BMW 125i Cabrio
Pas ruim drie jaar na de start van de reeks heeft BMW de 1-serie compleet gemaakt. Het lekkerste is voor het laatst bewaard en je zou de 1-serie Cabriolet daarom een laatbloeier kunnen noemen, maar aan de andere kant: goede wijn moet juist lang rijpen. En om uit te vinden of dat hier het geval is, laten we het verregende Nederland achter ons voor twee dagen met de 125i Cabrio aan een welhaast zomerse Costa Blanca.
Laten we beginnen met een pluim voor de heren van BMW uit naam van alle echte cabrioliefhebbers. Vorig jaar leek het merk te zwichten voor de trend van harde vouwdaken, toen de 3-serie zo'n CC-kap kreeg. Dat het een prachtige auto is, staat buiten kijf, maar laten we wel wezen, er is ook een 3-serie Coupé waarvan het bovenste plaatwerk wél goed aansluit, wat één helft van de CC tamelijk overbodig maakt. Bij de 1-serie grijpt BMW terug naar die goede, oude stoffen kap. We vermoeden dat esthetiek daar in elk geval voor een deel debet aan is; op een auto van het formaat 3-serie kun je zo'n constructie nog wel kwijt zonder de mooie lijnen geweld aan te doen, maar neem de meeste cabrio-coupés van het formaat 1-serie even in gedachten en je weet dat bij die auto's het oog niet te veel moet willen. Het siert BMW dat ze daar geen concessies wilden doen aan uiterlijk, maar volgens de makers zelf lag een ander argument ten grondslag aan de keuze voor canvas: gewicht. Deze cabrio is 120 kg zwaarder dan een vergelijkbare coupé, met een hard vouwdak zou dat zo'n 250 kg extra zijn geweest. De stoffen kap kun je tijdens het rijden openen en sluiten, een proces dat 22 seconden in beslag neemt. Tot 40 km/h om precies te zijn, een redelijk snelwegtempo in de Randstad anno 21e eeuw.
Achterbank
Over smaak moeten we kort blijven, maar toch: dit is de mooiste telg van de 1-serie. Alle argumenten die je tegen de Coupé (waarop hij is gebaseerd) zou kunnen inbrengen, zijn bij de Cabriolet verdwenen. Alleen de doorgezakte lijn net boven de dorpel biedt nog gespreksstof voor sceptici. De compacte lijn geeft de auto bijna het voorkomen van een roadster, maar dat is alleen vanaf een laag standpunt bezien. Want anders dan je zou verwachten, noemt BMW dit een volwaardige vierzitscabrio. En het moet gezegd, de ruimte achterin valt alleszins mee. De beenruimte is niet slecht, alleen in de breedte moeten de achterpassagiers wel concessies doen. De achterbank kan bovendien worden gebruikt voor lange stukken bagage, dankzij een luik naar de kofferruimte. Die laadruimte is bij gesloten kap een heel respectabele 305 liter, maar voordat het dak erin kan, moet handmatig een tussenwand worden uitgeklapt, waarna 260 liter overblijft voor de bagage. En wellicht allerlei losse spullen, want hoe mooi, opgeruimd en afgewerkt het interieur ook is, er zijn weinig vakjes voor zaken als je telefoon, zonnebril of andere noodzakelijke boordrommel. Maar verder valt er weinig aan te merken op het interieur. De zitpositie is lekker laag, de stoelen voelen aan alsof ze rond je eigen lichaam gegoten zijn en het stuur laat zich ver naar de bestuurder toe trekken. Mede dankzij de lage zit bieden de voorruit en de zijruiten ruim voldoende beschutting tegen de rijwind, die je nog kunt verbeteren door het optionele windschot te plaatsen. Dit schot is overigens standaard op de High Executive, waarmee wij rijden.
Flaneerjuweeltje
En dat is belangrijk, want deze cabrio is veel meer een flaneerjuweeltje dat een sportieve roadster. De auto voelt in de handling tamelijk zwaar aan, hoewel de boel erg goed in balans is. De demping is lekker straf, maar niet echt sportief. Net als bij de andere koetsvormen van de 1-serie is de besturing met snelheidsafhankelijke bekrachtiging helemaal goed. Niet te licht, lekker communicatief en erg precies. Je mag het gewicht van de auto dan wel voelen, de motor heeft er niet veel moeite mee. Wij rijden de 125i, goed voor 218 pk en 270 Nm. De handbediende zesbak heeft vrij korte overbrengingen, bij 120 km/h in de zesde versnelling draait de motor al 2.700 toeren per minuut. En laten we eerlijk zijn, bij hoge toerentallen is deze machine op zijn mooist. Vooral het geluid is fantastisch, met een mooie, donkerbruine grom tijdens schakelmomenten. Samen met de strak en secuur schakelende bak maakt dit dat je, ondanks het gemoedelijke karakter van de auto, vaak geneigd zult zijn er sportief mee te rijden. En ook de torsiestijfheid is oké, alleen op heel slecht wegdek wil hij af en toe even wat wegdribbelen, maar ook dan moet je het behoorlijk bont maken.
Diesel
Tijdens deze introductie is alleen de 125i beschikbaar, maar wanneer de auto naar Nederland komt, vanaf 29 maart om precies te zijn, is hij leverbaar met vier verschillende benzinemotoren. Dat begint bij de 118i (143 pk) en de 120i (170 pk), en boven de 125i op deze pagina's staat de 135i met twinturbo, goed voor 306 pk. Wie de nog niet zo heel lang geleden bijna ondenkbare combinatie cabrio-diesel wil, heeft wat minder keus. Alleen de 120d wordt leverbaar in de cabrio en dan kost-ie in zijn eenvoudigste uitvoering E 43.120. De 1-serie Cabriolet is er vanaf E 34.800. Een Executive kost een kleine anderhalf mille meer en heeft onder meer airco (niet standaard op de 118i, 120i en 120d) en mistlampen voor. Upgraden naar High Executive kost zo'n 3,5 mille en levert onder meer klimaatregeling met gescheiden temperatuurzones, parkeerhulp, verlichtingspakket en cruisecontrol op. Alle motorvarianten hebben standaard een handsgeschakelde zesbak, de automatische zesbak is eveneens in combinatie met alle motoren leverbaar. Net als de rest van de serie zijn ook de cabrio's uitgerust met de diverse milieumaatregelen die BMW heeft samengebracht in de zogenaamde Efficient Dynamics.
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen