Audi Q5

'Wat moet je er mee?' Dat was de vraag die we ons stelden toen BMW in 2004 met de X3 op de proppen kwam. Eigenhandig creëerde het merk uit München een nieuw segment: dat van de premium mid size SUV. In begrijpelijk Nederlands betekent dat zoiets als een kleinere versie van de grote X5, waarbij 'premium' aangeeft dat de auto zich distantieert van 'gewone' merken als Volkswagen en Opel. Het matige succes van de X3 weerhield de concurrentie er niet van om ook in deze niche te duiken, al werd de kat behoorlijk lang uit de boom gekeken. Land Rover kwam vorig jaar met de nieuwe Freelander dicht in de buurt van de X3, maar échte tegenstand komt nu uit de hoek van Audi, Mercedes-Benz en Volvo met respectievelijk de Q5, GLK en XC60. Hoe die laatstgenoemde rijdt, heeft u op de voorgaande pagina's kunnen lezen. Wat de Q5 hier tegenoverstelt, konden we ervaren in de omgeving van het Spaanse Valencia. Laten we beginnen met het uiterlijk, dat overduidelijk is geïnspireerd op grote broer Q7. Geen gedurfde designtechnische zijsprong van Audi dus, maar we hadden eerlijk gezegd ook niet anders verwacht van het merk waarvan de klanten juist prijs stellen op een licht conservatieve stijl. Een keurige, strakke en gestroomlijnde koets met alle bekende Audi-kenmerken, dat is wat de Q5 (afmetingen l/b/h 4,63/1,88/1,65 m) is. Met een cW-waarde van 0,33, mede bewerkstelligd door een zeer vlakke bodemplaat, is het overigens de meest gestroomlijnde auto in z'n klasse - wat weer gunstig is voor de verbruikscijfers. Ook best in class is de wielbasis van 2,81 meter, wat overigens niet betekent dat je op de (10 cm verschuifbare) achterbank riant de ruimte hebt voor je benen. Met een laadcapaciteit die variabel is tussen 540 en 1.560 liter biedt de Q5 zo ongeveer hetzelfde als de X3 en GLK. De bestuurder en bijrijder kijken uit over een dashboard dat weinig verrassend is, maar wel weer overtuigt door mooie materialen, solide afwerking en de goede ergonomie. Audi heeft met MMI-systeem, waarmee je de meeste functies op het centraal geplaatste schermpje bedient, fijngeslepen, waardoor het gebruiksvriendelijker werkt.

Twijfelachtig

De levering van de Q5 start in december. Er is dan keuze uit twee diesels, een 2.0 en een 3.0 TDI van respectievelijk 170 pk/350 Nm en 240 pk/500 Nm, plus een benzinemotor, 2.0 TFSI genaamd. Deze levert 211 pk en het koppel is met 350 Nm gelijk aan dat van de 2.0 TDI. Al vanaf 1.500 tpm zijn staan al deze newtonmeters paraat, waardoor tijdige trekkracht gegarandeerd is. Wij reden deze motor in combinatie met 7-traps S-Tronic-transmissie, Audi's benaming voor Volkswagens DSG-bak. Die zevende trap is voornamelijk om de emissiewaarden terug te dringen, want de zesbak gaf ons nooit het gevoel dat we een verzet tekortkwamen. Helemaal onverdeeld enthousiast over deze motor-bak-combinatie zijn we niet. Zo is de S-Tronic wat nerveus en twijfelachtig bij lagere snelheden, schakelt-ie in 'D' heel snel op, terwijl-ie in standje 'S' juist hinderlijk lang in de lagere versnellingen blijft hangen. Overigens is dit de enige configuratie waarin de 2.0 TFSI bij ons geleverd wordt, de 2.0 TDI komt standaard met een handgeschakelde zesbak. Met de tweeliter, direct ingespoten benzinemotor zelf is weinig tot niets mis; het blok is stil, er is trekkracht in overvloed en deze motor is in principe ruim voldoende voor de Q5, tenzij je van plan bent caravans te gaan sleuren. Wat dat betreft, is de 3.2 V6 met 240 pk, die in het eerste kwartaal van 2009 leverbaar wordt, overbodig. Hij verbruikt meer en is nauwelijks sneller dan de 2.0 TFSI. Het enige voordeel is dat je een lekkerder motorgeluid hebt. In Nederland zullen de tweeliter TFSI en TDI de meeste aftrek vinden. Die laatste is een heerlijke machine, waarvan het karakter enigszins vergelijkbaar is met de 2.0 TFSI, maar die je als diesel toch net iets anders, rustiger rijdt. Voor als je het zelf nog niet had bedacht, geeft een indicator in het centrale display aan dat je kunt opschakelen. Scheelt weer brandstof en de motor kan het makkelijk aan. De 3.0 TDI heeft met 500 Nm helemaal machtig veel koppel, maar net als bij de benzinemotoren ben je met de 2.0 al prima bediend. Het rijden met de Q5 is te omschrijven als een kruising tussen een opgehoogde A4 en een gekrompen Q7. Zo wendbaar als de A4 zal-ie vanwege het hogere gewicht, wagenhoogte en (hogere) banden nooit worden, voor een auto van dit formaat echter is het een bijzonder - excusez le mot - dynamisch ding, hoewel de Q5 wat betreft scherpte de BMW X3 waarschijnlijk voor moet laten gaan. Wat de GLK hier tegenoverstelt, gaan we binnenkort aan den lijve ondervinden. Het stuurgedrag van de Q5 is typisch Audi: communicatief maar enigszins gefilterd, aan de sportieve kant van de gulden middenweg. Hetzelfde gaat op voor het weggedrag. De SUV laat zich - afhankelijk van de bandenkeuze - behoorlijk sportief berijden, waarbij de stevige demping zorgt voor beperkt overhellen. Wie graag zelf de mate van comfort of sportiviteit bepaalt, kan opteren voor het Drive Select-systeem, dat onder andere de hardheid van de dempers en de mate van stuurbekrachtiging kan variëren.

