Audi A7

Als je het uiterlijk van welke Audi dan ook in twee termen moest beschrijven, dat werden dat waarschijnlijk 'single-frame grille' en 'ledverlichting'. Vrijwel geen enkel ­ander automerk heeft zo'n herkenbaar en uniform aangezicht als dat met de vier ringen. Dat resulteert er in het ­geval van de A7-facelift in dat er vooral niet te veel aan het uiterlijk wordt gewijzigd. Behalve dan op het gebied van ledjes, want daar heeft het merk weer wat nieuws uitgevonden. Sowieso is ledverlichting sinds de facelift standaard geworden, maar optioneel levert Audi ook Matrix-ledverlichting. Vink die optie aan en je krijgt liefst 19 diodes per koplamp die stuk voor stuk in 64 verschillende standen geschakeld kunnen worden. In de praktijk betekent dit dat de lichtbundel ­automatisch alle kanten op schijnt, ­behalve die waar tegenliggers er last van zouden hebben. Bovendien krijg je dan ook dynamische richtingaanwijzers aan de voorzijde. Dat betekent dat als je je richtingaanwijzer aanzet, de 13 leds vanaf binnen naar buiten oplichten, net zoals bijvoorbeeld bij de Ford Mustang. Aan de achterzijde is deze technologie standaard. Mooi dat het kan, maar als we tijdens de introductie achter één van de andere A7's aanrijden, oogt het allemaal toch een beetje als aandachttrekkerij.

Gelukkig blijft het niet bij uiterlijke ­wijzigingen alleen; onder de motorkap verandert er veel meer. Zo wordt er op korte termijn voor het eerst een viercilinder leverbaar in de vierdeurs­coupé. De 2,8-liter V6 benzinemotor, voorheen de instapper, komt te vervallen ten faveure van een 2,0-liter TFSI-turbomotor met 252 pk. De enige andere benzine-optie, afgezien van de S7 en RS7, is de 3,0-liter V6 TFSI met 333 pk. Bij de diesels heb je nog steeds een 3,0-liter V6 TDI, maar de zescilinder is grondig herzien voor meer power en vooral een veel lager verbruik. In z'n minst potente vorm durft Audi het zelfs aan om het nieuwe Ultra- label op de A7 te plakken, gereserveerd voor de zuinigste modellen die het merk aanbiedt. In combinatie met voorwielaandrijving kan de 218 pk sterke 3,0-liter het doen met slechts 4,7 liter per 100 kilometer. Voor wie iets minder begaan is met het milieu, kan ook de variant met 272 pk aangevinkt worden, en de biturbo TDI is ook weer te bestellen, ditmaal met 320 pk.

Moeiteloos

In Zweden konden we vast op pad met beide varianten met enkele turbo. De Ultra met 218 pk is rationeel gezien ­alles wat je nodig hebt. Zeker omdat de geluidsisolatie zo goed is dat je de motor, zelfs als-ie even aan de bak moet, eigenlijk nooit echt hóórt werken. Achter de schermen zoekt de ­zeventraps S-Tronic-transmissie met dubbele koppeling, die de traploze Multitronic in voorwielaangedreven Audi's vervangt, altijd de juiste versnelling. Wel merk je dat de A7 een forse auto is van ruim 1.700 kilo; als het echt vlot moet, heeft de motor toch wat meer toeren nodig. Iets wat bij de sterkere 272 pk-variant juist ­helemaal niet het geval is, ook omdat het koppel 180 Nm hoger ligt met een totaal van 580. Zelfs als de naald lui onderin blijft hangen, lijkt de Audi ­zevenmijlslaarzen aan te hebben: een kleine aanraking van het gaspedaal is voldoende om medeweggebruikers in de binnenspiegel te zien verdwijnen. Dat moeiteloze past uitstekend bij het comfort van de A7. Want alle dynamische propaganda ten spijt, is de vierdeurscoupé in de praktijk echt meer sloep dan sportauto. De optionele luchtvering onder onze testauto doet er alles aan om de koets stabiel te houden en voor een dermate grote auto zit er opvallend weinig rol in de body, zeker in Dynamic-stand. De combinatie van Quattro-vierwielaandrijving en het sportdifferentieel tussen de achterwielen zorgt er daarbij voor dat de tractie bijna eindeloos is. Maar de massa laat zich op hogere snelheid uiteindelijk toch gelden en de lichte besturing doet ook niet veel goeds voor de sportieve aspiraties. Laat de kronkelwegen dus maar voor wat ze zijn en richt je in plaats daarvan op het ultieme comfort op de weg rechtuit, want dat is fantastisch. De ophanging vangt alle klappen zo vanzelfsprekend op dat er een serene rust aan boord heerst, zeker als het op wat hoger tempo rechtuit gaat.

Grafische pracht

Zoals het een auto uit dit segment ­betaamt, kan de A7 worden uitgerust met een arsenaal aan moderne (veiligheids)opties. Van Night Vision tot zelfsturende rijbaanhulp en van supersnel 4G-internet tot een navigatiesysteem met evenveel grafische pracht als een gemiddeld computerspel: de mogelijkheden zijn eindeloos. In elk geval zolang de financiële draagkracht strekt, want het prijskaartje is óók helemaal zoals het een auto uit dit segment ­betaamt. De prijslijst begint weliswaar bij € 66.500, maar dat geldt voor de 3.0 TDI met voorwielaandrijving. Een A7 met Quattro kost alweer minimaal € 72.500, en dat is vóórdat de optielijst begint. Ga je daar eenmaal lekker aanvinken, dan schiet de prijs al snel richting de € 80.000. En de liefhebber van gadgets tilt de vierdeurscoupé zonder al te veel moeite naar de zes cijfers. Maar dan heb je wel een eersteklas koppendraaier met alle luxe die je je kunt wensen. En dynamische richtingaanwijzers.