Ford Focus Wagon (2011) - Test

Topscorer met inhoud

Ford Focus Wagon
AutoWeek 25 2011
AutoWeek 25 2011

Je leest het in AutoWeek 25 2011

Terwijl de nieuwe Ford Focus zich al lekker warmloopt om de concurrentie om de oren te slaan, verschijnt nu de wagon-variant van het model ten tonele. En die kan nooit te vroeg komen, want het is de belangrijkste versie van de Focus; Ford verwacht dat de Wagon circa zestig procent van de Focus-verkopen voor z'n rekening zal nemen, net als z'n voorganger.

De Focus volgt in 1998 de vermaarde Escort op, en weet deze wonder boven wonder al snel naar de kroon te steken. Op dit moment is de Focus zelfs de populairste Ford. In de twaalf jaar dat de auto op de markt is, heeft Ford er een slordige tien miljoen exemplaren van verkocht. Geen wonder dat de Duitse fabrikant alles op alles zet om juist deze topscorer zo goed mogelijk uit de verf te laten komen. Daartoe heeft het het uiterlijk aangescherpt om dat zo goed mogelijk te laten voldoen aan de huidige smaak van de automobilist, zonder dat de Focus er ineens als een heel ander auto uitziet. Of de auto er mooier van geworden is, laten we hier maar in het midden; over smaak valt niet te twisten, immers. De koets oogt in ieder geval strakker en lichtvoetiger, en dat is niet louter optisch bedrog. De Focus is daadwerkelijk smaller en lager dan z'n voorganger, terwijl-ie in de lengte gegroeid is. Z'n nieuwe jas staat 'm goed. Onderhuids heeft Ford natuurlijk eveneens flink huisgehouden. Onder druk van fiscale maatregelen van overheden, een groeiend milieubewustzijn van de automobilisten, een naderend einde aan fossiele brandstofvoorraden en uiteraard successen van zuinige concurrenten in het C-segment biedt Ford efficiënter opererende motoren aan in de nieuwe Focus. Van de maar liefst negen motoren waaruit je in de Focus kunt kiezen, kom je er met zes in aanmerking voor de huidige twintig procents bijtellingsregeling, en dat zijn alle krachtbronnen met een inhoud van 1,6 liter. Daarvan heeft Ford er voor de Focus vier benzine-exemplaren op het program, en twee diesels. Een wegenbelastingvrije Focus, een Econetic – waarvoor volgens de huidige regeling veertien procent bijtelling verschuldigd is – staat op de rol voor volgend jaar, en een elektrische variant is eveneens in aantocht, maar ook daarop moeten we nog een jaartje wachten.

Toegevoegde waarde

Eerst is het de beurt aan de Wagon om voor het voetlicht te treden. En die doet z'n voordeel met alle vernieuwingen die Ford aan de Focus III hatch en sedan heeft doorgevoerd. Z'n verschijning is weinig verrassend, maar de stationwagon pretendeert ook geen koppendraaier te zijn. Tot en met de achterportieren volgt hij de lijnen van de nieuwe hatchback, en daarachter gaat hij z'n eigen weg. Doordat de daklijn sterk daalt, gaat niet alle dynamiek uit het ontwerp verloren. En desondanks heeft de Wagon achterin fractioneel meer hoofdruimte te bieden dan z'n vier- en vijfdeursbroers, die je hoofd ook al veel bewegingsvrijheid geven. Aan beenruimte offreert-ie zowel voor- als achterin niets extra's. Zoals je verwacht bij een stationwagon, zit de ruimtewinst vooral in de kofferbak. En daar zit dan ook de belangrijkste toegevoegde waarde van de Wagon. De pakezel onder de Focussen heeft een kofferbakinhoud van 476 liter, en daarmee kan-ie 160 pakken melk meer meezeulen dan de vijfdeurs hatchback. Motorisch is er inmiddels, na het debuut van de Focus III hatchback niets nieuws onder de zon. Op het motorenpalet van de Wagon staan vier benzinemotoren, in vermogen variërend van 105 tot 180 pk; met de laatste claimt Ford overigens de sterkste twintig procentsauto van het C-segment in huis te hebben. En met z'n vieren zijn ze licht in de minderheid ten opzichte van de dieselkrachtbronnen (dat zijn er vijf), waar naar verwachting de minste Focus-rijders voor zullen kiezen; Ford verwacht dat bijna driekwart van de Focus-clientèle voor een benzine zal gaan.

