Een Daf en een Saab tegen elkaar? Ook nog als stationwagon? Dat ging ooit prima!

Dubbeltest Daf 55 Combi – Saab 95

Daf 44 Combi vs. Saab 95 klassiekers

Tweedeurs stationwagons zie je eigenlijk nooit meer, maar tot halverwege de jaren 70 wemelde het ervan. We gaan op stap met twee bijzondere vertegenwoordigers van deze dodo’s uit autoland, van merken die ook al zijn uitgestorven. Toch wordt het geen dooie boel. Een Daf 55 Combi en een Saab 95 in een behoorlijk klassieke dubbeltest! 

Vanaf de jaren 50 duiken tweedeurs stationcars frequenter op in het verkeersbeeld. Aanvankelijk zien ze eruit als bestelwagens met een achterbank, zoals de Volvo Duett en de Morris Minor Traveller. Vanaf het midden van de jaren 50 vervangt een achterklep de dubbele deurtjes, zie de Austin A40 Farina. In het volgende decennium zijn er tweedeurs stationcars (de term ‘combi’ is dan gebruikelijker) van onder meer de Opel Kadett, Ford Taunus, Autobianchi Primula, Glas 1004/1304, Trabant 600/601 en Triumph Herald. Het fenomeen beleeft in de eerste helft van de jaren 70 zijn hoogtepunt met – soms wonderschone – tweedeurs stationcars van de Ford Escort, Fiat 128, Vauxhall Viva, Austin Allegro, Datsun Cherry, Toyota Corolla, Mazda 1000 en Alfa Romeo Alfasud – om er enkele te noemen. Doorgaans gaat het om compacte auto’s die nauwelijks lang genoeg zijn om vier portieren te herbergen. Uitzonderingen daarop zijn de Opel Ascona Voyage en Rekord Caravan, de Ford Taunus 12M/15M en 17M Turnier, en de Volkswagen 1500/1600, 411/412 Variant. Zij zijn enkele maatjes groter, maar toch kun je er tweedeurs combi’s van kopen. Waarom? Misschien wel om te voorkomen dat kinderen uit de rijdende auto vallen. Het kinderslot is nog geen gemeengoed, het kinderstoeltje al helemaal niet.Eind jaren 70 is de tweedeurs combi verdwenen. Wil je drie deuren, dan krijg je een hatchback. 

a href=

Saab 95 is de stationversie van de 93

Ook het Zweedse Saab heeft van zijn enige modelserie, de tweedeurs 92-93-96, een stationversie: de 95. Hij komt eind 1959 op de markt, is gebaseerd op de 93 en blijft tot maar liefst 1978 leverbaar. Saab claimt dat er zeven personen in passen dankzij een opklapbaar bankje in de laadvloer. Dat maakt deze versie tot een soort MPV. Net als die carrosserievariant beschikt de 95 over extra bergruimte onder de vloer. Het is de ‘voetenbak’ voor de passagiers op het opklapbankje, maar als daar niemand zit, past er 85 liter bagage in. 

Tot 1967 wordt de 95 aangedreven door een driecilinder tweetaktmotor van 0,8 liter, daarna door een viertakt V4 van 1,5 liter. De testkandidaat is een tweetakt uit 1963. Zijn versnellingsbak heeft een vrijloop. Op lange afdalingen is die nodig om de motorsmering op peil te houden. De motorolie is bij een tweetaktmotor namelijk door de brandstof gemengd. Geen gas geven betekent geen smering. Tijdens een afdaling rem je doorgaans op de motor. De motor maakt dan veel toeren, maar de gasklep is dicht. Een tweetakt kan dan vastlopen, maar dankzij de vrijloop voorkom je dat. Je moet dan wel al het remwerk met de remmen doen. Dankzij de freewheel kun je ook slipstreamen, en schakelen zonder de koppeling te gebruiken. Gas loslaten, wachten tot het toerental gedaald is en schakelen maar.

Daf 44 Combi vs. Saab 95 klassiekers

Daf 55 Combi meer jaren 60

De Saab vormt een contrast met de andere testkandidaat, een Daf 55 Combi uit 1970. Het ontwerp van de Saab stamt met zijn vinnen en bolle motorkap uit de jaren 50, de Daf ademt met zijn grote glasoppervlakken en sobere lijnenspel de geest van eind jaren 60. In de Daf geen extra bankje of bergvak in de vloer. Sterker nog: vanwege de transmissie die eronder huist, ligt de laadvloer vrij hoog. Onder de motorkap schuilt een viertakt viercilindermotor van 1,1 liter, afkomstig van Renault. Het belangrijkste kenmerk is de continu variabele transmissie, de Variomatic. Daarmee bood de Daf als één van de weinige fabrikanten een automaat aan in de compacte klasse. 

