Daihatsu Trevis
Poldermodel
- Sandor van Es
- Eerste rijtest
"Eindelijk groeien we weer", verzucht Frank van Gool, hoofd marketing van Daihatsu Holland, tijdens de introductie van de Trevis. Een blik op de verkoopcijfers leert dat het merk tot en met juli 3.672 auto's op kenteken zette, een stijging van ruim veertig procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Het is een aardige stap richting de doelstelling voor 2008; dan moeten er in totaal 10.000 exemplaren afgezet worden. "Om dit te realiseren, zijn we afhankelijk van de milieusubsidies van de overheid", aldus Van Gool. "We hebben intussen meerdere modellen met een energielabel A. Schoon en zuinig blijven belangrijke pijlers voor Daihatsu."
Wat de voorwaartse drang eveneens moet helpen, is de vernieuwing van de modellenlijn. Die begon in 2005 met de Sirion 2. Dit jaar volgden de nieuwe, stoere Terios en de guitige, linksgestuurde Copen. Vanaf heden kan daar de Trevis (volgens Daihatsu uit te spreken als 'Trèvis', wij houden het op 'Treevis') bijgevoegd worden. Nieuw is-ie overigens niet; in Japan rijdt de kleine vijfdeurs onder de naam Gino al sinds november 2004 rond.
Onderhuids is de Trevis identiek aan de vijfdeurs Cuore, die ook gewoon in het gamma blijft. De twee ukkies delen het onderstel en de aandrijflijn. En ondanks de andere koets zijn ook de buitenmaten vrijwel hetzelfde. De Trevis is 3,40 meter lang, 1,48 breed en 1,50 hoog. Ten opzichte van z'n twee-eiige tweelingbroer is-ie daarmee alleen één centimeter korter. Wat is dan het bestaansrecht van de Trevis? Daihatsu geeft toe dat er waarschijnlijk wel enige vorm van kannibalisme zal optreden, maar men mikt erop dat de vormgeving en de relatief omvangrijke uitrusting ook nieuwe klanten zullen aantrekken. "We hopen met de luxe uitstraling het hart te raken, zonder de rationele overwegingen van de autokoper uit het oog te verliezen."
Riant uitgerust
Met z'n klassieke, bolle vormen en staande achterlichten heeft het design een hoog retrogehalte. De voorkant, met opvallende grille en dito ronde koplampen, heeft wat Mini-trekjes. De van staande lichten voorziene achterzijde doet ons denken aan de Lancia Ypsilon. Diverse chroomaccenten versterken het nostalgische karakter. Opvallend zijn de deuren, die zowel voor als achter tot een hoek van bijna negentig graden opengaan. Lekker makkelijk met instappen. De ronde lijnen worden binnenin voortgezet. Tel daarbij de verschillende grijs- en zwarttinten en ondanks het vele plastic ziet het interieur, dat voorzien is van tal van opbergvakken, er best oké uit.
Achter het stuur wordt een beetje meegedaan met de MPV-trend. De zitpositie is relatief hoog, wat het zicht rondom bevordert. Voor de onderste ledematen en het hoofd is er voor mensen van gemiddeld postuur helemaal niets te klagen. Sterker nog, de Trevis biedt voldoende binnenruimte om vier volwassenen van 1,85 meter een plek te geven. Al moet je dan niet naar Spanje willen rijden, al is het alleen maar omdat er dan slechts 167 liter kofferruimte beschikbaar is. Gebruik je de achterbank niet, dan kun je deze in ongelijke delen neerklappen en daarmee de bagageruimte uitbreiden tot maximaal 826 liter.
Zoals gezegd is één van de verkoopargumenten de voor de compacte klasse relatief riante uitrusting. Standaard zijn onder meer stuurbekrachtiging, centrale vergrendeling met afstandsbediening, getint glas, elektrisch bediende zijruiten en buitenspiegels, Isofix, in een hoogte verstelbare bestuurderstoel, ABS met EBD en twee airbags.
Beperkte grip
Net als de Cuore wordt de Trevis aangedreven door een éénliter driecilinder, met variabele timing voor de twaalf kleppen. Op papier maken de 58 pk's en 91 newtonmeters weinig indruk, in de praktijk is het echter voldoende om het 790 kilo lichte wagentje naar acceptabele prestaties te sleuren. Als je het gas flink intrapt, doet de driecilinderroffel met een beetje fantasie zelfs denken aan een Porsche-boxer. Het Japannertje sprint in 12, 2 seconden naar de 100 km/h, en dankzij een top van 160 km/h is het ook buíten de stad goed toeven. Zeker omdat de stabiliteit op de snelweg dik in orde is, zo ervaren we bij 140 km/h. Die snelheid is trouwens al in de derde versnelling haalbaar en dan zijn er nog twee verzetten over. De vijf is dan ook volslagen nutteloos, behalve om een gemiddeld verbruik van 1 op 20,8 op papier te kunnen zetten. De transmissie schakelt overigens probleemloos. Een viertrapsautomaat is ook leverbaar. Met een CO2-uitstoot van 114 gram per kilometer behoort de Trevis tot de minst vervuilende auto's op de markt en daarmee verdient hij een milieukorting van € 500.
De gunstige verbruikscijfers worden geholpen door de lage rolweerstand van de 155 millimeter smalle Falken Sincera-bandjes. Keerzijde is het beperkte gripniveau. Op de vochtige binnenwegen die we tijdens de eerste kennismaking tegenkomen, glijdt de Daihatsu wel érg makkelijk over de neus weg. Dat de voorkant relatief zacht geveerd is, helpt hierbij niet. Desondanks verdienen de rijeigenschappen per saldo een voldoende.
Of dit alles de Daihatsu Trevis een succes zal maken? Dat hangt uiteraard mede af van de prijs. Die is met € 10.749 pittig te noemen, want dat is beduidend meer dan wat je voor concurrenten Toyota Aygo, Citroën C1, Peugeot 107, Fiat Panda en natuurlijk broertje Cuore moet afrekenen. Het is de vraag of de vormgeving en de uitrusting voldoende zijn om dit te compenseren.