Deuntje

Ondanks dat maken we toch kennis met de Wagon met een zelfontbrander in het vooronder. Gevoelsmatig hoort er gewoon zo'n nagelende koppelbeul in het vooronder van een 'werkpaard.' De Duitsers hebben twee zestienhonderds op het program en drie varianten van een tweeliter. De vermogens lopen van 95 tot 163 pk, en aan koppel hebben ze tussen 230 en 340 Nm beschikbaar. Wij gaan op pad met de middle of the road-motor, de 115 pk sterke 1,6. Alle 115 paarden galopperen bij 3.600 tpm, en het maximale koppel van 270 Nm komt vrij tussen de 1.750 en 2.500 tpm. De Focus wagon komt niets tekort met de ze motor. Hooguit heeft-ie het onder de vijftienhonderd toeren wat lastig. Je moet de motor even uit dit 'dooie' gebeid trappen om'm optimaal te laten presteren. Zodra de turbo z'n deuntje begint mee te blazen, is het feest; de krachtbron begint er dan lekker aan te sleuren. Ver doortrekken in de versnellingen heeft uiteraard weinig zin. Om optimaal van het koppel te profiteren is het zaak vlot door te schakelen. In de dagelijkse praktijk hoef je echter helemaal niet zo veelvuldig van verzet te wisselen, doordat de motor heel elastisch is. Binnen de bebouwde kom kun je de pook vrijwel de hele rit in de derde versnelling laten staan. Het start-stop-systeem dat standaard is op de 1.6 TDCI (alsmede op de 1.6 Ecoboost-benzinemotoren) werkt zoals verwacht, en voldoet prima. Het aanslaan van de dieselmotor nadat je het koppelingspedaal hebt ingetrapt, gaat helaas niet geheel trillingsvrij, en daardoor doet start-stop enige afbreuk aan het comfort.

Schrik om het hart

En dat heeft Ford toch voor elkaar in de Focus Wagon. Motorgeluiden blijven aangenaam op de achtergrond, en het onderstel filtert oneffenheden in het wegdek grotendeels weg. Daarmee is de Focus geen weke auto geworden, die zich eerst uitgebreid moet 'zetten' in een bocht. Ford is aan z'n stand verplicht om het model bovengemiddelde rijeigenschappen mee te geven. En dat heeft het ook gedaan. De Wagon voelt dynamisch aan, niet in het minst vanwege de toepassing van Torque Vectoring Control. Opmerkelijk dat een stationwagon deze voorziening die doorgaans op sportieve auto's wordt gemonteerd ook heeft. Het systeem verdeelt het koppel optimaal over de voorwielen, en zorgt voor veel grip en een hoge handelbaarheid. De Focus Wagon voelt stabiel en wendbaar aan. In de eerste de beste bocht ben je al vergeten dat je met een Wagon rijdt die een zwaardere achterhand heeft. Met dit weggedrag zal de Focus de competitie wederom om de schrik om het hart doen slaan. De besturing werkt buitengewoon direct. Stuurbewegingen worden onmiddellijk en precies opgevolgd door de auto. Bovendien voelt de installatie lekker 'vlezig' aan. De elektrische stuurbekrachtiging gooit nu eens geen roet in het eten.

Begeerlijke extra's

Ford levert de Focus Wagon in vier trims; Abiente, Trend, Trend Sport en Titanium. Ter introductie is er tevens een First edition. De instapper Trend heeft ABS, ESP, centrale portiervergrendeling en elektrisch bedienbare voorportierramen en buitenspiegels. De belangrijkste items zitten erop, maar een standaarduitrusting waarvan je stijl achteroverslaat, heeft de Trend natuurlijk niet. Voor zaken als airco, een audio-systeem, in hoogte verstelbare zetels, leer, cruise control en nog meer van dat soort luxe zaken, moet je hoger op de uitrustingsladder klimmen. Begeerlijke extra's waarmee Ford adverteert, zoals parkeerhulp, verkeersbordherkenning en een voorziening die je bij de les houdt zodra je onbedoeld van rijbaan dreigt te veranderen, zijn ondergebracht in optiepakketten.

PRIVATE LEASE Ford Focus

Gerelateerde forum topics

Lezersreacties (4) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.

Praat verder op het forum