De Daf had feitelijk geen concurrenten. Dat maakte het voor ons lastig een tegenkandidaat te vinden. Daf-kandidaten zullen zelden hebben zitten twijfelen of ze niet beter een Saab konden kopen, en omgekeerd. Dit wordt dan ook meer een demonstratie van eigenzinnige invullingen van het tweedeurs combi-concept in twee decennia. We hebben daarbij de uitersten opgezocht, vandaar tweetakt versus viertakt. 

Daf 55 Combi

Daf 55

Saab 95 Combi

Saab 95

Uitstekend zicht rondom

Instappen gaat in de Daf moeiteloos; in de Saab hindert het grote stuurwiel je rechterbeen enigszins. In de Zweed landen we op met stof beklede stoelen, omzoomd met kunstleer, in de Daf op glimmend skai. Het zicht rondom is in de Daf uitstekend, dankzij de grote ruiten en de dunne raamstijlen. Ook in de Saab is het zicht goed, al zijn de ruiten kleiner. Vooral de voorruit zit voor je gevoel hoog, met de bolle motorkap prominent in beeld. Het dashboard van de Zweed is relatief uitgebreid, met onder de lintsnelheidsmeter vier klokjes, voor de koelwatertemperatuur, brandstofvoorraad, laadstroom en tijd. Uiterst links bevindt zich de bediening van verwarming en ventilatie. Aan het stuur zitten alleen rechts twee hendels: voor de bediening van de versnellingsbak en van de knipperlichten. 

Kijk je omhoog, dan zie je dat de zonnekleppen het opschrift ‘veiligheidszonnekleppen’ dragen. Saab had net als Volvo veiligheid voorop staan en monteerde daarom allerlei zaken standaard die pas later gemeengoed zouden worden. Veiligheidsgordels bijvoorbeeld; zachte bekleding op de bovenkant van het dashboard en vervormbare zonnekleppen behoorden er ook toe. 

Daf 55 Combi

Daf 55

Saab 95 Combi

Saab 95

Neerlands trots

Het dashboard in Neerlands trots is sober, met slechts twee klokken: de snelheidsmeter en een combi-instrument voor de koelwatertemperatuur en brandstofvoorraad, met controlelampjes voor oliedruk en laadstroom. De lampjes voor knipperlichten en grootlicht bevinden zich tussen de klokken. Links en rechts zien we kastjes, in het midden de bediening van ventilatie en verwarming, een radio, alsmede knoppen voor ruitenwissers en -sproeier, licht en de ‘bergrem’. Schakel je die laatste in, dan blijft het toerental hoog, zodat je bijvoorbeeld op de motor kunt afremmen tijdens een afdaling. Het omgekeerde van freewheelen, dus. Met de rechterhendel aan het stuur geef je richting aan, met de linker bedien je het grootlicht annex lichtsignaal. Onder het metalen dashboard hangen twee hendels voor het – links en rechts gescheiden(!) – richten van de luchtstroom. De plank onder het dashboard is een accessoire. Op de vloer staat de transmissiehendel en een middentunnelconsole. 

Daf 55 Combi

Saab 95 Combi

Saab 95

Ruim zat

Achter in de Daf kan iemand van 1.93 meter goed zitten zonder dat de voorstoel helemaal naar voren geschoven moet worden. Alleen de transmissietunnel neemt wat voetenruimte weg. In de Saab is er achterin te weinig beenruimte. De claim dat er drie volwassenen op de achterbank passen, moet met een korrel zout genomen worden. 

In beide auto’s kunnen de achterbanken helemaal plat, waarna een volledig vlakke laadvloer ontstaat. Er kan dan zo’n 550 liter bagage mee, als je stapelt tot aan de onderste raamlijn en in de Saab het vloervak gebruikt. Ga je door tot aan het dak, dan verdubbelt deze waarde bijna. Met de banken rechtop kan er in beide auto’s zo’n 350 liter mee, maar onder de Saab-vloer past nog 85 liter. 