Gadgets en snufjes

Op de Q5 zijn tal van gadgets en andere interessante elektronische snufjes te bestellen die het leven van de inzittenden aangenamer en/of veiliger maakt. Denk aan zaken als hill descent assist en adaptieve cruise control, die ook zelf kan afremmen tot stilstand – je wordt sowieso door middel van een geluidssignaal attent gemaakt op snel naderende obstakels. Lane assist waarschuwt je door middel van trillingen in het stuur voor het overschrijden van een doorgetrokken streep, verder kun je op de optielijst vinkjes zetten achter bijvoorbeeld park assist of een achteruitrijcamera. Standaard wordt elke Q5 in Nederland afgeleverd met onder andere 17-inch lichtmetaal, automatische airco en led-dagverlichting in de koplampen. Een opmerkelijke feature zijnde dakrails die 'voelen' dat er een imperiaal en extra gewicht op het dak ligt, waardoor de reacties van het esp automatisch worden aangepast. De V6-versies hebben af fabriek xenonverlichting, leds in de achterlichten en parkeersensoren achter. Standaard op elke versie is het zogenaamde energy recovery system, dat via de dynamo kinetische (rem- en rol-) energie terugwint en opslaat in de accu, die op zijn beurt weer een handje helpt bij het wegrijden. Allemaal in het teken van het terugdringen van uitstoot en verbruik, uiteraard. Interessant voor (vooral) de leaserijder is dat zowel de 2.0 TDI als TFSI milieulabel C krijgen. Audi verwacht volgend jaar zo'n 1.800 Q5'en af te zetten, waarvan 60 procent diesel. Klanten worden verwacht uit de hoek van de stationwagonrijders, maar het zou ons ook niet verbazen als Q7-eigenaren hun full size SUV inruilen voor een handzamere en zuinigere Q5. De auto zal ongetwijfeld hoog verlanglijstjes komen te staan, de vanafprijs van € 51.550 voor zowel de 2.0 TFSI als TDI is conform de concurrentie. Wie zoveel euro's net niet bij elkaar kan harken, moet nog even geduld hebben tot het derde kwartaal van 2009, als de benzine- en diesel-instapversies komen in de vorm van een 2.0 TFSI met 177 pk en een 2.0 TDI met 142 pk. Prijzen daarvan zijn nog niet bekend, wél dat ze allebei een handgeschakelde zesbak aangemeten krijgen. Tenslotte: een Q5 met voorwielaandrijving komt er niet, ze hebben altijd quattro-vierwielaandrijving.