Cadillac STS 4.6 V8
Fluwelen bokshandschoen
- Frank Jacobs
- Eerste rijtest
Wie een luxe reislimousine wil en zo'n driekwart ton te besteden heeft, komt al gauw uit in de showrooms van BMW- en Mercedes-dealers. Daar is natuurlijk niets mis mee, maar laten we eerlijk zijn; zo'n E-Klasse of 5-serie staat wel op elke straathoek. En juist dat zal beslist niet het geval worden met de nieuwe Cadillac STS. Hoewel wij vinden dat de STS wel erg veel lijkt op de al langer leverbare CTS, denken de meeste mensen daar anders over; gedurende de dagen dat wij met de STS reden, werden we nagestaard alsof we de sarcofaag van Toutanchamon op het dak hadden gebonden. Over smaak valt natuurlijk niet te twisten, maar zeker is dat Cadillac met de nieuwe STS het familiegezicht van de CTS en de SRX bijzonder consequent doortrekt. De auto lijkt getekend met lineaal en geodriehoek, de vier hoeken zijn afgebakend met hoge verticale lichtunits. Die verticale stand van de lichten vind je vanbinnen terug in de ventilatieroosters. De achterlichten bestaan uit elk dertig LED's. Bijzonder daaraan is dat de LED's niet rechtstreeks naar achteren schijnen, maar om een hoekje via de spiegeling van de lichtunit, waardoor het licht diffuser is. Cadillac zegt hiermee een primeur in huis te hebben.
Eucalyptushout
De STS is officieel de opvolger van de Seville, het topmodel van Cadillac dat twee jaar geleden al uit productie werd genomen. En dat gat van twee jaar blijkt in werkelijkheid een enorme generatiekloof. Niet alleen de V8-motor is aanzienlijk verbeterd, ook de aandrijving. Was de Seville voorwielaangedreven, de STS doet het op de manier die je in dit segment mag verwachten. Op de achterwielen dus. De auto is dan ook gebouwd op het Sigma-platform, net als de CTS en de SRX.
Binnenin de STS is het weelde alom. Je kunt het bijna zo gek niet bedenken of deze auto heeft het. Ben je in mindere goden al blij met een lampje bij de make-up spiegel? In de STS kun je dat lampje dimmen. Als je instapt, trekt het stuurwiel zich discreet terug, om ruimte te maken voor de riante buik die berijders van dit soort auto's in stripverhalen altijd hebben. Over dat stuurwiel gesproken: het is uiteraard voorzien van verwarming (in de Launch Edition tenminste). En dat het interieur uit ander hout is gesneden dan een Ikea-stapelbed, moge duidelijk zijn. Cadillac is goede klant van de lokale eucalyptusboomgaard. Het is dan ook een afknapper dat je hier en daar ineens op heel goedkoop ogende materialen stuit. Zo is het verchroomde kapje waar de pook uit steekt van een wel heel knullig plastic gemaakt, en ook op de deurpanelen vind je – te midden van prachtig leer – ineens een stuk kunststof dat je eerder in een kleine middenklasser verwacht. Beide voorstoelen zijn in acht richtingen verstelbaar, en in de Launch Edition is ook de hardheid en lendensteun in vier richtingen in te stellen.
Een leuk detail, dat we ook al kennen uit de Corvette en de duurdere 5-series van BMW, is het headup display. De meest essentiële informatie wordt in de voorruit geprojecteerd, zodat de bestuurder zijn blik op de weg kan houden.
Ondanks de vele toeters en bellen is het geen chaos op het dashboard. De meeste zaken zijn te bedienen via het grote touch screen. Daar is het overigens wel even zoeken naar de functie die je nodig hebt. De logica van de vele menu's is vaak ver te zoeken. Maar wanneer je het eenmaal doorhebt, kun je voor twee verschillende bestuurders alle instellingen tot in detail programmeren en opslaan.
Ondeugend gepiep
De STS wordt leverbaar met twee motoren. De V6, met een cilinderinhoud van 3,6 liter, levert 257 pk en 342 Nm. De V8, met 4,6 liter inhoud (de bekende Northstar van General Motors), is goed voor 325 pk en 427 Nm. Beide motoren zijn voorzien van variabele kleptiming. Wij kregen de V8 mee, maar bij de eerste indruk valt de Northstar een beetje tegen – in de tussensprints tenminste. Even denken we zelfs per ongeluk in een V6 te zijn gestapt. Maar wanneer we op de snelheidsmeter gaan letten, blijkt dat er niks mis is met de machine. De auto wordt wel degelijk hard van zijn plek geduwd, je merkt het alleen nauwelijks. Zijdezacht is deze auto, waardoor hij qua rijgevoel nog het meest in de buurt komt van een Lexus. Alleen vanuit stilstand kun je een duw in je rug krijgen en laten de banden een ondeugend gepiep horen. Dat zulke grollen een vloedgolf in de tank teweeg brengen, moge duidelijk zijn. Cadillac geeft een gemiddeld verbruik op van 1 op 6,9; wij maten 1 op 4,9. De eerlijkheid gebiedt overigens wel te zeggen dat we de auto ook bovengemiddeld hebben laten zwoegen.
Het algehele gevoel dat je in deze auto krijgt is 'zwaar' en 'groot'. Hij is erg zacht afgeveerd, maar toch helt hij niet hinderlijk over. Wel merk je in scherpe, snelle bochten dat de auto soms de neiging krijgt over de voorwielen weg te schuiven. Deze auto is dan ook meer bedoeld om rechtuit te gaan, en dat kan hij dan ook snoeihard. Tot snelheden van ruim boven de 200 km/h blijft het prima toeven aan boord. Wie onvoorbereid in de STS stapt, dient er rekening mee te houden dat hij veel harder rijdt dan het aanvoelt.
Zeldzaam
De Cadillac STS is bedoeld om zich te scharen in het hoge zakelijke segment, tussen iconen als de BMW 5-serie en de Mercedes E-Klasse. Maar dan wel de duurdere versies daarvan, want voor de 63 mille die een STS minimaal kost, heb je al een heel knappe 5 of E. Maar bij Cadillac krijg je dan wel een heel zeldzame verschijning mee. Die trouwens ook zeldzaam zal blijven. De ambities zijn dan ook bescheiden gelaten; de importeur verwacht per jaar zo'n vijftig STS-en te kunnen verkopen. Iets minder dan de helft daarvan zal een V8 Northstar zijn.