Fe weegt 1566 kilo en is daarmee 100 kilo lichter dan zijn voorganger. Voor de caravantrekkers: een volgepakte Santa Fe (met handbak) mag een geremde aanhanger van 2500 kilo trekken. Vanzelfsprekend is hij zuiniger dan zijn voorganger, althans op de verplichte overheidscyclus. De 2.4 GDI zou gemiddeld 11,5 kilometer op een liter benzine afleggen, de 2.2 CRDi zou 17,9 kilometer rijden op een liter diesel.

Niet alleen vanwege zijn verbruik is de diesel de aantrekkelijkste motor, hij is dat ook vanwege zijn prestaties. Hij heeft dezelfde top van 190 km/h als de GDI, maar accelereert deze er gemakkelijk uit met zijn bijna tweemaal zo grote hoeveelheid aandrijfkoppel.

Remmen doet de Santa Fe goed, Hyundai geeft althans een stopafstand van 40 meter op vanaf 100 km/h en dat is niet baanbrekend voor een grote SUV, maar wel keurig kort.

Wie zich zelden of nooit in het terrein begeeft, doet er goed aan voor de tweewielaangedreven versie te kiezen. Als je de vierwielaandrijver neemt, rijd je sowieso zo goed als altijd met voorwielaandrijving, want er wordt alleen maar aandrijfkoppel (maximaal 50%) naar de achteras gezonden als er wielspin op de vooras optreedt. Wie op gladde ondergrond rijdt of in het terrein kan met de knop 'lock' de vierwielaandrijving permanent inschakelen (tot 40 km/h), waardoor de koppelverdeling 50/50% is.

Beschaafde diesel

Tijdens de voorintroductie reden we een vierwielaangedreven 2.2 CRDi met automaat. De diesel demonstreerde geen enkel moeite te hebben met de anderhalve ton Koreaanse techniek, de Santa Fe was er levendig en zelfs rap mee. De diesel is zeker beschaafd te noemen, vooral bij deellast. Alleen als je even vol vermogen vraagt, kan er een beetje 'bedrijfswagen' geluid onder de kap vandaan komen. De combinatie met de automaat pakte nog beter uit dan verwacht, door het pre-actieve karakter van de transmissie. Hij schakelt tijdens het remmen vóór bochten al keurig terug, en niet erna zoals nog vaak het geval is.

Het interieur is ruim en licht, met prima zittende en goed verstelbare stoelen. Achterin is de ruimte uitstekend, met mijn 1,80 meter kon ik riant 'achter mezelf' zitten. Het dashboard is overzichtelijk en doet zo sterk aan dat van de i30 denken dat je het als een XL-versie daarvan kunt beschouwen. Opvallend is rechts op het stuurwiel het knopje waarmee je de mate van stuurbekrachtiging kunt kiezen. De mogelijkheden zijn 'normal', 'comfort' en 'sport'. Het is een elektrisch systeem, Flex Steer geheten, dat niet uitblinkt door gevoel in het stuur, maar dat is bij een auto als de Santa Fe niet echt een gebrek. In 'comfort' is de besturing heel licht, gemakkelijk voor in de stad of bij het parkeren. In 'sport' neemt de elektrische assistentie af waardoor de besturing een stuk 'vleziger' wordt en dat geeft het idee dat je wat meer gevoel in het stuur hebt – maar dat is vooral suggestie.

De afstemming van het onderstel is comfortabel, maar met een plezierige stevigheid erin. Hij is lang niet zo hard als een Cayenne en lang niet zo zacht als bijvoorbeeld een Discovery. De carrosseriebewegingen zijn goed onder controle, van deinen of overmatig rollen om de lengteas is geen sprake. Ondanks zijn afmetingen is de Santa Fe zelfs een lichtvoetige auto te noemen. Hij is gemakkelijk manoeuvreerbaar en het weggedrag is goedmoedig, met vroeg waarschuwend onderstuur als je een bocht iets te snel ingaat.

Het ziet er naar uit dat het succesverhaal van de Santa Fe met deze opvolger voortgezet gaat worden. De instapprijs van € 38.995 voor een 2.4 GDI 2WD is hoger dan voorheen, maar daar staat tegenover dat de uitrusting rijk is. Cruise-controle, Blue Tooth, airco en een uitgebreide auto-installatie zijn standaard op de goedkoopste uitvoering. Tegenover de concurrentie van Volvo, Audi en BMW is de Hyundai als vanouds heel competitief geprijsd. Het sterkste argument voor de nieuwe Santa Fe is echter dat het een prima rijdende en erg goed uitziende SUV is, die na de i30 en de i40 nogmaals bevestigt dat Hyundai de gevestigde orde niet meer op respectabele afstand volgt, maar deze vol zelfvertrouwen uitdaagt.