Bijzondere brochures - Verzamelaar
- Jaap van der Sar
- Achtergrond
Een luie stoel, een fraai ingerichte zolder en een wand vol met autobrochures. Meer heeft Bernard van Oost niet nodig om lekker tot rust te komen. “Iedere brochure hier heeft zijn eigen verhaal; ze zijn hier allemaal beland met een reden.”
‘Als klein ventje kreeg ik thuis de passie voor auto’s met de paplepel ingegoten. Mijn vader was een echte liefhebber en vond het mooi om mij in die liefde te laten delen. Hij was vertegenwoordiger, zat heel veel op de weg en dat vond hij prachtig. Er kwam dus elke drie, vier jaar een nieuwe auto en dat was een feestje. Als jong broekie mocht ik al mee op schoot achter het stuur, ik denk dat vele andere autoliefhebbers dat wel herkennen. Of de magische ritjes in de Rover 3500 van opa, die het maar al te mooi vond om de kick-down te demonstreren voor zijn kleinzoon.
Maar de autoliefde begon pas echt vorm te krijgen na het bezoek aan de AutoRAI van 1989. Als 14-jarig ventje ging ik daarheen, samen met een vriendje helemaal vanuit Zeeland naar Amsterdam, om de Ferrari F40 in het echt te zien. En met tassen vol folders weer naar huis te gaan. Ik kan me bijna elk moment van die dag nog voor de geest halen. En dus ook de officiële introductie van de Max. Een echte Nederlandse auto, een nieuw merk, dat was nogal wat. Die stond daar dus gewoon op de beursvloer, een preproductiemodel nog. Ik vond dat wel heel bijzonder, een auto als modulair concept die je zelf, afhankelijk van je bui, kon omtoveren tot cabrio, coupé, pick-up of combi. Toen ik daarvan de folder in handen kreeg, wist ik algauw dat ik iets heel zeldzaams had. En dat bleek een beetje de officieuze aftrap van wat een prachtige hobby zou worden.”
KUNSTWERKEN
“De verzamelwoede was dus gewekt en zoals dat dan gaat als je nog lang de rijbewijsleeftijd niet hebt: dan ga je bij de dealers langs. Op het fietsje springen, een beetje voor het raam staren, naar binnen schuifelen en het liefst dan nog proberen om wat mooie brochures te scoren. In die tijd, zo jaren 80 en 90, was er nog geen ‘online’, en merken produceerden de mooiste kunstwerken op papier. Prachtige fotografie, hoogglans, gelakt papier, er werd best uitgepakt, helemaal bij de exclusievere auto’s. Die brochures waren natuurlijk niet gratis en menig dealer keek wel drie keer uit voordat ze die aan een ventje van 14, 15 jaar oud meegaven.
Maar het mooie is, en dat is nog altijd niet veranderd, het draait bij autobedrijven gelukkig nog vaak genoeg om passie en liefde voor auto’s. En liefhebbers herkennen liefhebbers, dus vaak werd me wel wat gegund. Een mooie folder, even zitten in een nieuw model, een rondje meerijden, even kletsen. Mijn vader deed trouw mee. Dan gingen we samen naar een importeur om te kijken of we wat mooie brochures konden bemachtigen. Dat waren mooie, waardevolle momenten.”
CROSSEN IN DE POLDER
“Eenmaal de 15 gepasseerd kon ik echt niet langer meer wachten om zelf te gaan rijden en heb ik, samen met een vriendje, een oude Mini gekocht. Daarmee crosten we dan door de polders en zo leerden we aardig rijden en sleutelen. Vrienden mochten voor vijf gulden ook een stukje scheuren en die centen brachten we dan weer linea recta naar de benzinepomp. We hebben wat afgezeuld met jerrycans. Het zal je niet verbazen dat ik enkele jaren later samen met diezelfde vriend aan de hts ging studeren. Autotechniek, uiteraard.
Ik had eigenlijk al een mooi pad uitgestippeld om in de autowereld aan de slag te gaan. Van je hobby je werk maken, dat is toch ieders droom? Het lot besliste echter anders. Mijn moeder werd heel erg ziek en dat heeft me toen doen besluiten om werk in de buurt te zoeken. Zo kwam ik in plaats van in de autowereld terecht bij de bank; dat gaf me de mogelijkheid om er veel voor haar te zijn. Bij de bank werk ik overigens nog steeds en met veel plezier, maar auto’s zijn nu puur hobbymatig met mijn bestaan verweven.”
ZONDER BETALEN
“Dat uit zich niet alleen in het verzamelen van brochures hoor. Ook reizen staan vaak in het teken van de auto. Zo heb ik vorig jaar een trip gemaakt naar Italië, waarbij er een factory tour bij Pagani op het programma stond, samen uiteraard met een bezoekje aan de Ferrari- en Lamborghini-fabriek. Ook het Fiat-museum mocht niet ontbreken, waarbij we zelfs even een kijkje hebben genomen bij dat beroemde testcircuit op het dak. Heel bijzonder. Natuurlijk heb ik bij al die bezoekjes ook geprobeerd wat brochures los te peuteren. Dat stopt nooit, hè? Het is voor mij overigens echt de sport om niet te betalen voor folderwerk. Mijn hele collectie bestaat dus ook bijna alleen maar uit materiaal dat me is gegund of dat ik heb geruild met andere verzamelaars.
Ik ben bepaald niet de enige met deze verzamelhobby en voor sommige brochures wordt dik geld gevraagd én betaald. Dat vind ik echter geen leuke manier om een verzameling aan te leggen.”
ALLES IS WELKOM
“Bij elke brochure in mijn kast hoort een leuk verhaal. Hoe ben ik eraan gekomen? Daarin zit de waarde voor mij. Iedere verzamelaar heeft zo zijn thema, maar ik ben daar niet heel strikt in. Wel moeten ze Nederlands zijn en ik houd van zeldzaamheden.
Daarbij ga ik wel echt voor de brochures en niet voor dunne informatieblaadjes of leaflets. Hoewel veel promotie tegenwoordig online gebeurt, zijn het vooral de premiummerken die nog prachtige boekwerken maken. Daarbij ga ik ook voor originaliteit en zeldzaamheid. Zoals de brochure van Max, dat vind ik echt een beetje mijn topstuk. Of van een merk als Venturi.
Prachtige sportwagens op basis van de Renault Alpine, maar als merk nu in de vergetelheid geraakt. Ik vind het dan heel gaaf dat ik daarvan een brochure heb bemachtigd. Verder ben ik blij met alles wat ik verzamel of krijg, en als ik het niet leuk vind, ruil ik gewoon weer verder. Van Abarth tot Zastava, als het me wat doet, is alles welkom in mijn collectie.”
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.