Daf 55 Combi

Saab 95 Combi

Saab 95

Motoren zijn echte toerenblokjes

Tijd om de sleutels om te draaien. Bij de Saab gebeurt er dan weinig. Om de motor te activeren moet je ook op een startknop onder het dashboard drukken. De rechtopstaande pedalen zijn licht te bedienen, evenals de versnellingshendel. Eigenaar Joop meldt dat een tweetaktmotor veel toeren mag maken; lekker doortrekken in de versnellingen dus! Je merkt dat de motor daar inderdaad bij gedijt. Bij lage toeren loopt hij wat onregelmatig en bokt soms, maar hoog in de toeren draait hij soepel, trekt er dapper aan, en lijkt voortdurend om meer toeren te vragen. Wat een gretig blok! We snappen waarom Erik Carlsson hiermee rally’s reed. Alleen is dit karakter minder geschikt voor het hedendaagse verkeer. 

Overhellen zonder dat het stoort

De Saab stuurt licht. Enig overhellen in bochten is er wel bij, maar niet storend. Uiteindelijk ontstaat enig onderstuur. Wil je tot stilstand komen, dan moet je op tijd beginnen met remmen of flink stampen. Want de reminstallatie met rondom trommelremmen kan behoorlijk vertragen, maar is niet bekrachtigd – nog een beletsel in het huidige verkeer. Daarbij is een staand rempedaal niet zo ergonomisch; vreemd voor een merk met veiligheid hoog in het vaandel. 

Hoe doet de Daf het? Hiervan loopt de motor zodra je de sleutel omdraait. ‘Pienter pookje’ voorwaarts duwen en gaan. Ook hier graag flink toeren maken. Als je op gang bent, zakt het toerental vanzelf dankzij de Variomatic, en wordt het rustig in de cabine. We hebben ervaring met belegen Dafs, maar in deze verse 55 merk je hoe ‘Meneer Hub’ het bedoeld had. Rem je even af, dan hoor je het motortoerental stijgen. Als je weer op het gas wilt, is de motor bij de les. Blijf je afremmen, dan zakt het toerental na een tijdje. Het motorgeluid is meer geruis dan gebrom, en daarom nooit storend. Zowel de transmissie als de motor zoeven en dat geeft een futuristisch tintje aan de 55. Ook de Daf stuurt licht en wil best bochten maken, maar blijft neutraal. Overhellen doet hij meer dan de Saab, en de gladde bekleding houdt je amper op je plaats. Remmen vergt een zware voet, want er is evenmin rembekrachtiging als in de Saab. Maar op de voorwielen zitten schijfremmen, dat scheelt iets. Er is één minpunt: het gaat allemaal zo makkelijk dat je aandacht snel afdwaalt van het autorijden. 

Daf 44 Combi vs. Saab 95 klassiekers

Daf 44 Combi vs. Saab 95 klassiekers

Allebei verrassen ze

Twee verschillende invullingen van het verschijnsel tweedeurs combi uit twee verschillende tijdsgewrichten. De Saab komt completer en knusser over. Dankzij zijn opklapbankje en extra bergruimte onder de vloer is hij het veelzijdigst. Zeven volwassenen vervoeren lukt echter niet; vier niet te grote volwassenen en twee kinderen lijkt reëler. Doordachte details maken van de Zweed een sterke troef. Zijn tweetaktmotor past matig bij het hedendaagse verkeer, maar voor liefhebbers van een ‘timewarp-gevoel’ vormt dat juist zijn charme. Ben je dat niet, dan neem je een viertakt V4. Het is hoe dan ook een vermakelijke auto. 

Ook de Daf werpt je terug in de tijd, vooral dankzij zijn Variomatic. Niettemin is dit transmissietype goed bruikbaar in het hedendaagse verkeer. Licht en ruimte overheersen binnenin dankzij het vele glas en de sobere cockpit. Aan het voortreffelijke zicht rondom kunnen hedendaagse autodesigners een voorbeeld nemen. De ‘combi-mogelijkheden’ zijn ruim voldoende, en ook hier is er fun in overvloed. De Daf nodigt zelfs uit tot scheuren omdat alles zo makkelijk gaat. 

Beide kandidaten hebben ons aangenaam verrast. En de winnaar van de test? Die is vanwege de grote verschillen tussen de kandidaten moeilijk aan te wijzen. Vanwege zijn charme is de Saab onze winnaar voor een toerrit maar  voor dagelijks gebruik zouden wij de Daf willen. 

Dit verhaal is eerder gepubliceerd in AutoWeek Classics

Daf 44 Combi vs. Saab 95 klassiekers

 

Technische gegevens 

Daf 55 Combi (1970)Saab 95 (1963)
Motor4-cil. in lijn, viertakt3-cil. in lijn, tweetakt
Cilinderinhoud1.108 cc841 cc
Max. vermogen37 kW (50 pk)28 kW (39 pk)
bij5.000 tpm4.250 tpm
Max. koppel79 Nm79 Nm 
bij2.800 tpm3.000 tpm
Aandrijvingachterwielenvoorwielen
Aantal versnellingenvariabel4
Wielophanging v/aonafh. met torsieveren/ onafh. met schroefveren onafh. met schroefveren/ starre as met schroefveren
Remmen v/aschijfremmen/

trommelremmen

trommelremmen rondom
Afmetingen l/b/h388/154/138 cm 402/158/147 cm
Wielbasis225 cm249 cm
Max. bagageruimte*352-556 l342-465 + 85 l
Gewicht800 kg 905 kg 
Topsnelheid136 km/h 120 km/h 
0-100 km/h21,0 s 44,0 s 
Vanafprijs € 3.335 (1971)Plm. € 3.989 (1967) 

 

Daf 55 Combi 

De Daf 55 komt eind 1967 op de markt. Hij heeft dezelfde, door Giovanni Michelotti ontworpen carrosserie als de 44, met een licht gewijzigde neus en achterkant. In plaats van de luchtgekoelde 0,8-liter tweecilinder boxermotor heeft de 55 een watergekoelde 1,1-liter viercilindermotor van Renault. De vooras heeft geen bladveren, maar torsiestaven, en het remsysteem is dubbel uitgevoerd met schijfremmen op de voorwielen in plaats van trommels. In maart 1968 verschijnt de Coupé en in september van datzelfde jaar de driedeurs Combi. In 1969 volgt een lichte facelift.

Om te bewijzen dat de Variomatic-transmissie betrouwbaar is én sportief, is de fabriek actief in de autosport. De 55’s eindigen steevast hoog in het klassement en de klassezeges zijn talrijk, vooral in bergritten en duurritten, zoals de Rally van Monte Carlo, Acropolisrally, Tulpenrally en East African Safari Rally. Het bekendst is de 17e plaats van Rob Slotemaker en Rob Janssen in de Londen-Sydney-marathon van 1968. Na dat wapenfeit is een Marathon-pakket verkrijgbaar voor elke 55-versie, bestaande uit onder meer een grotere carburateur, snellere nokkenas, lichtmetalen velgen, een toerenteller en een uitlaat die midden onder de achterbumper uitmondt. Het pakket is populair en wordt in 1971 een fabrieksuitvoering. In 1972 verschijnt de opvolger 66, al blijft de 55 in Nederland nog twee jaar leverbaar.

Daf 44 Combi vs. Saab 95 klassiekers

Saab 95

Eind 1959 wordt de Saab 95 geïntroduceerd, een stationwagen die op de 93 is gebaseerd en getekend door Sixten Sason. Als de 93 in 1960 wordt opgevolgd door de 96, krijgt de 95 de 96-techniek. Alle wijzigingen aan de 96 worden steeds doorgevoerd in de 95. Tot 1967 heeft het model een zelfontwikkelde 0,8-liter driecilinder tweetaktmotor, vanaf dat jaar de 1,5-liter viertakt-V4 uit de Ford Taunus 15M. De versnellingsbak van de 95 is voorzien van een vrijloop om bij afdalingen voldoende smering te garanderen voor de tweetaktmotor.

Uit de laadvloer kan een naar achteren gericht extra bankje opgeklapt worden. Zodoende claimt Saab dat er zeven personen in de 95 passen. Vanaf modeljaar 1976 vervalt het extra bankje. 

De sedanversie is populair als rally-auto. De bekendste coureur is wel Erik Carlsson, die furore maakt met de tweetaktversies. In de Rally van Monte Carlo van 1961 racet hij echter met een 95, en wordt vierde. In 1978 wordt de productie van de 95 beëindigd. 

Lezersreacties (13)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.